oor de Zuid-Spaanse stad Ronda loopt een enorme kloof, die in eindeloze jaren door de rivier de Tago is uitgesleten. Aan deze schitterende kloof ligt het vroegere convent van de dominicanen, die er ooit het hoofdkwartier van de inquisitie in Andalusië gevestigd hadden.
door Leo de Jong o.p.
In de negentiende en begin twintigste eeuw kende Spanje en trouwens ook Portugal een sterke antigodsdienstige beweging. De dominicanen en de andere ordes moesten hun prachtige en indrukwekkende kloosters opgeven, inclusief hun bezittingen. Die kwamen dan meestal in handen van de staat of de stad.
Deze sterke afkeer van religie had natuurlijk alles te maken met de enorme macht die de katholieke kerk lange tijd had in deze landen. De kerk onderdrukte vaak de vrijheid. De dictators Franco in Spanje en Salazar in Portugal wezen deze anticlericale beweging krachtig af en gaven de officiële kerk weer veel invloed. Maar gelukkig is ook dat weer sterk verminderd.
De enorme kloof die dwars door Ronda loopt, is in miljoenen jaren door de rivier de Tago uitgesleten. Het verhaal gaat, dat tijdens de burgeroorlog tussen 1920 en 1936 de communisten de bevolking dwongen om de priesters en mannelijke en vrouwelijke religieuzen in die kloof te donderen. Paus Benedictus XVI heeft al die slachtoffers heilig verklaard – en vergat natuurlijk de vele slachtoffers, die Franco op zijn beurt weer maakte.
Ik vrees dat God vaak om ons moet huilen.
Dit is het vroegere grote convent van de dominicanen, verlaten in de negentiende eeuw. Het ligt schitterend, boven de honderd meter diepe kloof. Het was het hoofdkwartier van de inquisitie in Andalusië. De foto hieronder is een bewijs van hun effectief handelen: want als een stadswijk &gezuiverd’ was van moslims en joden, kwam er zo’n kruis te staan…
Ook dominicaanse sporen gezien? Schrijf en fotografeer mee aan deze mooie serie!