ezus’ weggaan is een volstrekt nieuwe manier om ongekend nabij te zijn.
Het is nabijheid in de overtreffende trap. Het laatste wat het Nieuwe Testament wil, is ons troosten met de gedachte dat Jezus’ dood eigenlijk niet zo heel erg belangrijk is, omdat Hij nog steeds een beetje bij ons is wanneer wij aan hem denken.
De verhalen over het verschijnen van Jezus na diens dood aan zijn leerlingen zijn niet gebaseerd op het soort ervaringen die wij allemaal wel eens hebben, wanneer we in een onbekende voorbijganger in een flits een gestorven geliefde menen te ontwaren, of wanneer je de trap hoort kraken en je even denkt dat degene wiens afwezigheid een gat in je leven heeft geslagen er gewoon weer is.
Jezus is echter volgens het Nieuwe Testament niet nog een beetje op zijn oude manier aanwezig, Jezus is op een volstrekt nieuwe, ongekende manier aanwezig.
Het leven van ons mensen draagt aankondigingen in zich van de dood die zich onvermijdelijk aandient. We zijn er, maar we voelen aan ons lichaam dat er ooit een tijd zal komen dat we er niet meer zullen zijn.
Met Hemelvaart vieren we op een nieuwe manier Pasen. Natuurlijk gaat Pasen over Jezus, maar het gaat evenzeer over ons. Omdat Jezus uit de doden is opgestaan, is onze wereld een plaats geworden van oneindig perspectief. Het menselijk bestaan is een Sein zum Tode, schreef de Duitse filosoof Martin Heidegger; Het refrein is Hein formuleerde de Nederlandse verpleeghuisarts en columnist Bert Keizer het nog wat vierkanter.
In Jezus, door zijn aanwezigheid bij God als de hemel de ons overhuift en ons levensruimte geeft, is ons bestaan een Sein im Hoffnung, een zijn in de hoop geworden. Niet alleen ons individuele leven, maar alles wat leven en bestaan heeft en dat hunkert naar vernieuwing en vervulling van dit bestaan is, zoals Paulus zegt, met Christus verborgen in God (Kolossenzen 3,3).
Ontleend aan de preek van Erik Borgman met Hemelvaart (29 mei 2014) in de Dominicuskerk Utrecht.