idden in het openbaar. Dát is met de billen bloot!
Pastoraal werkster Corinne van Nistelrooij schrijft in haar column in Presenteerblad, van de geloofsgemeenschap het Dominicanenklooster Zwolle, over de ervaring voorganger te zijn. Een fragment:
Tegen het bidden in het openbaar zag ik het meest op. U dacht misschien aan preken, maar daarin kan ik mezelf nog aardig positioneren. Maar bidden!
Bidden was voor mij altijd iets persoonlijks, iets intiems. In een cursus voor echtparen die ik eens samen met een dominee begeleidde zei hij, toen het op een avond over gezamenlijk bidden ging: &Het gebed samen delen, is soms nog intiemer dan het bed samen delen!’
&Hoe wáár!’, dacht ik. Want in het bijzijn van een ander hardop je gebed uitspreken betekent je zorgen delen, je angsten uitspreken, je hart luchten, je donkerste gedachten binnenstebuiten keren, je dankbaarheid tonen, heel je buitenkant afleggen en ik zei het al: dat is nogal wat!
Natuurlijk bid je als voorganger niet hardop voor persoonlijke intenties. Maar je bidden moet wel echt zijn. Het is zaak de juiste houding aan te nemen. Uiterlijk en innerlijk. Het moet echt zijn, eerlijk, menens.
&Waar zit God voor jou als je bidt?’, vroeg een van mijn docenten eens. &Boven je? Naast je? In je?’ Lastige vragen waren dat! Nu hoeft u geen voorganger te worden, maar ook voor u is het een aardige vraag om over na te denken, als u in de kerk eens zit weg te dromen.