e woestijn door, zuiveren en opengaan.
In de woestijn valt al het overtollige weg. De mens is er alleen met zichzelf, alleen met zijn licht- en schaduwkant, met zijn verlangen en kleinheid. Jezus maakte dat mee toen Hij zich na de doop in de Jordaan terugtrok om na te denken over zijn eigen levensopdracht. Laten we kijken hoe de evangelisten dit voorstellen.
De bekoring om van stenen brood te maken verwijst naar elke greep die het materiële over de mens kan krijgen. Het is de aarde dwingen door een economie van altijd méér, in plaats van haar te dienen. Leven van hebben in plaats van te zijn, van bezitten in plaats van te delen.
De tweede bekoring bestaat erin zich van de tempeltop naar beneden te gooien en God te dwingen om tussenbeide te komen. Zo degradeer je God tot een robot, die moet voldoen aan onze kleine wensen en behoeften. Daar tegenover stelt Jezus het echte vertrouwen in God: zich durven overgeven aan zijn woord. Zich durven laten vallen in Gods armen, zonder krampachtig zoeken naar zichzelf.
En er is die ultieme verzoeking: het kwaad aanbidden, knielen voor Satan. Al deze verleidingen komen samen in de symbolische figuur van de duivel, de diabolos, zoals het evangelie hem noemt, degene die dooreenschudt en verwart en de mens van zijn echte opdracht afhoudt.
Zo ondervond Jezus het en zo gaat het met ons. Doorheen de zuivering komt Jezus open voor de ware God, de God van bevrijding, die meetrekt met hen die strijden voor een menselijke wereld. Voor die uitdaging staan ook wij en beginnen we deze vastentijd. Opdat we aan het einde in het land van belofte aankomen en delen in de opstanding van de aarde en van onszelf.
Deel van de overweging van de Vlaamse provinciaal overste Marcel Braekers o.p. op de website www.preekvandeweek.nl