n de orthodoxe kerken heet het wel de 'ontslapenis’ van Maria. 'De Tenhemelopneming beleven is accepteren dat iets groters dan onszelf in het diepst van ons wezen zit en ons draagt.’ Een mijmering van provinciaal Didier Croonenberghs OP.
Overgenomen uit Paullus, tijdschrift van de dominicaanse Pauluskerk Antwerpen. Lees hier het hele nummer.
Didier Croonenberghs OP
Waarom zeggen we dat Maria al bij God is, in lichaam en ziel? De kerk mag dan wel beweren dat dit een dogma is, maar waarschijnlijk vindt de overgrote meerderheid deze uitspraak nauwelijks geloofwaardig. En als we ze al aanvaarden, zien we niet in wat dat voor ons betekent.
Maar een dogma is geen aanslag op de menselijke rede: het spreekt alleen als het iets over ons leven onthult. In die zin is de Tenhemelopneming een mysterie dat geen rationele antwoorden biedt, maar existentiële vragen stelt. Is 15 augustus gewoon een heropleving van de cultus van de moedergodin die in veel religies voorkomt? Is de Tenhemelopneming er om meer ‘vrouwelijkheid’ te brengen in een al te mannelijk instituut?
De kwestie ligt subtieler. Dit feest spreekt over ons, over onze menselijke bestemming die in God is vastgelegd. Ondanks onze tegenstrijdigheden, ondanks het feit dat we niet weten wat er na onze dood gebeurt, gaat het erom dat we de moed hebben nederig te zijn.
Ware nederigheid aanvaardt, net zoals Maria, dat we deel uitmaken van een groter verhaal, een verhaal dat we niet beheersen en dat verder gaat dan wij. Het is het verhaal van God dat voortgezet wordt na onze dood en dat ons daarin verwelkomt. We moeten accepteren dat we niet door onszelf worden grootgebracht, maar door God en anderen.
Maria keert alle logica om: ze staat centraal, in het hart van Gods belofte
Wat bijzonder is in het Magnificat – de hymne in het evangelie – is dat Maria zichzelf in het middelpunt van Gods werk ziet. Haar nederigheid zet haar niet opzij, buitenspel. Ze staat precies in het midden! Maria, de nederige dienares, keert dus alle logica om: ’De machtige heeft aan mij zijn wonderen gedaan’, zegt ze. Ze staat centraal, in het hart van Gods belofte.
Door haar nederigheid ontdekt ze Gods werk in het hart van haar leven. Nederigheid betekent dus niet dat je jezelf moet vernederen. Het betekent een hoog en accuraat bewustzijn van zichzelf te hebben, zijn sterke en zwakke punten kennen. Nederig zijn is deze God in ons verwelkomen die groter is dan wij!
Nederig zijn zoals Maria, betekent niet aan de kant gaan staan. Door haar vertrouwen biedt Maria ons een prachtige weg van nederigheid, dat wil zeggen een weg van dankbaarheid voor alles wat we ontvangen hebben. In die zin is ‘wezen van de opneming’ worden, vrij zijn. Het is om onszelf te bevrijden van ons ego. Om vrij te zijn, moeten we aannemen en verwelkomen wat we niet voor onszelf hebben gekozen: onze taal, onze genen, onze opvoeding, onze ouders.
Meister des Aachener Marienlebens, Keulen, ca 1485. Museum Aachener Domschatz
Wie deze weg van bevrijding niet volgt, kan in de verleiding komen om het leven te ondergaan, om te overleven. En zeggen: “Het is mijn lot. Ik kan er niets aan doen”. Maar Maria’s weg inslaan is in haar leven een grotere horizon ontdekken dan die we onszelf geven. Een echte vrijheid ontdekken.
De Tenhemelopneming beleven is dus eenvoudigweg het leven opnemen. Hoogte in je leven zetten. Kijken naar je leven met de ogen van vertrouwen en niet van verdenking. De Tenhemelopneming beleven is accepteren dat iets groters dan onszelf in het diepst van ons wezen zit en ons draagt; het is erkennen dat ons leven wordt bezocht door degene die wonderen doet.
Dit feest nodigt ons uit om zwanger te zijn van God
De orthodoxen noemen dit feest de Ontslapenis van Maria. In slaap vallen betekent vaak loslaten. Niet controleren. Vertrouwen op iets groters: ‘God geeft het immers (aan) zijn beminden in de slaap’ (Psalm 127,2)! Dit feest nodigt ons niet uit om in de wolken te klimmen, maar om zwanger te zijn van God, om ons te laten bewonen door Zijn aanwezigheid.
Een dominicaanse mysticus, Johannes Tauler, heeft het over “God in ons brengen”. Maria geloofde niet in een wonderlijke God, maar in een God die wonderen doet. Een God die ons op deze aarde bezoekt om te verhogen —op te hemelen— wat verlaagd is. Dit is de radicale bekering die we moeten beleven. In veel situaties, als onze handen leeg zijn, of onze toekomst hopeloos, kan ons hart gevuld worden met iets groters dan we ons voorstellen.
Didier Croonenberghs OP
is pastoor van de Pauluskerk in Antwerpen en provinciaal overste van de dominicanen in België en Nederland.