ie wint? Wie verliest? Het evangelie vindt die vragen onzinnig.
Sinds anderhalve week weten we wie de grootste is in Nederland. Althans op het gebied van de politiek. Want het was me een zomer wel. Europees kampioenschap voetbal, Olympische spelen, de Paralympics, Tour de France, de Vuelta, Roland Garos, Wimbledon, USA Open, en inmiddels zijn de wedstrijden voetbal voor het wereldkampioenschap al weer begonnen, de eredivisie en nog veel meer.
Het zit kennelijk in onze menselijke cultuur te willen winnen, om al is het maar even beroemd te zijn, boven anderen uit te stijgen. En als het winnen ons persoonlijk niet lukt, dan identificeren we ons met een echte winnaar en treuren we met de verliezer. Heel ons leven wordt soms een spel genoemd, waarin we kunnen winnen en verliezen. De spelen die we doen symboliseren het leven, ze herinneren ons eraan dat het in het leven gaat om het winnen.
Het evangelie draait dit radicaal om. De wereld wordt omgekeerd. Het gaat er niet om te winnen en om niet te verliezen. We worden verlost van de mentale druk, de harde ascetische praktijken. Een last valt van ons af. Het leven is evenmin een wedstrijd om vooral de laatste te zijn, heel het idee van te moeten winnen wordt onderuit gehaald. Een ruzie over de vraag wie de eerste of grootste is, is zinloos.
Fragment uit de overweging van André Lascaris in Huissen, op 23 september 2012.