Dit lijf houdt ermee op, maar ik niet’, zei Jan Nieuwenhuis o.p. bij de viering van zijn 90e verjaardag, op 2 februari in 'zijn’ Dominicus Amsterdam. Vele honderden waren er gekomen, om te vieren, te danken en te luisteren naar de vitale woorden van een broze prediker.
Jan Nieuwenhuis o.p. was in zijn gestalte wat hij in zijn preek vertelde. Na een paar jaar van operaties en moeizaam herstel moest hij door anderen het altaar opgeholpen worden. Maar toen hij eenmaal zat, klonk zijn stem krachtig en sprak hij met de bijzondere combinatie van humor en diepgang, die als altijd voor extra bezoekers zorgden, in de Dominicuskerk in hartje Amsterdam. Vanwege de viering van zijn verjaardag was het extra druk.
‘Tijd bestaat niet’, zei hij, ‘dat wisten de oude Griekse filosofen al. Maar iets kan wel duren.’ Daarmee doelde hij zowel op zijn eigen leven, en de slijtage van zijn lijf, als op de hoge gemiddelde leeftijd van de bezoekers van de Dominicus, en in zekere zin ook op de huidige vormen van de kerk van Jezus van Nazareth.
‘Ik duur nogal’, zei hij. ‘Maar als dit lijf het opgeeft, houd ik niet op. Ik ben de optelsom van alles wat mensen aan mij hebben gedaan. Ik ben meer dan dit lichaam, ik ben.’
Nieuwenhuis verbond zijn verhaal met het lachen van Sara, die als 90-jarige nog zwanger werd en een kind baarde, en van Abraham, die over de honderd jaar nog vader werd.
Hij verbond het bovendien met drie voorbeelden van opwekkingen door Jezus, waarin deze het woord ‘dood’ nooit gebruikt, hooguit ‘slaap’. Niets is onmogelijk, wilde hij daarmee aangeven, en de dood zoals wij die beschouwen is misschien in werkelijkheid iets heel anders. Het gaat er maar om dat wij wakker worden.
Jan Nieuwenhuis, die ooit stopte zijn habijt te dragen omdat jongeren het middeleeuws vonden, preekte nu bewust in zijn dominicaanse habijt en mantel, als uitdrukking van het besef ‘schakel te zijn in een lange keten’.
Jan Nieuwenhuis is sinds een halve eeuw geleden verbonden aan de Dominicus in Amsterdam, eerst samen met Wim Tepe o.p., na diens uitvallen als voortrekker, in 1974.
Mede dankzij de medewerking van de orde der dominicanen in Nederland kon de gemeente zich losmaken van de officiële kerken en een zelfstandige oecumenische gemeente zijn, een oefenplaats ook van liturgische vernieuwing. Nieuwenhuis werd namens de gemeente door teamlid Henk Hillenaar geprezen als, onder meer, de man die ruimte maakte voor vrouwen in de eredienst.
De volledige tekst van de preek is hier te lezen.