e populaire Meister Eckhart is een 'sterk merk’ en wordt graag aangezien voor zenmeester of mysticus. 'Maar hij was vooral een traditionele, rationele en dominicaanse denker en prediker’, vindt André van der Braak. 'Het idee dat Eckhart het christendom ontgroeid was is baarlijke onzin.’
André van der Braak
door Arjan Broers
Er moesten heel wat stoelen bij, op donderdag 28 mei in de zijkapel van de Dominicuskerk in Nijmegen. Daar sprak prof. André van der Braak de jaarlijkse Eckhartlezing uit, een initiatief van het Albertinumgenootschap en de plaatselijke Effataparochie. Voor het Albertinumgenootschap is het de afsluiting van een seizoen met lezingencycli.
De grote toeloop zegt iets over de populariteit van de middeleeuwse dominicaan en van het zenboeddhisme. In Nijmegen heeft die combinatie wortel geschoten, mede dankzij het werk van dominicaan Chris Smoorenburg, oprichter van de zengroep Oshida, vernoemd naar een Japanse zenleraar en dominicaan.
André van der Braak is hoogleraar hoogleraar boeddhistische filosofie in dialoog met andere levensbeschouwelijke tradities aan de Faculteit der Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit in Amsterdam en onderzoeker bij het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving. Hij verzorgde eerder dit jaar ook de DSTS-bundel De spiritualiteit van Meister Eckhart.
In zijn lezing ging hij in op het verband tussen zenboeddhisme en Eckhart. Hij zette dat in het verband van het DSTS-onderzoek naar meervoudige religieuze betrokkenheid: het verschijnsel dat mensen van nu putten uit diverse religieuze tradities, zonder zich daarmee helemaal te identificeren.
In de interreligieuze dialoog wordt mystiek nogal eens als een ontmoetingsplek gezien, alsof alle religie eigenlijk naar hetzelfde wijst, maar in verschillende vormen. Er gaan echter ook meer geluiden op die niet de overeenkomsten, maar de verschillen tussen de tradities benadrukken, de zogenaamde post-liberale theologen.
Van der Braak zocht het midden tussen deze posities. ‘Meister Eckhart wordt vaak gezien als een universele mysticus, al sinds Schopenhauer stelde dat Eckhart en Boeddha hetzelfde zeiden. En de Japanse meester Daisetz Suzuki, die zen naar het Westen bracht, stelde dat Eckhart “voorbij alle woorden en begrippen” in de leegte was, en dat hij de “legenden en de mythologie van het christendom ontgroeid was”.’
Dat is ‘baarlijke onzin’, zei Van der Braak. ‘Meister Eckhart was een overtuigd christen en een toegewijd dominicaan. Hij is als mysticus een sterk merk, maar hij was eerder een traditionele, rationele, dominicaanse denker. Als je zijn werk leest, kom je bijna geen mystiek tegen. In ieder geval niets over mystieke of emotionele ervaringen, zoals je wel in de bruidsmystiek aantreft.’
Van der Braak wees wel op een een andere traditie in de zen, die van Dogen (1200-1253). Daarin is het streven niet gericht op de leegte, maar juist op de ongelofelijke en rijke veelvormigheid van de werkelijkheid. Verlichting gaat in die traditie niet over een staat die je moet bereiken, maar meer over het ontdekken van een al bestaande Boeddhanatuur. ‘Meditatie op koans (kleine onbegrijpelijke verhalen) is in die traditie geen breekijzer, maar een zaklamp’, zei Vander Braak.
‘Vergelijk dat met de manier waarop Eckhart voortdurend Bijbelverzen gebruikte om te contempleren, en met zijn opvatting over de godsgeboorte in de ziel, die voortdurend gaande is, ook zonder dat wij het zien. Zowel Eckhart als Dogen willen iets laten oplichten dat al aanwezig is.’
Van der Braak pendelde in zijn lezing steeds heen en weer tussen het wijzen op overeenkomsten en het benadrukken van verschillen. Dat is nodig voor een vruchtbare interreligieuze dialoog, zei hij, al maakt het er niet gemakkelijker op. ‘Echte nieuwsgierigheid begint bij aandacht voor verschillen’, zei hij, ‘en we hoeven niet alles bij elkaar te krijgen. Zelf ben ik gestopt mijn christelijke identiteit, waarin ik mij thuisvoel, helemaal in overeenstemming te willen brengen met mijn fascinatie voor boeddhisme. Het is er allebei’.
Van der Braak vindt dat de dominicanen ‘hun’ Eckhart moeten terugclaimen. ‘Contempare en contemplata aliis tradere: overwegen en het overwogene overdragen, dat deed hij ten diepste, precies zoals Thomas van Aquino die wezenskenmerk van de dominicanen bedoelde.’
*
Eerder verscheen over Chris Smoorenburg: ‘Zen is in het kruispunt zijn’ en Over leven, sterven, licht doorlaten
Lees ook uit de serie kopstukken op deze site: Meister Eckhart, 1260-1327