e befaamde componist en lekendominicaan James MacMillan noemde zijn vijfde symfonie 'Le Grand Inconnu’, De Grote Onbekende. Het is een verklanking van de zoektocht naar de Heilige Geest. Zijn Nederlandse medezuster Jacqueline Huizinga deelt haar luisterervaring.
door Jacqueline Huizinga OP
Van de drie christelijke hoogfeesten is Pinksteren veruit het minst bekend. Heeft het te maken met het seizoen? Naar buiten, in plaats van in de Heilige boeken! Of heeft het te maken met het feest zelf, de betekenis ervan? Heilige Geest, het blijft lastig te duiden.
Vorige week hoorde ik de vijfde symfonie van James MacMillan. deze symfonie heet uitdagend: ‘Le Grand Inconnu’, De Grote Onbekende. Hij heeft de zoektocht naar de Heilige Geest in deze symfonie verklankt.
Het concert is nog(maals) te beluisteren via NPO Klassiek (nporadio4.nl). Hieronder in dit bericht staan oudere opnamen. Het programmaboekje van het concert staat hier.
In een interview na de uitzending vertelde MacMillan dat deze symfonie hem na aan het hart ligt. Het componeren verliep zo anders dan hij gewend was. Hij begon eraan zonder vooropgezet plan of structuur, het overkwam hem. Dit is Kunst die meer dan maken is, het gaat over ontstaan, en over de wording van muziek. Dat is bijzonder, des te opmerkelijker dat de kunstenaar zich er zelf over verwondert.
Het is niet zo dat ik de muziek van MacMillan altijd mooi vind, al ben ik wel een bewonderaar. Die bewondering komt doordat zijn muziek me toch steeds onder de huid kruipt, me raakt en iets in me wakker maakt. En dat gebeurde ook nu. Ik was er helaas niet live bij, maar aan het applaus te horen op de radio moet het een magistrale belevenis geweest zijn. Ook via de radio nam deze muziek me mee in het mysterie van de Heilige Geest.
‘Ik denk dat componisten werktuigen van het goddelijke zijn'
MacMillan begon zijn loopbaan als kerkmusicus en lekendominicaan in de parochie St. Columba Glasgow. Dat is hij allang niet meer, maar in zijn muziek verkondigt hij nog steeds een boodschap.
‘Ik denk dat componisten werktuigen van het goddelijke zijn. Componisten vangen een glimp op, geen visuele glimp maar een spirituele… De componist moet die tot leven brengen, bijna als een soort spiegelbeeld van de schepping van de kosmos. We zijn spiegels van God, de schepper van alle dingen, we proberen hem te imiteren door ruimte te geven aan zijn geluidsbeeld’. Dat zei hij tegen Lucette Verboven in Ongewone Wegen. Gesprekken met rondtrekkende predikers (2012).
Die spiegeling van de schepping verklankt hij in afwisseling van scherp schurende klanken en serene melodieën. Dat vind ik niet altijd mooi, maar ik hoor het reliëf van het leven zelf, op ongenade of genade.
De muziek van MacMillan begeeft zich op het snijvlak van creativiteit en doorleefde spiritualiteit. Le Grand Inconnu is een indrukwekkende symfonie, ingetogen en uitbundig. De teksten komen deels uit de Bijbel, en deels van Johannes van het Kruis. Het koor vervult geen bijrol bij het orkest maar is wezenlijk deel van de instrumentatie.
Zoals vaak wanneer een muziekstuk een titel heeft, stuurt dat de luisterervaring. Ook hier. De Heilige Geest ontvang je niet op een presenteerblaadje. Hier klonk een zoektocht naar de Grote Onbekende in klank en tekst. Het mysterie wordt aangeraakt, niet opgelost.
De symfonie is opgebouwd in drie delen, die de oerelementen van de Heilige Geest vertolken.
Het eerste deel van de symfonie verklankt Lucht. Bijna onhoorbaar begint de symfonie, met zangers die ademen… Als ervaren zanger weet ik dat lucht, adem de basis is van alle klank. Adem is de basis van leven. En gaandeweg komen klank en tekst: Ruach, Pneuma, Spirit! Dit gaat over de wording, het ontstaan van leven, van muziek, en hoe het een het ander vervult. Het leven de muziek, de muziek het leven.
Het tweede deel begint parelend, als druppels opspattend uit een heldere en snelstromende beek. Verfrissende klanken. Mayim Chayim, levend water, Zao, Aquam viventem. ‘Laat wie dorst heeft bij Mij komen en drinken. rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in Mij gelooft’, zo zegt de Schrift (Joh 7, 37-39).
Het derde deel Igne vel Igne is het meest mysterieuze. Het verklankt brandend vuur in het hart van Johannes van het Kruis, het verlangen dat een wond slaat. Er klinken woorden uit het Veni Creator spiritus toegeschreven aan Rabanus Maurus (780-856): ‘Wellende Bron, vuur, liefdegroet en zachte zalving voor de ziel’. En dat alles in een waaier aan klanken. Het stuk eindigt met een raak woord uit de eerste Tessalonicenzenbrief: ‘Doof de Geest niet uit’.
Dat zal niet zo snel gebeuren, na dit stuk. De Heilige Geest blijft de grote onbekende. Opnieuw is de muziek onder mijn huid gekropen, met het mysterie van de Geest.
Deze symfonie is geworden in de ontvankelijkheid van de kunstenaar
Aan het applaus te horen was het publiek diep geraakt. Al zijn zij vast niet allemaal religieus of christelijk, MacMillan heeft hen meegenomen in zijn zoektocht naar de grote Onbekende. Er was geen structuur, geen vooropgezet plan. Deze symfonie is geworden in de ontvankelijkheid van de kunstenaar. Verkondiging van of door de Heilige Geest.
Ik ken haar nog niet, nochtans is zij de grote onbekende. Maar deze symfonie heeft mijn ziel lucht (ruimte), water (frisheid) en vuur (hartstocht) laten ervaren.
Veni Creator Spiritus. Laat maar klinken, laat maar waaien, laat maar stromen, laat maar branden. Doof de Geest niet, voor zij komt, voor je haar kent. Dat het Pinksteren wordt.
Jacqueline Huizinga
lekendominicaan
Het concert is nog(maals) te beluisteren via NPO Klassiek (nporadio4.nl)