ary Grohmann (86), het oudste lid van de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland, woonde in zeven landen, was kermisartieste, arbeidster in Berlijn onder de nazi’s, en doceerde uiteindelijk psychologie in de Verenigde Staten en Nederland.
Op 2 mei 2008 publiceerde VolZin een uitgebreid interview met haar, hier volgen enkele fragmenten.
Mary Grohmann werd in 1922 in Berlijn geboren als kind van een ongehuwde Duitse moeder en een vader over wie ze nooit veel meer heeft mogen vernemen dan dat hij 'ergens uit Afrika kwam’. 'Ik heb mezelf nooit een groot doel in het leven gesteld’, zegt ze. 'Ik heb simpelweg steeds gekozen voor wat op dat moment het beste leek.’
Overleven
Tot haar negende was ze heel gelukkig. Toen kreeg ze een stiefvader die haar ernstig mishandelde. Bovendien kwamen de nazi’s aan de macht en werd ze gediscrimineerd. 'Toen kwam de oorlog. Wat moet ik daarvan vertellen? Ik ben in Berlijn gebleven, heb gewerkt in fabrieken. Van de rassenwetten merkte ik niet veel meer, want iedereen was bezig met overleven. Berlijn werd plat gebombardeerd. Ik ben een aantal keren heel dichtbij de dood geweest. Ik herinner me nog heel goed dat we eens met zeven of acht mensen op een veilig geachte plek zaten en er vlakbij ons een bom afging. Iedereen was gewond behalve ik. Wat is dat toch met mij dat ik steeds weer overleefde?’
In Gods hand
Aan het einde van de oorlog leerde ze een Nederlandse dwangarbeider kennen, met wie ze na de oorlog naar Nederland ging. De relatie liep spaak toen bleek dat ze geen kinderen kon krijgen. Grohmann: 'Ik kon mijn scheiding niet verwerken en ben ziek geworden. Juist in die tijd kreeg ik tweemaal een intense religieuze ervaring. Volkomen onverklaarbaar, want met religie had ik me tot dan toe nooit ingelaten.’
'Ik lag op bed, keek uit het raam en zag plotseling een ongelooflijk helder licht. En ik hoorde een stem die zei: 'Je bent in Gods hand’. Dat was thuis in Hilversum. Korte tijd later overkwam me een tweede ervaring, in het ziekenhuis in Laren. Ik was omgeven door licht en een vuur dat niet verbrandde. Opnieuw werd ik vervuld van een bijna ondraaglijk geluksgevoel. Ik heb gehuild en gehuild. Voor het eerst voelde ik: het is belangrijk dat ik besta, het doet ertoe dat ik er ben.’
Carrière
Mary Grohmann trok naar Denemarken en korte tijd daarna naar Zweden, waar ze actief werd in de parochie in Stockholm. Ze kreeg er waardevolle contacten met enkele dominicanen en dominicanessen. In 1947 sloot ze zich aan bij de toenmalige Derde Orde, de dominicaanse lekenbeweging. Daarna studeerde ze in Zwitserland en vanaf 1955 in de VS. 'Van acrobatische danseres tot doctor in de psychologie en directeur van de psychologische dienst van het ministerie van Gezondheid en Welzijn in de staat Kansas, dat is me nog eens een carrière, nietwaar?’
Hier ben ik
In 1972 kwam ze terug naar Nederland, om aan de Nijmeegse universiteit te werken. 'In die tijd ben ik opnieuw veel gaan nadenken over wie God voor mij is. God de Vader? Je kunt je voorstellen dat dat voor mij geen optie is. God de Moeder dan? Die ook niet, want mijn eigen moeder heeft me stenen voor brood gegeven. Ik noem God het liefste 'Iets’.
'Iets’ is niet niets! 'Iets’ is groter dan ik. 'Iets’ is voor mij zelfs groter dan het woordje 'god’. 'Iets’ gaat voorbij aan alle beelden die we van God kunnen maken. Hoe persoonlijk 'Iets’ zich met mij bezighoudt, weet ik niet. Zo dicht als God bij me was tijdens die twee mystieke ervaringen, is hij later nooit meer geweest. Ik bid niet: 'God, help mij!’ of 'Iets, help mij!’. Mijn enige gebed is eenvoudig: 'Hier ben ik’.’
Vragen zonder antwoord
'Ik ben zesentachtig nu, heb wat lichamelijke ongemakken, maar leef nog steeds zoals ik dat altijd gedaan heb. Wat komt, zal ik wel zien, of niet. Ik ben echt nog niet van plan dood te gaan, maar realiseer me wel dat op mijn leeftijd elke dag de laatste kan zijn. Op mijn beste momenten denk ik: na mijn dood zal ik opgaan in het Licht, maar veel daarover nadenken wil ik niet. Ik heb al lang geleerd dat er vragen bestaan waarop geen antwoord mogelijk is.
Ik leef in het hier en nu, probeer hier en nu een goed mens te zijn. Daarbij heb ik nog altijd heel sterk het gevoel dat het ertoe doet dat ik er ben. Ook al kun je zelf concreet steeds minder voor anderen doen, je kunt nog altijd anderen de gelegenheid bieden om aan jou goed te doen, waardoor ook zij kunnen ervaren dat het ertoe doet dat zij er zijn.’
De volledige tekst van het interview van Jan van Hooydonk met Mary Grohmann staat in VolZin, 2 mei 2008.