13 Juli 2020

Wat mankeert ons toch?

Ga naar overzicht

Deel op:

et overgrote deel van de Nederlanders heeft weinig benul van wat onze voorvaderen in de vroegere kolonies hebben uitgespookt. Wijbe Fransen o.p. leefde vele jaren op de Antillen en schreef dit artikel 'om ons collectief geheugen een beetje op te frissen’.

Dit artikel verscheen in 2012 op deze website maar is opnieuw relevant geworden.

door Wijbe Fransen o.p.

Dit is een samenvatting van dit volledige artikel: Slavernij op de Antillen – Wijbe Fransen.

De oorspronkelijke ‘Indiaanse’ bevolking van Aruba, Bonaire en Curaçao is na de ‘ontdekking’ van Amerika naar het eiland Hispaniola gebracht, de huidige Dominicaanse Republiek en Haïti. De ‘Indianen’ werden zo slecht behandeld dat er steeds een tekort aan arbeidskrachten ontstond…

Spanjaarden, Portugezen en onze eigen West Indische Comagnie (WIC) begonnen op de Afrikaanse Westkust op mannen en vrouwen te jagen of hen op te kopen. In 1662 kreeg de WIC de leiding in het slaventransport, waarbij de ‘handelswaar’ als vee werd behandeld – of eigenlijk nog slechter. Een derde overleefde de reis niet.

Slavernij: tot 1863!

Curaçao kwam in 1634 in handen van de WIC, tot dat bedrijf in 1791 failliet ging. Toen werd Curaçao met de vijf andere eilanden een Nederlandse kolonie, deel van het koninkrijk. Vanwege haar geografische ligging en goede haven werd Curaçao het centrum en de doorvoerhaven voor de slavenhandel.

slavernijmonument amsterdam

Slavernijmonument in Amsterdam

140 Jaar lang hebben de W.I.C. en daarna de Middelburgse Commercie Compagnie slaven uit Afrika aangevoerd; men schat het totale aantal op een half miljoen. De Nederlandse handel in slaven duurde tot 1803. De slavernij zelf zou in de Nederlandse koloniën pas op 1 juli 1863 afgeschaft worden.

Roomsch

Slavenhutten op Bonaire

Op de eilanden woonden de slaven onder erbarmelijke omstandigheden. In groepen van tien of meer werden zij in huisjes gepropt: hutten van twee bij twee meter. De slaven werkten van zonsopgang tot zonsondergang, tot ze er letterlijk bij neer vielen.

Ik beschik over een kopie van de staat der bevolking van Aruba in 1820. Er woonden toen 1877 mensen op Aruba, onderscheiden in ‘blanken (159), gecouleurden (1510) en swarten (208)’. De meeste swarten waren slaaf, niemand van was gehuwd. Bij ‘godsdienst’ staat dat blanken en gecouleurden ‘Gereformeerd, Lutheriaan, Roomsch of Jood’ waren, terwijl alle swarten (208) Roomsch waren. Het protestantisme was staatsgodsdienst en had toen hoegenaamd geen interesse in de swarten.

Op 17 augustus 1795 vond een opstand plaats op Curaçao, onder leiding van Tula en Karpata. Na twee weken werd de opstand met geweld neergeslagen en werden de leiders en vele anderen op wrede wijze geëxecuteerd. Tula en Basjan Karpata werden aan paarden vastgebonden en meegesleurd, totdat ze stierven.

Dominicanen

Wijbe Fransen o.p.

In 1965 kwam ik als dominicaan naar Curacao. Sinds 1871 waren de Nederlandse Antillen door Rome toevertrouwd aan de pastorale zorg van de Nederlandse provincie der dominicanen. Naast het gevoel in een eeuwige zomer te zijn terecht gekomen, trof mij de armoede van grote groepen mensen.

De sociale ongelijkheid vond een uitlaat in de revolutie van 30 mei 1969, toen een stuk van Willemstad afbrandde, inclusief het huis met archieven van de uit Zwolle afkomstige bisschop M.Holterman. Het Nederlands was – en is grotendeels nog! – instructietaal op de scholen, terwijl het Papiamento de eigen taal van de mensen is.

Wat nu?

Het zou te simpel zijn om te beweren dat alle problemen het gevolg zijn van de slavernij, maar haar invloed werkt ontegenzeglijk nog door. Er is nog een lange weg te gaan! Onlangs vertelde mij een Antilliaanse, die hier al ruim twintig jaar woont, dat haar Nederlandse collega’s haar op het werk wél groeten, maar dat ze haar daar buiten niet zien staan. Wat mankeren wij, Nederlanders, toch?

Klik hier om het volledige artikel als pdf te dowloaden: Slavernij op de Antillen – Wijbe Fransen