et gesprek zelf heeft zin.
Wat is mij bijgebleven? Allereerst het gezelschap. Voor mij is dat telkens de winner van zulke bijeenkomsten: de mensen die je ontmoet, met wie je intensief praat en naar wie je vooral intensief luistert.
En dan kom ik meteen bij het tweede dat is blijven hangen. De discussie zelf. In dit boekje zegt dominicaan André Lascaris: &Dominicanen kunnen goed debatteren zonder er perse uit te hoeven komen. Het gesprek zelf heeft zin. Volgens mij zijn debatten allereerst bedoeld om er wijzer van te worden, niet om te winnen. Als je met die instelling naar elkaar luistert, ontstaat er een andere atmosfeer’. Er staan bij mij inmiddels twee uitroeptekens in de kantlijn.
De discussie in onze studiegroep ging over de kenmerken van de dominicanen. Over de beweeglijkheid, de nieuwsgierigheid en de ontvankelijkheid bijvoorbeeld. Zaken die aan de basis staan van onze eigen gemeenschap; hoop ik, denk ik, vermoed ik. Ik hecht aan de dominicaanse oorsprong van de Dominicus. Ik denk dat we nog steeds kunnen leren van die oorsprong, van die kernopdracht. Wij hebben er al een mooie kerk aan te danken, uiterlijk en innerlijk.
Dominicus stuurde zijn medebroeders naar de universiteitssteden, de toekomstige centra van het moderne Europa. Daar leerden ze kijken, onderscheiden, kritisch analyseren – maar ook leerden ze te verstaan, te verbinden met zichzelf en hun rol in de wereld. Zoals Albertus de Grote, die een grote, scherpzinnige en verwonderde aandacht predikte voor wat we zien, en de bereidheid steeds opnieuw te kijken en verder te leren.
Henny van Heystee schrijft dit in het blad van de Dominicusgemeente Amsterdam, over de studiegroep over het boek &Leven met Dominicus&.