nlangs verbleef Leo Oosterveen o.p. in Nice en omgeving. Hj bezocht er de kapel die de Franse kunstenaar Henri Matisse maakte voor de dominicanessen in Vence. Een meditatie over licht.
Vakantie is eventjes alles achter je laten, even weg zijn van waar je dagelijks mee bezig bent. Even vertoeven in een totaal andere wereld.
Pastores, predikanten, theologen, zielzorgers, misschien ook velen uit de dominicaanse familie, lijken hierop evenwel een uitzondering te vormen. Ze zijn nog niet in hun vakantieoord aangekomen, of beginnen al de kerken in de omgeving af te struinen en te bezoeken, liefst de oude, mooie en schilderachtige. Het is een tik, het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet kan gaan. Zo’n tik heb ik ook.
Chapelle du Rosaire, Vence
Ruim een maand geleden heb ik in Nice en omgeving veel kerken en kapellen gezien. Over één wil ik iets vertellen. Het is de kapel die de Franse schilder en beeldhouwer Henri Matisse (1869-1954) voor de dominicanessen in Vence, nabij Nice, tussen 1947 en 1951 samen met Auguste Perret ontwierp en die hij van binnen en buiten geheel inrichtte en decoreerde (hij ontwierp zelfs de kazuifels).
Eén van de zusters, zr Jacques-Marie Bourgeois OP (1921-2005), die hem al kende voor haar intrede, had hem gevraagd voor hen een kapel te ontwerpen, de rozenkranskapel. De zusters hadden toen slechts een garage om in te bidden. Franse dominicanen waren bij het ontwerp en de bouw betrokken.
Henri Matisse geeft uitleg bij zijn weergave van Dominicus.
Matisse, een spirituele man, die niet expliciet in God geloofde, beschouwde de kapel, ‘ondanks alle onvolkomenheden’, als het hoogtepunt van zijn hele oeuvre. Bij de inwijding ervan in 1951 kon hij helaas door ziekte niet aanwezig zijn. Nog steeds wordt de – intussen wereldberoemde – kapel druk bezocht.
De kapel meet slechts 15 bij 8 meter. Maar door het licht en de indeling lijkt het alsof je in een veel grotere ruimte wordt gevoerd. Er zijn drie grote raampartijen, grotendeels aan de linkerwand van de kapel, met gebrandschilderd glas in de kleuren geel (de zon), blauw (de lucht) en groen (de natuur).
Naar mijn gevoel weerspiegelt de lichtinval van deze ramen de uitbundige gave van Gods schepping, het door God gegeven leven. De ramen vieren dat leven. Dit geldt vooral voor de naar mijn mening mooiste twee ramen bij het altaar, die de levensboom voorstellen in de vorm van bloeiende cactussen in een typische Matisse-stijl.
Tegenover de grote ramen aan de zijkant zijn in uiterst eenvoudige, rake, zwarte lijnen, contouren bijna, op witte tegels afbeeldingen te zien van Dominicus en van de Madonna met kind. Bij de ramen steken deze tekeningen kleurloos af, letterlijk. Tegelijkertijd krijgen ze kleur door die ramen.
Wil Matisse hiermee zeggen dat de verkondigers van Gods heil, Jezus, Maria, Dominicus, ja wij allemaal, slechts Gods kleurrijke genade kunnen belichamen als zij en wij in Gods licht gaan staan?
Levensboom, altaar, Dominicus
Boven de ingang van de kapel, tegenover de levensboom en het altaar, is er een wand met witte tegels waarop Matisse, alweer in zwarte lijnen, de kruiswegstaties heeft getekend.
Het zijn geen gewone staties. De veertien stadia van Jezus’ lijden en dood staan kriskras door elkaar, hetgeen wordt geaccentueerd door de willekeurige volgorde van de nummers. Het lijkt alsof Matisse wil zeggen dat alle aspecten van het lijden, inclusief de kruisiging – die in het centrum van de staties staat – tegelijk en soms chaotisch deel uitmaken van ons leven. Het lijden en het kwaad dienen zich immers niet op een ordelijke wijze aan.
Kruiswegstaties
Omdat de staties diametraal tegenover de levensboom staan, is hier het contrast tussen het kwaad, lijden en de dood enerzijds en genade en leven anderzijds het sterkst. Midden tussen dat contrast in staat het altaar, de plaats waar het onmogelijke wordt herdacht, dood én verrijzenis.
Vlak achter het altaar hangt misschien wel het mooiste voorwerp uit de hele kapel: een door Matisse ontworpen godslamp in Marokkaanse snit. De lamp is ragfijn en elegant, ze is nauwelijks zichtbaar en ook heel fragiel. Het flikkerende vlammetje van ons geloof staat niet op een dikke sokkel, maar zweeft als het ware tussen lijden, dood en leven in, tussen Gods genade en onze ontvankelijkheid.
Matisse beschouwde de kapel als de bekroning op zijn werk en zijn carrière als kunstenaar. Ik zou er iets aan willen toevoegen. De trefzekere eenvoud en schoonheid van de kapel en de rangschikking van de kunstwerken maken dat de kapel het leven en het geloof met al zijn contrasten op een kernachtige wijze verbeeldt.
Leo Oosterveen o.p.
Tip: Probeer de tentoonstelling te bezoeken die tot 16 augustus 2015 in het Stedelijk Museum te Amsterdam is te zien: De oase van Matisse. Op deze tentoonstelling is een film te zien over de kapel. Ook zijn er enkele kazuifels te zien die Matisse in het kader van de kapel heeft ontworpen.
*
Heeft u ook zo’n prettige tik om op vakantie dominicaanse sporen te zoeken? Deel het!
Klik hier voor meer verhalen over dominicaanse sporen in binnen- en buitenland.