atharina van Siena kreeg door de eeuwen heen heel wat (bij)namen: radicale feministe, verschrikking van Avignon, schrijvend geweten van de late Middeleeuwen, mystica, heks, fanatiekeling. Sinds 1970 is zij één van de drie vrouwelijke kerkleraren. Een inleiding door Baptiste Tuin o.p.
door Baptiste Tuin o.p.
Catharina leeft in de veertiende eeuw, een periode van grote onzekerheid en verwarring in de westerse maatschappij. Er verandert veel en snel, en als rond 1348 een pestepidemie uitbreekt die hele streken (en ook kloosters) ontvolkt, kan de kerk haar tradities nauwelijks voortzetten.
Het is een van de diepste perioden van verval in de kerk. Religie, machtswellust, politiek en winstbejag lopen dwars door elkaar heen. Paus, curie en bisschoppen leven in weelde, veel priesters en kloosterlingen zijn slecht opgeleid. Buiten de kerk woeden hevige oorlogen en in het oosten rukken de Ottomanen op.
De mystiek beleeft in deze woelige tijd een periode van grote intensiteit met Hadewijch, Hildegard von Bingen, Eckehart, Tauler, Heinrich Suso, Birgitta van Zweden en Jan van Ruusbroec. De mystiek – de onmiddellijke en bewuste ervaring van God – is de drijfveer van Catharina’s optreden.
Wandkleed van zr. Jeanette Lohman o.p.
Democraat en eigenwijs
Catharina wordt geboren in een zeer kinderrijk gezin in Siena. Vader Benincasa is wolverver en politiek actief in een democratische volkspartij de ‘Popolani’. Catharina is een buitenbeentje dat graag alleen is en geldt als een lastige dromer. Als ze huwbaar wordt, verklaart ze tot ontzetting van haar familie dat ze nooit zal trouwen. Ze knipt radicaal haar lange haar af en bindt een hoofddoek om. Ze wil lid worden van de dominicaanse derde orde om zich te wijden aan werken van barmhartigheid.
Maar de zestienjarige Catharina is te jong en te mooi; ze wordt geweigerd. Pas als ze pokken krijgt en daar blijvende littekens aan over houdt, wordt ze toegelaten. Ze ontvangt de dominicaanse kleuren die ze de rest van haar leven zal blijven dragen: de zwarte mantel van de boete en het witte kleed van de vreugde.
Afzondering en visioenen
Na de inkleding kiest Catharina voor volledige afzondering. Drie jaar lang spreekt ze vrijwel niemand. In haar cel van zelfkennis beleeft ze de eerste fase van haar spirituele ontwikkeling – en raakt haar gezondheid aangetast door het keiharde boeteleven dat ze zichzelf oplegt.
Catharina krijgt visioenen, waarvan het mystiek huwelijk met haar Heer en de hartenwisseling heel bekend zijn geworden. Dan verschijnt, na drie jaar, Christus aan Catharina met de nuchtere mededeling, dat nu het heil van de medemens aan de beurt is.
Zorg en mystiek
Catharina wijdt zich met radicaal temperament toe aan de noden van met name melaatsen en stervenden. Ze verzamelt een ‘famiglia’ om zich heen, een min of meer voorname fanclub van religieuze, artistieke, adellijke en politieke figuren, die haar door dik en dun verknocht zullen blijven. Een officiële band of levensregel is er niet, alleen de invloed van Catharina. De dominicanen keuren het rondreizende en her en der werkende gezelschap uiteindelijk goed.
Vanaf 1347 dicteert ze – ze heeft nooit leren schrijven – mystieke teksten als de Dialoog en de Gebeden, én talloze brieven aan vooral kerkelijke machthebbers. In een tijd van ontwakend humanisme en individualisme weet zij – ontwapenend en onweerstaanbaar – dat liefde voor God niet kan leven zonder liefde voor de naaste. Ze is praktisch en liefdevol jegens armen, zieken en zondaars, maar genadeloos en confronterend voor machthebbers.
Gepeperde brieven
Zo schrijft ze aan paus Gregorius XI: ‘Vooreerst moet u in de tuin van de kerk, waarvan u de herder bent, de stinkende bloemen uittrekken, die daar staan vol vuiligheid en stank van opgeblazen trots. Dat zijn de slechte herders en leiders, die de tuin van de kerk verpesten en in verval brengen’.
Catharina pleit voor de terugkeer van de paus uit Avignon naar Rome, de vrede in de Italiaanse steden en voor een nieuwe kruistocht. Vanuit Pisa roept ze in de zomer van 1375 via talrijke brieven aan staatshoofden, edellieden en pauselijke legaten op tot ‘het zoete geheim van de heilige kruisvaart’. Ze wil, heel naïef, dat de hele wereld vredig wordt en doortrokken van Christus’ Geest.
De verdeelde kerk
Dat Catharina paus Gregorius XI heeft bewogen naar Rome terug te keren, is niet helemaal waar. Vanaf zijn pauskeuze in 1370 heeft Gregorius het plan terug te keren naar Petrus’ graf. Wèl speelt Catharina een belangrijke rol door zijn angst en twijfel op te vangen en hem te steunen. ‘Wees alstublieft een man en geen angstige zuigeling!’, schrijft ze hem. ‘Wissel uw melktanden eindelijk in voor een vast gebit!’
Paus Gregorius zet door, al doet hij er zes jaar over. Maar veertien maanden na zijn vertrek uit Avignon sterft hij plotseling. Daarna beleeft de kerk het drama van het westers schisma: een paus (Urbanus VI) én een tegenpaus (Clemens VII). Catharina kan deze verdeeldheid nauwelijks verwerken. Ze blijft trouw aan de wettig gekozen Urbanus, maar die ontwikkelt zich tot een grenzeloos despoot. Catharina stuurt hem gepeperde brieven. ‘Uw onbeheerst optreden verwoest meer dan dat het opbouwt’, schrijft ze. ‘Matig toch de plotselinge opwellingen van uw aard, omwille van Christus.’
Feministe en dominicaanse
Catharina Benincasa is een ongeletterde wolverversdochter, die niet kan lezen of schrijven. Ze leeft in de veertiende eeuw en heeft geen flauw benul van politiek, noch van de rechten van de vrouw in de kerk en de samenleving. Tóch is ze uitdagend weerbaar in alle weerloosheid en impulsiviteit.
Ze treedt op met een zelfbewustzijn dat mensen eeuwen later nog verstomt. Ze neemt het woord in een hiërarchische mannenkerk. En die mannenkerk luistert! Ze spreekt haar eigen – vaak eigenzinnige – woordje mee en met hardnekkigheid, tact en hartig Toscaans herinnert zij de kerkelijke overheid aan de eigen en enige taak, waaraan die de waardigheid ontleent.
Toch ligt het onvergankelijk element van Catharina niet in de weerbaarheid van haar zelfbewustzijn, maar in haar contemplatieve omgang met God. Daaraan ontleent zij haar boodschap, haar licht, liefde en waarheid. Catharina weet die contemplatie en die betrokkenheid op mensen in een natuurlijke harmonie te brengen. Precies dàt is de grond van het dominicaanse devies: ‘contemplari et contemplata aliis tradere’; overwegen en het overwogene aan anderen overdragen.