Kennelijk staat Jezus een samenleving voor ogen van onderop.’
Lees het evangelie van vandaag
Matteüs 25, 31 – 46
Het is de laatste rede van Jezus van Nazareth: Hij die aan het einde der tijden aan mensen zal vragen of ze een helper zijn geweest voor wie geen helper hadden, voor de minsten van de mensen.
Nog één keer wil Hij het duidelijk maken:
Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan.
Woorden die ongetwijfeld vaak geciteerd zijn, maar altijd weer met kracht áánkomen. Kennelijk staat Jezus een samenleving voor ogen van onderop: de geringsten van zijn zusters en broeders: heel die rij van hongerigen, dorstigen, naakten, zieken en gevangenen.
En wij – ik – kan me afvragen: ben ik een stuk brood voor anderen, een beker water, een warme jas, een dak boven het hoofd, een vierkante meter veiligheid, zeker in deze tijd van aardbevingen en oorlog?
Emmanuel Levinas stelt in zijn artikel over het menselijk gelaat: Iedere naaste heeft een naaste.
Ik vermoed dat Jezus het destijds zó wel bedoeld zal hebben.
Baptiste Tuin
Dominicanes van Voorschoten