e bioscoophit Barbie bevat verrassende katholieke echo’s, schrijft dominicaan Richard Steenvoorde in Katholiek Nieuwsblad. Pas op! Dit artikel bevat spoilers!
De soundtrack van de zomerfilm Barbie, gezongen door Billie Eilish, doet vermoeden dat de film meer is dan een subversieve feministische komedie waarin krachtvrouwen ontdekken dat ze eigenlijk net zo onderdrukkend zijn als mannen, en daar wel vrede mee lijken te hebben.
“What am I made for?” zingt Eilish, en komt daarbij dicht bij de eerste vraag uit de oude catechismus: waartoe zijn wij op aarde? Aan de hand van drie scenes wil ik betogen dat Barbie (en Ken) ons uitdagen tot een bespiegeling op ons eigen leven.
Barbie ziet zichzelf als het ultieme rolmodel, ze kan alles. Ze verwacht daarom met open armen en veel dankbaarheid te zullen worden ontvangen in de echter wereld. Ze verheugt zich al op de complimenten van alle vrouwen en meisjes in de wereld voor haar voorbeeldfunctie.
Onwillekeurig dringen zich de woorden op uit het Magnificat van Maria, “van nu af prijst ieder geslacht mij zalig” (Lk 1:48). Maar eenmaal aangekomen in de echte wereld blijkt het tegendeel het geval.
Een tiener, Sasha, houdt haar voor dat Barbie als rolmodel voor veel vrouwen een ramp is. Ze heeft geleid tot een zelfhaat tegen het eigen lichaam onder vrouwen, onrealistische verwachtingen over maatschappelijke kansen, en draagt daarmee indirect bij tot een fascistische onderdrukking door de commerciële partijen, in dit geval door de mannen van speelgoedfabrikant Mattel.
De boodschap is helder: dat wat door mensen is bedacht, is nooit zo onschuldig als het er uit ziet en zeker niet zaligmakend, integendeel.
Het klinkt bijna als een pastiche op de spiritualiteit van Johannes van het Kruis
De meest poëtische woorden in de film komen uit de mond van Ken als hij tegen Barbie zegt: “Ik besta slechts in de warmte van jouw blik.” Maar Barbie voelt er niets voor, en meent dat Ken moet leren om “gewoon Ken” te zijn, zonder te leunen op haar.
Dat betekent volgens Barbie dat Ken alles moet loslaten wat niet Ken is om zo te komen tot zijn eigen zelf. Het klinkt bijna als een pastiche op de spiritualiteit van Johannes van het Kruis: om te worden wie je bent moet je eerst door alles heen wat je niet bent. De cynische kijker weet dan al: Ken zonder Barbie is niets, want commercieel niet interessant.
Dat is misschien genoeg om een bioscooppubliek even stil te krijgen, maar is klein bier vergeleken met de keuze van Maria. In het verhaal van de annunciatie (Lukas 1: 26-38) staat voor Maria alles op het spel: haar reputatie (ze is maagd), haar aankomende huwelijk met Jozef, haar toekomstige status als gerespecteerde vrouw en moeder in het Palestina van de eerste eeuw.
Een zwangerschap voor het huwelijk zou het einde betekenen van die toekomstdromen, verstoting en wellicht zelfs steniging. Om op zo’n moment te kunnen zeggen tegen de boodschapper van God “mij geschiedde naar uw woord,” betekent letterlijk alles loslaten van wat jij denkt dat jou jou maakt, om de mens te kunnen worden die geliefd is in Gods ogen: de mens die alleen kan bestaan in de blik van haar Schepper. Zoals de apostel Paulus preekte op de Agora, slechts in Gods blik “leven wij, bewegen wij ons en zijn wij” (Handelingen 17:28).
Aan het einde van de film verzucht Barbie “I want to do the imagining, not be the idea.” Ze wil meedoen aan het creatieve proces, mee de echte wereld vorm geven, in plaats van te leven met de uitkomsten die door anderen (voornamelijk mannen) zijn bedacht.
Eenmaal in de echte wereld aangekomen, maakt de film een interessante draai. Barbie bezoekt de gynaecoloog. Daarmee beantwoordt de film, zonder al te veel woorden, de vraag van de titelsong: What was I made for?
Om medeschepper te zijn, om mee de wereld vorm te geven, is een mens geroepen om het leven door te geven (Genesis). En dat betekent ook dat je moet leren om stil te kunnen staan, omdat niet langer alles om jou draait. Je hebt niet langer een tijdloos concept, maar een sterfelijk schepsel. Zoals een personage eerder in de film al opmerkt “moeders staan stil, zodat hun dochters kunnen zien hoever ze al gekomen zijn.”
Wie had dat gedacht: Barbie – de spirituele blockbuster van het jaar!
Ik denk dat deze boodschap mensen onverwacht geraakt heeft: in stilte en met een peinzende blik verlieten na afloop veel bezoekers om mij heen de zaal.
Het Tweede Vaticaans Concilie houdt ons voor dat de vreugde en de hoop en het verdriet en de angst van de mensen ook te vinden zijn in het hart van de Kerk. En omgekeerd, zou ik willen toevoegen dat de vragen van de kerk (waartoe zijn wij op aarde) ook nog steeds leven in de wereld. De Barbie-film biedt dus genoeg aanknopingspunten voor de gelovige kijker om je eigen leven eens onder de loep te nemen, en om het gesprek met anderen aan te gaan.
Wie had dat ooit gedacht: Barbie – de spirituele blockbuster van het jaar!
Richard Steenvoorde OP