oop Schaeffer o.p. (1942) was een van de drie broers die dominicaan werd. Hij bleef en werkte als timmerman, gastenbroeder en mantelzorger. Nu woont hij in het Berchmanianum in Nijmegen. Een gesprek in 'de Ontmoeting’.
De Ontmoeting is een rubriek in het papieren bulletin van de dominicanen, waarin een medebroeder geïnterviewd wordt door dominicaan Ben Vocking en lekendominicaan Wil Vermeulen.
Joop Schaeffer werd op 8 april 1942 in Schiedam geboren, als derde telg in een gezin van elf kinderen. Nog twee broers werden dominicaan: Hein, die omroeppastor en later dominee werd en in 2007 is overleden, en Peter, die ook uittrad.
‘Ik wist al heel vroeg dat ik broeder wilde worden, levend in een religieuze groep. Martinus de Porres, de heilige Peruaanse dominicaan, was mijn inspirator. In Schiedam waren destijds twee dominicanenparochies, van elk vier á vijf paters, en drie communiteiten van de Dominicanessen van Voorschoten. Zij beheerden de meisjesscholen, een bejaardenhuis en een schippersinternaat. Ik was toen misdienaar en heb veel van hen geleerd.
Op 14-jarige leeftijd ging ik naar het seminarie van het Dominicuscollege in Nijmegen. Ik volgde er het juvenaat dat geleid werd door Pater van der Elzen en Broeder Nico Gomes, die sinds kort net als ik ook in het Berchmanianum woont. Vanuit het juvenaat volgde ik op de LTS drie jaar lang de vakopleiding timmeren en meubelmaken Toen ik 17 jaar was, trad ik in als postulant in het Albertinum. In die tijd waren we nog gekleed in het mooie zwart-witte broederhabijt. Ik kreeg de naam Broeder Marcus.
Waar bent U nog meer werkzaam geweest ?
Na anderhalf jaar Albertinum vertrok ik naar ons klooster in Zwolle, waar de filosofiestudie zat. Ik heb er veel boekenkasten en kerkbanken gemaakt en eikenhouten ramen gerepareerd. Toen de studie naar Nijmegen verhuisde, bleef er een groep van achttien paters en broeders over. Ik vond een mooie baan in een katholiek buurthuis in het centrum van Zwolle, waar ik vier jaar lang kinderen handvaardigheid gaf: eerst als vrijwilliger, later als betaalde kracht.
Ik volgde de opleiding creatieve handvaardigheid voor jeugdleiding en later de MBO Inrichtingswerk. Ik werkte enige jaren als groepsleider in een Hervormd Schippersinternaat, en daarna veertien jaar in het Schippersinternaat bij Jonkerbosch in Nijmegen. Ik verhuisde toen naar het Albertinum. Op vakantie ging ik met een medebroeder naar de Antillen om van daaruit medebroeders te bezoeken.
In de jaren zestig kwamen er heftige veranderingen in de kerk. Er werd besloten dat ik in het klooster van Huissen ging wonen. Met de bloei van het Dominicaans Activiteitencentrum, het DAC, was ik namens de communiteit gastenbroeder: een soort pastor, maatschappelijk werker of praatpaal. Ook had ik er de zorg voor oudere medebroeders. Ik heb er veertien jaar gewoond.
Het voormalig klooster in Venlo is inmiddels een hospice.
De provinciaal maakte het klooster in Venlo tot het verzorgingshuis van de dominicanen. Ik werkte er zes jaar als mantelzorger en voelde me er helemaal thuis: een mooi, nieuw gebouw en ik vond het werk leuk om te doen: het ging haast als vanzelf en sloot goed aan bij mijn roeping en karakter. Ik vierde er mijn vijftigjarig professiefeest, met veel mensen uit Huissen, dat deed me goed.
Daarna belandde ik in Berg en Dal, maar die gemeenschap was mij niet levendig genoeg. Ik heb het er een jaar of drie volgehouden en werd toen een lange periode ziek. Ik ben naar het Berchmanianum gekomen en heb een lange periode nodig gehad om te wennen. Ik kan goed met anderen overweg, maar mis de dominicaanse communiteit, het leven en het koorgebed. Op zondag bezocht ik geregeld de Stevenskerk en bij de lekenprofessies van de Dominicanen was ik altijd van de partij. Jammer dat ik nu soms af moet haken door gebrek aan vervoer.
Wat waren of zijn uw hobby’s of liefhebberijen ?
Ik houd erg van wandelen en dat ging heel goed met mijn goede wandelvriend. Later, toen hij wegviel, vond ik een goed alternatief in de wandelvakanties van het SNP, een stichting voor natuurreizen. De laatste jaren bracht ik mijn vakanties door in zomerhuisjes in alle provincies, samen met Anneke, een lekendominicanes die ik in het Huissens klooster heb leren kennen. Ik houd ook van fotograferen en het organiseren van activiteiten.
Wat waren hoogtepunten in uw leven?
Een hoogtepunt was het werkplezier met en voor asielzoekers. Met name mijn bemoeienis met Léon, een Moldavische asielzoeker, heeft me veel voldoening gegeven: vanuit mijn werk en mijn ‘zijn’ kon ik veel voor hem betekenen. Ik bezocht hem vaak en we hebben hem in Huissen allerlei cursussen kunnen laten volgen, vóór zijn uitzetting. Hij is geëmigreerd naar Canada en maakt het goed, ik ben nog bij zijn huwelijk in Canada geweest. Dat voelt als een kroon op mijn werk.
Ik ben altijd concreet geweest. Iemand uit de narigheid halen gaf mij veel voldoening. Daarmee konden ze mij niet overvragen; ik kon het helpen heel lang volhouden. Op die manier kwam mijn dominicaanse roeping tot uiting.
Hebt U nog een wens of boodschap voor de lezers?
Heb oog voor elkaar, zeker voor degenen die wat verloren lopen.