Toch is er voor mij bij dit alles een maar’, schrijft Erik Borgman als reactie op de lezing over Maria van Richard Steenvoorde OP. Een overpeinzing over de barmhartige blik van Maria.
door Erik Borgman OP
Toch is er voor mij bij dit alles een maar. Als Richard spreekt over het Salve Regina, de gezongen ode aan Maria waarmee de completen meestal afsluiten, het kerkelijke gebed voorafgaand aan de rust van de nacht, dan wijst hij erop dat het enige dat het gebed van Maria vraagt, is dat zij Jezus laat zien.
Zo eindigt de tekst inderdaad: ‘toon ons, na deze ballingschap, Jezus, de gezegende vrucht van uw schoot. Maar het punt is: dat is na onze verlossing uit wat de tekst noemt ‘dit tal van tranen’. In het tranendal van het leven vraagt de tekst Maria op ons haar barmhartige ogen te slaan.
Zoals het feit dat wij uiteindelijk leven van Gods barmhartigheid niet betekent dat wij in ons dagelijks leven niet zouden leven van de barmhartigheid die wij elkaar bewijzen, zo betekent het feit dat Maria de overtuiging belichaamt dat Jezus ons toegang geeft tot het ware leven, niet dat zij op haar beurt niets te geven zou hebben.
Haar door de genade met barmhartigheid gevulde blik met name.
Lees de hele column via de website van het Utrechtse Huis van Dominicus. Klik hieronder voor het verhaal van Richard Steenvoorde.
Zie hier het Mariabeeld in de tuin van het Huis van Dominicus in Utrecht, waarvan in de column sprake is.