p style="text-align: left;" align="right">&U herkende ons eerst’, schrijft Jos Smeets in deze open brief aan paus Franciscus. &Broeders en zusters, goedenavond!’ De Vlaamse dominicaan ziet er een nieuw begin in, een tocht van bisschop en volk. Hij doet de paus de suggestie zijn broeders-kardinalen uit te zenden, de wereld in, als herders achter hun kudde.
Jos Smeets o.p. uit Knokke
Mijnheer de bisschop van Rome, Broeder-in-Christus Franciscus,
Buona sera!
Die avond klonken er drie namen over het Sint-Pietersplein. Namen die wij niet herkenden. Gelukkig hadden wij ruim een uur de tijd om te weten te komen dat Jorge Mario Bergoglio een Argentijn is van (arme) Italiaanse afkomst bent, jezuïet en iemand die liever de metro nam dan de dienstwagen.
En toen richtten wij onze aandacht op uw naam: Franciscus. Een naam die zowel een program als een belofte inhoudt: van nederigheid, armoede, vrede, respect voor mens, dier, natuur en milieu. Na ruim een uur ging het gordijn voor de tweede keer open en verscheen u in uw gloednieuw, pauselijk, wit dominicanerhabijt – als bij een geboorte. U moest wennen aan die plotselinge gedaantewisseling, en ook aan die juichende menigte daar in de diepte.
Maar u herkende ons het eerst: 'Fratelli e Sorelle, broeders en zusters’. Toen wisten wij het plotseling ook: wij waren voor U geen onbekenden. Wij waren het volk waarmee U, naar goede Latijns-Amerikaanse gewoonte, voortaan op weg wou gaan: 'Buonasera!’
U nodigde ons uit te bidden voor 'onze bisschop-emeritus Benedictus XVI’. Het waren ongetwijfeld gebeden van dankbaarheid. Maar vergis ik mij als ik er ook de afsluiting van een kerkelijk tijdperk in vermoed? Zei u na het laatste 'Amen’ niet: 'En nu beginnen we aan onze tocht: bisschop en volk?’
Door voorovergebogen het stil gebed te vragen van de mensenmenigte vóór u, schiep u een verbondenheid zoals een herder die beleeft met zijn kudde. U bleef zich bewust van het gevaar van de pauscultus. Was het daarom dat u die avond het woord paus niet gebruikte, maar het alleen over 'de bisschop van Rome’ had? En dat U de volgende dag in uw preek opmerkte: 'Niet de opvolger van Petrus, maar Christus is het centrum van de Kerk?’
Weet U wat mooi zou zijn, broeder Franciscus? Dat u ons over enkele maanden zou vertellen dat u bezoek heeft gekregen van uw 114 broeders-kardinalen, vergezeld van een grote groep van mensen van divers pluimage uit hun land van herkomst. En hoe zij u allemaal om beurten een duidelijk 'Vergeet niet’ in het oor waren komen fluisteren: 'Vergeet de armen niet. Vergeet de vrouwen niet, de priesters, de mensen met een andere huidskleur of een andere geaardheid. Vergeet de mensen uit andere religies niet. Vergeet de christenen uit de basisgroepen en ook de bevrijdingtheologen niet. Vergeet de martelaren van de dictaturen niet. Vergeet bisschop Romero niet en zoveel andere bisschoppen, priesters en naamloze mensen die stierven als martelaren vanwege hun geloof en hun inzet voor een rechtvaardige wereld. Vergeet de zinzoekers niet, de weifelaars en de twijfelaars, de agnosten en de atheïsten. Vergeet niet de eenzamen, de treurenden, de bejaarden. Vergeet vooral ook de stervenden niet.’
En dat U dan al die wensen en verlangens in ontvangst zou nemen om ze, mooi gebundeld te overhandigen aan alle kardinalen van over heel de wereld, met de opdracht: 'Eminenties, pardon: broeders in Christus, vertrek nu maar hier vandaan. Zoals Jezus zijn leerlingen uitzond, zo zend ik jullie. Terug naar je land van herkomst. Want daar wacht de Geest jullie op om de hand aan de ploeg te slaan. Bovendien: wat jullie in je thuisland zelf doen, doen jullie beter. Trouwens hier, in het Vaticaan, loopt veel te veel volk rond dat van de wereld nauwelijks weet en eigenlijk ook niets ernstigs om handen heeft. Ik heb de taken die ons te doen staan opgelijst en de bakens uitgezet. Het is nu aan jullie om, geïnspireerd door de Geest van God en in het voetspoor van Jezus, samen met alle mensen van goede wil te werken aan een wereld van recht en gerechtigheid. Naar die samenleving, naar het Rijk van God wil ik samen met jullie optrekken. Als een herder achter zijn kudde aan.’
Met hartelijke groet,
P. Jos Smeets, o.p.
Dit is de ingekorte versie van een open brief, gedateerd 19 maart, feest van Sint Jozef.