orsica is een Frans eiland met een prachtig natuurschoon. Lekendominicaan Karin Bornhijm zwierf er drie weken rond en ontdekte er ook dominicaanse sporen, in Bonifacio.
Filitosa, religieuze sporen op Corsica.
Reeds van de eerste bewoning van Corsica, in de prehistorie, zijn de religieuze sporen te vinden. Een groot deel van de Corsicaanse cultuur is vormgegeven in de tijd dat Genuezen er heer en meester waren. De stadsstaat Genua veroverde Corsica in de twaalfde eeuw en zou er tot midden achttiende eeuw blijven. De nog relatief jonge orde der predikers (gesticht in 1216) had net haar eerste eeuwfeest achter de rug toen zij zich in Bonifacio vestigden.
Bonifacio – Bunifaziu op z’n Corsicaans; een nationalistisch gevoel is nog steeds levend – is een bijzondere plaats die hoog boven op een spectaculaire klif is gebouwd. Het stadje kent een kleine drieduizend zielen en is misschien wel de grootste toeristische trekpleister van het eiland. De citadel is als het ware vóór op de klif gebouwd. Achter het vestingstadje lag vroeger wellicht wat landbouwgrond om het in tijden van beleg uit te houden. Maar in de achttiende eeuw zijn hier een wat grotere gebouwen neergezet, waar lange tijd het vreemdelingenlegioen gehuisvest was.
Én er ligt een kerk: de Santa Dominique. Het is de enige gotische kerk op het eiland en is door de dominicanen gebouwd in 1343. Hij staat op de plaats van een eerdere romaanse kerk en maakte tot de Franse Revolutie deel uit van een kloostercomplex. Nu ligt de kerk in een vreemd no man’s land tussen de stadsmuur en de verlaten en vervallen gebouwen van het vreemdelingenlegioen.
Buiten hangt een vitrine met wat informatie over de vieringen, maar er blijkt nergens uit dat dit nog een bewoonde plek is van en voor dominicaanse mensen. Binnen ziet de kerk er iets anders uit dan de kerken die ik tot nu toe bezocht. Daar was duidelijk zichtbaar dat de Corsicanen door de tijden heen steeds iets aan de kerk hebben toegevoegd. Niet alleen architectonisch (en niet altijd tonerend met de rest) maar ook aan devotionalia, zaken die hen heilig zijn. Daardoor ogen de kerken doorleefd: de kleurrijkheid laat iets zien van wat voor de Corsicanen belangrijk en heilig is. Deze kleurrijkheid ontbreekt in de Santa Dominique.
De grote Italiaanse schilderijen stammen uit de 18e eeuw. Ze zijn zo donker – door teveel wierook en kaarsjes? – dat bijna niet meer te zien is wat er op staat. Toch zijn het voor de goede kijker onmiskenbaar dominicaanse taferelen.
De kerk zit dik onder het (bouw)stof. Enerzijds komt dat ongetwijfeld door de renovatie van een beeldengroep, die in de processie tijdens de Goede Week wordt meegedragen. Maar of al het stof daarmee te verklaren is?
Er staan kerkbanken en stoelen, maar de meesten zijn gammel en zelfs de zitting is helemaal doorgezakt. Wordt deze wat a-centrisch gelegen kerk zoveel door toeristen bekeken of wordt er zo stevig gepreekt dat je van je stoel valt?
Het is een dominicaans spoor dat me achterlaat met allemaal vragen: is de kerk nog wel in gebruik of is het gebouw wellicht onderdeel van een parochieel verband? Aan de vitrine en de processiebeelden zou je kunnen concluderen dat de kerk nog steeds in gebruik is.
Maar het Office du Tourisme heeft in de kerk een filiaaltje. En als je wel eens een kerk hebt schoongemaakt, dan weet je dat het stof niet bij een vitale levende kerkgemeenschap past. Ook de uiteenlopende ‘heiligheden’ van gewone mensen ontbreken.
En waarom hebben de dominicanen ervoor gekozen om zich in Bonifacio te vestigen? Bonifacio is geen universiteitsstad, maar de kerk ligt wel naast een school. Waren ze misschien al actief op Corsica? En waarom en wanneer precies trokken ze hier weg?
Allemaal vragen die misschien beantwoord kunnen worden door degene die dit spoor nog eens tegenkomt op het wonderschone eiland. Wellicht zijn de antwoorden te vinden bij de Corsicaanse dominicanen in Corbara, helemaal aan het andere eind van het eiland: www.stjean-corbara.com.
Klik hier voor de groeiende serie dominicaanse sporen.