an 6 tot 8 november 2014 vond bij de afdeling middeleeuwse geschiedenis van de universiteit van Keulen een driedaagse conferentie plaats over de Duitse dominicanen tussen 1221 en 1515. Historicus Guus Bary ging erheen en smulde ervan.
De Tagung over die deutschen Dominikaner und Dominikanerinnen 1221-1515 was ter voorbereiding van het achtste eeuwfeest van de Orde, dat in 2016 wordt gevierd. Teutonia is thans de naam van de noordelijke Duitse provincie. De kloosters in het huidige Nederland maakten aanvankelijk deel uit van Teutonia, dat in 1303 werd gesplitst in Teutonia en Saxonia, een splitsing die later weer ongedaan gemaakt werd.
De organisatie van de conferentie in Keulen was in handen van hoogleraar middeleeuwse geschiedenis Sabine von Heusinger, het Institut zur Erforschung der Geschichte der Dominikaner Ordens im deutschen Sprachraum en prof. mag. dr. Walter Senner OP van het Angelicum in Rome (die ook Nederlands spreekt).
Er waren zeventien lezingen, vijf workshops, een concert in de Andreaskirche met 13e-eeuwse koormuziek uit een dominicanessenklooster en een stadswandeling. De deelnemers, in aantal variërend van 60-90, luisterden naar en debatteerden kort met de sprekers, die uit Duitsland, Rome, Lecce, Bazel, Metz en Sarajevo kwamen. Het niveau werd gekenmerkt door een karakteristieke duitse Gründlichkeit.
Drie dominicanen stonden op de lijst van referenten. Paul Hellinger OP uit München sprak over de stichting van de orde uit de koorherentraditie. Elias Füllenbach OP uit Düsseldorf had het over de dubieuze rol van dominicanen in het anti-judaïsme (of joodse boeken wel of niet verbrand moesten worden, de z.g. Pfefferkorn-Reuchlin-strijd). Walter Senner OP sprak over innovatie, consensus en conflict in de constituties van de orde en op generale kapittels.
Verder waren er opvallend veel vrouwen als spreker, vaak vlak voor of direct na hun promotie, of vrouwen die al jarenlang lokaal onderzoek deden. Ik noem zo wat thema’s van de conferentie: de stichtingen van deze of gene klooster (politiek of bouwhistorisch), de relatie dominicanen – dominicanessen (de eersten vooral als biechtvaders), de wetenschap (o.a. de bijbelstudie bij Albertus de Grote), de kunsthistorische schatten (zoals de laatmiddeleeuwse voorstellingen in de dominicanenkerk in Frankfurt), legendarische vertellingen in Duitsland over Dominicus, de strijd van dominicanen tegen demonen en heksen, en de relatie tussen de veroordeling van Meister Eckhart en Heinrich Seuse, de mystiek in de tijd van de observantenbeweging.
In de middeleeuwen vóór 1515 hoorden de Nederlanden grotendeels bij het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie en er waren toen geen strakke taalgrenzen, zoals nu. Een der lezingen had de patrocinia (patroonheiligen) van de dominicaanse conventen, dus ook die van de huidige Nederlanden, als thema.
door Guus Bary
Hoewel het niet expliciet ter sprake kwam is de einddatum van deze conferentie, 1515, m.i. goed gekozen. Het valt politiek en infrastructureel samen men met de oprichting van de aparte provincie Germania Inferior, bakermat van de huidige Nederlandse ordesprovincie, en het betekende ook het einde van de strijd tussen de observanten van de Hollandse Congregatie en de conventuelen binnen Teutonia en Saxonia.
Het ligt in de bedoeling dat in 2016 er een boek verschijnt met de voordrachten.