e New York Times schreef op 3 april over de opmerkelijke groei van de dominicanen in Ierland, Engeland en de Verenigde Staten. Een groei die verband houdt met de bewuste keuze voor traditionele onderdelen van het religieuze leven: de habijt en het samen leven en samen bidden, gecombineerd met moderne communicatiemiddelen.
De Ierse dominicanen, met de Nederlander Luuk Dominiek Jansen in hun gelederen, stelden twaalf jaar geleden een broeder vrij voor roepingenwerk. Gerard Dunne o.p. vertelt in het artikel dat de Ierse dominicanen er destijds slecht voor stonden. Men koos daarom bewust voor de traditionele uitingen zoals het dragen van het habijt, om herkenbaar te zijn. &Als wij onszelf niet op een authentieke manier presenteren, wie kiest er dan voor ons?’
In het midden Gerard Dunne o.p., vrijgestelde in Ierland voor roepingen.
Behalve de herkenbaarheid van de dominicanen zijn de dominicanen aantrekkelijk door hun gemeenschaps- en gebedsleven. &Ze zijn een soort mengvorm tussen monniken en diocesane priesters’, schrijft de krant: ze leven samen en werken buiten het klooster. &Zoals paus Franciscus het ook is gaan doen’.
Ierland groeit, afgelopen herfst begonnen er vijf mannen aan, er zijn nu twintig dominicaanse studenten in vorming. Ierland telt 175 broeders in achttien communiteiten. De groei is opvallend, de Ierse kerk heeft zwaar te lijden onder het schandaal van seksueel misbruik. Veel religieuze instituten lopen terug en in de 26 bisdommen begonnen afgelopen jaar slechts twaalf mannen aan hun priesterlijke vorming.
In de Engelse provincie van de dominicanen begonnen dit jaar vijf mannen, in de Verenigde Staten kreeg de noordoostelijke provincie achttien novicen en de zuidelijke zes.
Klik hier voor het artikel in de New York Times (Engels)
Klik hier voor een kijkje in de Ierse nieuwsbrief voor roepingen van de dominicanen