it jaar gedenken wij de honderdste geboortedag van de dominicaan en invloedrijk theoloog Edward Schillebeeckx, maar wie was hij? Een IM dat provinciaal overste René Dinklo o.p. uitsprak bij de herdenking op 29 augustus.
René Dinklo o.p. is provinciaal overste van de Nederlandse dominicanen.
Edward werd in Antwerpen geboren als zesde kind uit een gezin dat uiteindelijk bestond uit veertien kinderen. Het was het begin van de Eerste Wereldoorlog. Zijn vader was een harde werker met een ruimtegevende wijsheid en zijn moeder was een zeer gelovige vrouw. In deze opzichten was hij beslist een kind van zijn ouders.
Hoewel hij het voortgezet onderwijs gevolgd had in het Jezuïetencollege te Turnhout en zijn oudste broer Jezuïet was geworden, koos hij ervoor om dominicaan te worden. Hij kende weliswaar geen dominicanen, maar het levensverhaal van Dominicus sprak hem aan. Hij werd getroffen door het evenwichtige van deze ordesstichter, zijn serene blijdschap, zijn openstaan voor de wereld en zijn accent op theologische studie die op verkondiging was gericht. En deze eigenschappen die hij toedichtte aan Dominicus, werden eigenschappen die ook op hem van toepassing zouden worden.
Edward werd vooral een toegewijd wetenschapper, die theologiseerde vanuit een diep gelovige houding.
In januari 1958 kwam hij in Nijmegen aan om daar zijn Nederlandse medebroeder Kreling op te volgen als hoogleraar in de dogmatiek. De scholastieke en neo-scholastieke theologie had Edward inmiddels achter zich gelaten en hij ving zijn colleges toen verrassend aan met de eschatologie en de heilsgeschiedenis. En in zijn theologie ging hij in de loop der jaren meer gebruik maken van moderne filosofie en de sociale wetenschappen. Hij las enorm veel en in de breedte en maakte voortdurend notities in zijn kenmerkende schrift.
Schillebeeckx als jonge dominicaan.
Schillebeeckx werd als lid van de dominicanencommuniteit van het Albertinum, vrijgesteld voor de wetenschap en daarmee ‘ontslagen’ van een groot aantal communiteitsverplichtingen. Hij had zijn eigen ritme van tot flink na middernacht doorstuderen, liefst met de radio aan, en wat later opstaan. Spelletjesavonden in de communiteit liet hij echter niet aan zich voorbij gaan. Hij scrabbelde graag.
Edward was geen theoloog die deze wetenschap beoefende omwille van de theologie. Hij voelde zich juist als theoloog een verkondiger. Theologie was voor hem een vorm van christelijke verkondiging. Als voorganger preekte hij graag en het mooiste compliment wat hij kon krijgen, vond hij als mensen zeiden dat zijn woorden bevrijdend en opbeurend waren.
Voor zijn studenten en de lezers van zijn boeken ging het hem er niet alleen om wat het hun intellectueel bracht, maar ook wat het hen in gelovig opzicht bracht. Geloof was voor Schillebeeckx een ‘belijdenis van een rationeel mens’. Geloof en rede vervullen volgens hem een wederkerige kritische functie waarbij de mens enkel baat heeft. Gedurende zijn hele werkzame leven probeerde hij op een persoonlijke, wetenschappelijke en spirituele manier onder woorden te brengen wie God voor mensen wil zijn.
De eer van God ligt in het opbloeien van de ware menselijkheid, dat was zijn vaste overtuiging en dat leefde hij ook voor. Zijn vele eredoctoraten en de Erasmusprijs aanvaardde hij in dankbaarheid, maar hij liet zich er beslist niet op voorstaan. Typerend voor hem was het volgende. Toen hij nog in Leuven doceerde aan het Theologicum van de dominicanen, werd hij ook magister van de fraters-studenten. Hij besloot bij hen te wonen omdat hij geen overste over hen wilde zijn, maar de oudste onder deze broeders. In zijn gehele verdere leven bleef hij goed toegankelijk voor iedereen en vooral voor studenten die dikwijls bij hem kwamen om raad. Hij was een goed luisteraar en kon haarscherp en snel analyseren.
Schillebeeckx laat een indrukwekkend oeuvre achter. Dit realiseerde ik mij weer toen ik de elfdelige serie van zijn Collected Works onder ogen kreeg. Het bevat ongeveer tweederde van al zijn publicaties.
Natuurlijk is hij naast zijn publicaties ook bekend vanwege zijn inbreng achter de schermen tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie, en het vervolg ervan in Nederland met het Pastoraal Concilie, bij het oplossen van de spanningen rond de uitgifte van de Nieuwe Catechismus in 1966 en vanwege de drie processen die tegen diverse van zijn theologische opvattingen in Rome zijn gevoerd, maar die niet hebben geleid tot een veroordeling.
Edward Schillebeeckx, 1914 – 2009
Ondanks tegenslag heeft hij nimmer overwogen om de Kerk of de Orde te verlaten. Hij bleef zichzelf altijd omschrijven als een gelukkig theoloog en hij bleef gelovig optimistisch en hoopvol tot aan zijn eind.
Over de toekomst van een bepaalde theologie schreef hij in zijn Theologisch Testament:
Sommige vormen van theologie blijkt een langer leven beschoren te zijn dan het leven van de auteur. Ze herleven dan telkens opnieuw en worden geactualiseerd door anderen, zonder dat deze – zoals vroeger – na-lopers worden. (blz. 172)
De toekomst zal uitwijzen in hoeverre zijn theologie in die zin zal overleven, maar tot nu toe zijn de tekenen gunstig.
René Dinklo o.p.