idden in het schilderachtige Leuven staat een foeilelijk gebouw, dat de Belgische en Nederlandse dominicanen aan het ombouwen zijn tot een internationaal studiehuis: een cadeau aan de Orde.
door Arjan Broers
Leuven is een sfeervolle oude stad, waar in 1425 de eerste universiteit van de Nederlanden werd gesticht. Geen wonder dat de Orde der Predikers, in de 13e eeuw begonnen in universiteitssteden, hier graag aanwezig wil zijn.
Philippe Cochinaux OP, prior
Toen de Belgische en Nederlandse broeders over hun fusie gingen spreken, ontstonden er ook plannen voor de toekomst. Want de dominicanen willen niet alleen krimpen, maar ook levensvatbare en relevante projecten starten.
In de zomer van 2022 begon een nieuwe gemeenschap in Leuven. De Nederlandse broeder Richard Steenvoorde begon als prior, maar keerde eind 2022 om persoonlijke redenen terug naar Rotterdam. Daarna is broeder Philippe Cochinaux gekozen tot prior. Hij was net afgezwaaid na twee termijnen (acht jaar) als provinciaal van de Belgen en bracht veel bestuurlijke ervaring mee. Hij combineert de functie met een aanstelling als bisschoppelijk vicaris in Luik.
Begin 2024 telt de communiteit 13 medebroeders. Vijf Belgen, twee Nederlanders en broeders uit Egypte, India, Italië, Finland, Schotland en Polen. Ook wonen er twee zusters, uit Congo en Frankrijk.
Een cultuur van solidariteit
Anders dan de Nederlandse dominicanen hadden met name de Franstalige Belgen al ervaring opgedaan met internationalisering. In 2000 begonnen ze een Europese gemeenschap in Brussel. ‘In de jaren 80 kwamen er al medebroeders uit Afrika en Zuid-Amerika hier studeren’, vertelt Philippe. ‘Toen ik zelf intrad wist ik dat ik lid werd van een internationale orde. Dat hoort bij het dominicaan zijn.’
Tien jaar geleden hoorden de Vlaamse en Nederlandse broeders tot de oudsten ter wereld. In 2015 gingen de Franstalige en Nederlandstalige Belgen samenwerken. De provincie Vlaanderen werd eerst een vicariaat en ging in 2018 helemaal samen met Franstalig België. In die jaren werd de deur verder opengezet voor broeders uit andere delen van de wereld. In 2021 volgde de fusie met Nederland, dat nu nog als vicariaat enige zelfstandigheid heeft, maar op termijn helemaal zal opgaan in de Belgische provincie.
Leuven, ravenstraat. 0het rechtse deel van het complex is van de dominicanen
‘Toen we gingen samenwerken, wilden we een cultuur van solidariteit bouwen’, vertelt Philippe. ‘De orde heeft bijvoorbeeld in India en Vietnam veel roepingen. Wij kunnen hen steunen, zij kunnen ons helpen. We wilden geen liefdadigheid, zoals vroeger, maar onderlinge steun.’ En dus wonen er inmiddels broeders uit India (3), Vietnam (4), Polen (3), Congo (3), Frankrijk en Portugal in België. In Rotterdam woont al enige tijd een Poolse broeder en sinds kort ook een Indiase.
Een dominicaanse kern die je herkent
Ondanks de culturele verschillen gaat het samenleven tamelijk gemakkelijk, vind de prior van Leuven. ‘We hebben allemaal dezelfde opleiding, er is een dominicaanse kern die je herkent in elkaar.’ Waar dat mee te maken heeft? Liefde voor studie, verlangen te verkondigen, zin in broederschap. ‘En een cultuur van democratie, van overleggen en stemmen. Dat kennen we allemaal.’
De studenten zijn tussen de 25 en 45 jaar. Ze zijn noodzakelijkerwijs passanten en trekken na twee tot vijf jaar weer verder. ‘Het zou een slecht idee zijn als de studenten allemaal hier zouden blijven’, zegt broeder Philippe. ‘Dan stuurt geen provincie haar studenten nog hierheen.’
Daarom zijn er sinds september 2022 vijf medebroeders in de communiteit die niet studeren, maar werken. ‘Daarnaast heb je ook oudere medebroeders nodig voor een gezonde communiteit’, zegt Philippe. ‘Ervaring als kloosterling en als mens, zoals de recent overleden Piet Magnin dat bracht in de destijds nieuwe gemeenschap van Rotterdam.’
01 — 03
het klooster bevat vooralsnog veel onbestemde ruimtes. de grote bibliotheek wordt ontmanteld.
Het grote voordeel van Leuven is dat broeders er kunnen studeren en er zowel een kerkelijk als een burgerlijk diploma kunnen halen. Niet alle landen erkennen het kerkelijk diploma. De voertaal in de communiteit is Engels, zoals besloten door het kapittel van de nieuwe provincie.
De sfeer in de nieuwe communiteit is goed, vindt de prior en merkt ook deze verslaggever. De dominicanen van Leuven hebben al meer dan dertig jaar een eigen kok, op zondag koken de broeders zelf. Afgezien van één poetshulp doen de broeders en zusters alles zelf. Op termijn kunnen er nog vijf bewoners bijkomen, studenten maar wellicht ook een broeder die een sabbatical wil houden.
Een wonderlijk gebouw
Buiten op de gevel staat nog met heel grote letters: ‘Paters dominicanen’. De nieuwe communiteit is gevestigd in een wonderlijk gebouw, dat een beetje lijkt op een kasteel maar dan uit de jaren 60, met een grote parkeergarage eronder. Een deel van het complex is al eerder afgestoten. Het is moeilijk overzicht te krijgen, in ieder geval voor deze bezoeker in donker december.
Het complex bestaat uit twee torens, waarvan een vooral gemeenschappelijke ruimtes bevat om te wonen, koken, vergaderen. Ook de kantoorruimte van het provincialaat is hier gevestigd. De andere toren bevat vooral kamers. De kapel is in het lage deel van het gebouw.
‘We hebben gezocht naar een alternatieve locatie’, zegt br. Philippe. ‘Maar deze plek ligt zo centraal, vlakbij stadhuis en station, en de bibliotheek van de universiteit. Alle andere beschikbare gebouwen waren zo oud, dat ze veel te duur waren om te renoveren.’
01 — 03
broeders en zusters in het avondgebed, centraal de nederlandse dominicaan augustinus aerssens (1), de kapel in stilte (2), buitenaanzicht (3)
Door de grootscheepse verbouwing blijft het echter ook behelpen. ‘De lift is net voor het eerst na zes weken weer in functie’, zegt de prior met een grimas. Op termijn is een van de twee torens bestemd voor de huisvesting van studenten uit de stad. De Belgen hebben ervaring opgedaan in de Franstalige universiteitsstad Louvain-la-Neuve. Daar is rondom het klooster Albert le Grand en de pub BlackFriars een studentengemeenschap ontstaan.
Voorlopig echter vraagt de opbouw van de gemeenschap en de renovatie de meeste aandacht. De meeste kosten worden opgebracht door de Belgische en Nederlandse dominicanen. ‘Dit internationale studiehuis is onze dienst aan de orde’, zegt br. Philippe. ‘Hier kunnen dominicanen universiteit en kloosterleven combineren.’
01 — 02
het grootste deel van de huidige gemeenschap bij de avondmaaltijd (1) en de keuken (2)