p 20 mei 1882 wordt ze geboren in het Deense Kalundborg. In 1907, 25 jaar oud, debuteert zij met Frau Marta Oulie, een roman over het huwelijk. Het jaar daarop publiceert zij een bundel novellen over misdeelden in Oslo. Daarna legt zij zich toe op het leven tijdens en de geschiedenis van de Middeleeuwen. Een portret van een Nobelprijswinnaar, door Piet Struik o.p.
Sigrid Undset op Noors briefgeld.
In 1911 volgt Jenny, haar eerste grote succes, over een vrouw die met zichzelf worstelt en probeert haar egocentrisme te overwinnen. De realistische beschrijving van de erotiek in dit boek wekt grote verwarring bij pers en lezers. 1919 volgt Het vierde gebod, een boek sterk begaan met religieuze vraagstukken.
Zoeken en bekering
Haar zoektocht leidt uiteindelijk tot haar bekering tot het katholicisme. Op 2 november 1924 wordt zij door mgr. Kjelstrup te Hamar opgenomen in de katholieke kerk. Dit veroorzaakt grote ophef, maar ook sterke belangstelling in intellectuele kringen die tot dan toe het katholicisme hadden beschouwd als een oude relikwie.
Undset met haar persoonlijkheid, haar kennis en haar lef wist uitstekend uit te leggen welke rol de katholieke kerk in verleden en heden speelt. Als geduchte apologeet heeft zij veel bijgedragen om de bescheiden aanwezigheid van het katholicisme in Noorwegen te verstaan.
Meesterwerk
Tussen 1920 en 1922 verschijnt de befaamde trilogie Kristin Lauvransdochter, haar meesterwerk. Daarin wordt het leven van de mens en van de kerk tijdens de Middeleeuwen tot leven gewekt op indrukwekkende manier. Zij ontdekt daarin haar eigen katholieke wortels, en zij schildert een realistisch en diepmenselijk beeld van het universele christendom, zoals zich dat voordeed rond 1300. Een overtuigend getuigenis over de kerk.
In 1925 publiceert zij Olav Audunszoon, opnieuw over de Noorse Middeleeuwen. Met grote dramatische kracht bevat het een analyse van de weerslag van schuldgevoelens op de menselijke geest. In 1922 krijgt zij van het Noorse parlement een jaarlijkse subsidie.
Nobelprijs
In 1928 ontvangt zij de Nobelprijs voor literatuur. Zij wordt in vele talen vertaald. Het jaar 1929 brengt haar terug naar het heden. Zij benadert het katholicisme niet op een nostalgische manier, zoals veel auteurs op het continent doen aan het eind van de negentiende eeuw. Zij is vooral geïnspireerd door de katholieke vernieuwing in Frankrijk en Engeland, met name door G.K. Chesterton, waar zij begrijpt dat de boodschap van de kerk actueel is in een wereld op zoek naar zichzelf.
Zij vindt veel intellectuele en spirituele steun bij de broeders dominicanen die zich opnieuw in het lutherse land hebben gevestigd. Zij bindt zich als lekenzuster van de dominicaanse familie, en zij onderhoudt veel contacten met de broeders en de zusters dominicanessen. In 1937 publiceert zij Noorse heiligen, een klassiek werk. Zij neemt deel aan grote maatschappelijke discussies, onder andere over de nazi-ideologie. Van 1940-1945 verblijft zij – wegens de aanwezigheid van de Nazi´s in Noorwegen – in de Verenigde Staten van Amerika, waar zij lezingen geeft over democratie.
Sigrid Undset overlijdt in 1949. Twee jaar na haar dood verschijnt haar biografie over Sint Catharina van Siena. Zij laat een indrukwekkend literair oeuvre na. Voor Noorwegen is zij als het ware een Moeder van de kerk.