n zijn woonplaats Berg en Dal overleed op 17 juli 2012 Augustinus Hollaardt, dominicaan en liturgist, op 88-jarige leeftijd.
Augustinus (Adrianus Hubertus) werd geboren op 27 december 1923 in Rotterdam. Hij was de oudste van vijf kinderen. Zijn ouders waren Antonius Hollaardt en Ana Maria Zielhorst.
Aangezien zijn vader een andere functie kreeg in Amsterdam verhuisde Augustinus als elfjarige jongen naar de hoofdstad. Met Amsterdam had hij warme banden. Toen hij er voor koos om de priesteropleiding te gaan volgen, lag bij zijn vader het St. Dominicuscollege voor de hand, aangezien hij daar zelf oud-leerling van was. Augustinus sloot de zes jaar van het college af met het staatsexamen gymnasium A. Reeds in zijn jonge jaren op het St. Dominicuscollege was hij uitvoerig met de liturgie bezig, daarbij ook geholpen door pater L. Verwilst.
Op 17 september 1942 trad in bij de Dominicanen in Huissen. Na het noviciaat, de filosofie in Zwolle en de theologie op het Albertinum in Nijmegen werd hij op 24 juli 1949 priester gewijd. Hij beëindigde zijn theologiestudie met zijn lectoraatsscriptie ‘De bronnen van de Dominicaanse Goede Week-liturgie’.
Over Augustinus is niet te spreken zonder de liturgie daarbij te betrekken. Had hij gehoopt om geschiedenis van de theologie en spiritualiteit, met name de uiterlijke manifestaties van het geloof, waaronder de liturgie, te mogen gaan studeren, het werd een studie Frans en Spaans. Er was nl. een gekwalificeerde leraar op het college nodig.
Aan het einde van het eerste jaar werd hem het advies gegeven om een tijd naar Frankrijk te gaan om het Frans goed te leren spreken. Hij kwam terecht in Flavigny-sur-Ozerain in het bisdom Dijon. Hij werd daar kind aan huis. Tot een paar maanden geleden hield hij het vol om daar jaarlijks een keer of zes naar toe te gaan, pastorale hulp verlenend aan de pastor ter plekke, die acht parochies moet bedienen. Hij werd daar zeer gewaardeerd.
Al tijdens zijn studie Frans en Spaans mocht hij na zijn kandidaats ook liturgie gaan studeren. Hij deed dat zes jaar lang bij Cees Bouman. Hij heeft daarna bij vele opleidingen les gegeven: bij de Augustijnen, de Kruisheren, de Scheutisten, de Slangenburg etc. Hij was zeer actief betrokken bij de uitgave van het Liturgisch Woordenboek.
Van 1970 tot 1992 was hij als studiesecretaris/ wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Nationale Raad voor Liturgie. Zeer veel artikelen schreef hij voor het Tijdschrift voor Liturgie, waaraan hij eerst als lid van de adviesraad en later als zeer trouw en actief lid van de redactie verbonden was. Toen het Albertinum door de Dominicanen verlaten werd, verhuisde hij met acht van de medebroeders naar het Mariaconvent in Berg en Dal.
Augustinus was een man met een encyclopedisch geheugen. Op zeer veel vragen kon hij een antwoord geven. Lange tijd was hij in staat om mooie en kernachtige verhalen aan zijn medebroeders te vertellen. Hij was een man met een brede belangstelling. Hij onderhield ook warme contacten met zijn familie.
Na zijn laatste bezoek aan Flavigny, een paar maanden geleden, kwam hij dodelijk vermoeid terug. Al droomde hij nog van een verbetering, ineens was hij een uitgeputte man, die zijn leven terug moest geven.
Na een korte periode van ziek-zijn overleed hij op 17 juli 2012 in het Mariaconvent van Berg en DalWij mogen dankbaar zijn voor zijn leven onder ons.
Moge hij nu in Gods vrede zijn!