et lijkt erop dat wij steeds opnieuw, en tot schade van onszelf en van elkaar, willen vergeten wie we zijn.
Maar het lukt ons niet, niet echt. Wat we verdringen komt altijd weer terug.
Ik kom ze in ieder geval bij bosjes tegen: mensen die blijkbaar het gevoel hebben fundamenteel tekort te schieten, niet goed of mooi of slim of handig genoeg te zijn, zichzelf niet op de juiste manier te kunnen aanprijzen op de relatie- of arbeidsmarkt omdat ze ook te weinig in huis hebben om aan te prijzen. Mensen die je voor geen goud zou willen missen, maar zelf die geloven anderen vooral tot last te zijn.
Als we collectief gaan denken dat onze waarde afhangt van wat we te bieden hebben, waarin kunnen we dan anders leven dan in een fantasiewereld waar we zijn wat we ons dromen: rijk, beroemd, zeker van onszelf en door anderen op handen gedragen.
Al die kinderen die een ster hopen te worden, al die vrouwen die zich spiegelen aan de glamour van celebrities, al die mannen die dromen dat alle vrouwen voor ze vallen – het is alsof we maar niet kunnen geloven dat we zoals we zijn de moeite waard zijn dat we er zijn omdat we zoals we zijn gewild en geliefd zijn, dat we onvoorwaardelijk worden bemind.
Uit de overweging van Erik Borgman op Aswoensdag 2013.