ntvankelijkheid is een spirituele deugd die uitermate weldadig is voor de religieuze zoekers die we anno 2011 min of meer allemaal zijn geworden. Dat zei lekendominicaan en VolZin-redacteur Jan van Hooydonk onlangs tijdens een lezing voor de Mariënburgvereniging. Een excerpt.
'Ontvankelijkheid’ is de eigentijdse vertaling van het historische gegeven dat de dominicanen in de dertiende eeuw werden gesticht als een bedelorde. Dominicanen en dominicanessen zijn vanouds mensen die leven van wat zij van anderen ontvangen hebben.
Waarheid
Ontvankelijkheid is een spirituele deugd die me uitermate weldadig lijkt voor de religieuze zoekers die we anno 2011 min of meer allemaal zijn geworden. Ten eerste heeft de deugd van ontvankelijkheid alles te maken met een je zo onbevangen mogelijk opstellen tegenover de realiteit zoals die zich in jezelf, in mensen en in de samenleving aandient.
Onbevangen, ik zou bijna zeggen: onverschrokken, moedig, de waarheid onder ogen zien – dat wil zeggen de dingen zien zoals zij zijn – daaraan hecht ik zowel persoonlijk als professioneel veel belang.
Realiteit beamenen interpreteren
Mijn realiteit is die van de homoseksualiteit – al val ik daar niet mee samen, ik ben nog veel meer. Eerst door die realiteit te beamen, ja ervoor te kiezen, kan ik zijn wie ik ben. Ik ben er diep van overtuigd dat wat geldt voor homoseksualiteit ook geldt voor allerlei andere vitale terreinen van het leven: eerst door de werkelijkheid onder ogen te zien zoals zij is – onbevangen, onverschrokken – kunnen mensen gelukkig worden en kan de samenleving beter worden.
Vervolgens – het lijkt daarmee in tegenspraak te zijn maar is dat volgens mij niet – spreken de feiten nooit voor zichzelf. Ontvankelijkheid vraagt om interpretatie. Ook dat is een dominicaans punt. In onze traditie is altijd veel aandacht geweest voor de kritische doordenking en redelijke verantwoording van het geloof. Laat anderen louter doeners zijn, wij zijn altijd ook denkers.
Leven uit genade
Ontvankelijkheid sluit interpretatie niet uit, maar in. Het is typisch dominicaans om daarbij vooral oog te hebben voor wat zich in de samenleving en het leven van concrete mensen aandient als goed en echt menselijk. Wij zijn immers geen zwartkijkers, geen aanhangers van schuld en boete, geen oordeelspredikers – ja, zulke dominicanen zijn er wel geweest maar die deugden niet -, wij staan optimistisch ten aanzien van de schepping. Wij geloven namelijk dat wijzelf, de hele schepping, leven van Gods genade. We zijn in Gods handen en God spreekt in het leven en samenleven van mensen.
Jan van Hooydonk. Foto: Martine Sprangers
Ontvankelijkheid houdt dus niet alleen in dat we open moeten staan voor de realiteit, maar zeker ook dat we in deze realiteit oog te hebben voor de sporen van God, de sporen van goedheid en menselijkheid.
Toewijding en overgave
Ten slotte veronderstelt de deugd van de ontvankelijkheid twee andere deugden. De eerste is die van de toewijding: oefening, innerlijke ascese, tucht én bewustwording van hoe je eigen belangen en verlangens je waarneming soms kunnen vertroebelen. De tweede is die van de overgave. Immers, als de wereld niet meer draait om mezelf, om mijn verlangens en belangen, dan heb ik me overgegeven aan een a/Ander – met hoofd- en kleine letter.
Jan van Hooydonk