e dominicanessen van Voorschoten vonden in nog geen vier jaar tijd een weg om hun moederhuis in hun geest toekomst te geven. 'Als wij onze ogen sluiten, dan is het hier in goede handen.’
Zr Regina Plat OP
Eigenlijk is het ongelofelijk, bij zo’n groot vraagstuk in zo’n klein land dat gek is op procedures. Zuster Regina Plat, overste van de dominicanessen van Voorschoten, voelt zich wat onthand nu het meeste werk is gedaan: Huize Bijdorp werd in december overgedragen aan een erfpachter, in januari werd dat gevierd.
Het is helemaal ongelofelijk als je je realiseert dat zich in die 3,5 jaar van voorbereiding ook nog een coronacrisis afspeelde. Een virus dat in Voorschoten ongenadig toesloeg. In totaal zaten de zusters, broeders en burgerbewoners in die periode een kleine 3,5 maand op hun kamers in quarantaine. Een vreselijke tijd met zeven sterfgevallen in 2020. In 2021 overleden, niet aan corona, opnieuw zeven zusters.
Zuster Regina vergeet het nooit meer. ‘Ik ben overste, dus ik wilde naar de stervenden toe’, vertelt ze. ‘Helemaal in een beschermend pak gekleed. Na de dood werden de lichamen snel ingepakt en gekist. Met dominicaan Piet Magnin deed ik de begrafenis, de zusters en paters zagen het op tv op hun kamers. Verschrikkelijk was het.’ Het was ontroerend om te zien wat er gebeurde toen de quarantaine eindelijk was opgeheven. ‘De meeste zusters gingen meteen naar het kerkhof, naar de graven van degenen van wie ze geen afscheid hadden kunnen nemen.’
Achter het kerkhof het deel van Huize Bijdorp dat zal verdwijnen.
De graven van de zusters blijven, ook als de laatste van de nu nog 27 leden van de congregatie is overleden. Maar de zorg van de zusters voor hun nalatenschap is veel groter dan dat, en hun aanpak is nogal inspirerend.
Huize Bijdorp is niet ‘gewoon’ een klooster, het is het moederhuis van de congregatie van de H. Catharina van Siëna, die in 1841 werd gesticht in Rotterdam. Sinds 1876 was het moederhuis gevestigd op de mooie Buitenplaats Huize Bijdorp in Voorschoten.
De dominicanessen van Voorschoten bouwden vooral mee aan onderwijs, ziekenzorg en sociaal werk, zowel in Nederland als op de Antillen. Bijna 1400 namen staan er op het grote gedenkbord in de hal. Veel van de laatste zusters zijn negentig jaar of ouder.
In de hal van Huize Bijdorp zijn alle namen van de overleden zusters te lezen.
De zusters dachten al langer na over hun voltooiing. Ze wisten heel goed dat ze hun moederhuis en het landgoed niet wilden verkopen aan de hoogste bieder. ‘We willen hier geen dure villa’s of hotels’, zegt zr. Regina. ‘Het moet passen bij de doelen waar wij ons leven aan gewijd hebben.’
De zusters zochten vanaf het begin het overleg. Onderling, door het samen te hebben over wat ze nodig hebben op hun levensavond, maar vooral samen met de buurt. Zr. Regina: ‘We belegden een informatieavond met ruim tweehonderd bezoekers en vroegen mensen of ze mee wilden denken. Daar tekenden zo’n zestig mensen op in!’
Zo kwamen de centrale waarden van de zusters voor het toekomstplan tot stand: in overleg met omwonenden en toekomstige gebruikers. ‘Wij deden als bestuurders mee met die gesprekken’, zegt zr. Regina. ‘Niet als gespreksleiding, maar als deelnemers. De geformuleerde waarden zijn ook voor niet-gelovige mensen te verstaan: jong en oud, nabijheid, geborgenheid, natuur en zingeving. Die waarden zijn leidend geworden voor het toekomstplan voor de buitenplaats.’
De congregatie was al gaan samenwerken met zorgaanbieder Marente, die voor de verpleeghuiszorg in het complex zorgt. Ze zocht na een selectieprocedure samenwerking met investeerder De Vrije Blick, waarvan woningbouwcorporatie De Sleutels een samenwerkingspartner is. De Vrije Blick heeft zich toegelegd op langdurige betrokkenheid bij vooral monumentale panden, zoals het oude seminarie van Warmond.
De langgerekte buitenplaats Huize Bijdorp ligt in een zeer druk stuk Randstad. Het plan dat gemaakt is houdt het terrein open en maakt het toegankelijker voor de buurt.
Aan de ene kant van het terrein, waar hoge bomen staan, komen twaalf koopwoningen te staan in wat een park blijft. Het oudste en monumentale deel van het moederhuis blijft staan, maar het nieuwere deel wordt gesloopt. Er komt nieuwbouw van een aantal bouwlagen waarin zorg, seniorenwoningen en sociale huur, middel-dure en dure huur wordt gecombineerd. Er ontstaat een binnentuin, bijna als een kloosterhof. De kleine boerderij, de boomgaard en de grote open velden naar het water van de Vliet blijven bestaan.
‘Het zal best nog eens moeilijk worden de komende vier jaar, als hier volop gebouwd wordt’, verwacht zuster Regina. ‘We zullen allemaal verhuizen naar het oude deel. Het is maar de vraag hoeveel van ons er nog zijn als het allemaal af is. Maar misschien zijn we allemaal zo nieuwsgierig dat we het nog even volhouden…’
De overste zocht de afgelopen jaren met haar bestuur voortdurend overleg met alle betrokkenen: gemeente, omwonenden, zorgaanbieder, de corporatie en de eigen zusters en de ‘burgerbewoners’ van het moederhuis.
Peter Meijs
Daarin was de rol van directeur Peter Meijs cruciaal. ‘Zonder hem was dit nooit gelukt’, zegt zr. Regina. ‘Toen hij net bij ons was zei iemand van de gemeente al tegen me: “Jullie hebben goud in handen”. Het is ongelofelijk wat hij bij elkaar heeft gebracht.’ Peter Meijs werd bij de plechtige overdracht van de sleutels op 11 januari ook speciaal bedankt door de gemeente Voorschoten.
Ondanks alle overlegrondes werden er toch procedures opgestart tegen de toekomstplannen, uit zorg voor de monumentale bomen en de monumentale gebouwen. Dat was schrikken, want zulke procedures kunnen jaren duren. Toch werden de procedures teruggetrokken, omdat de zorgvuldigheid van het plan werd erkend. Soms na veel en intensief overleg.
‘Iedereen is blij dat de waarde van het terrein blijft’, zegt zr. Regina. ‘Dat we zuinig zijn op het groen, dat er wandelpaden zijn, een boomgaard en een kleine boerderij. Voor de mensen die na ons komen.’
De dominicanessen van Voorschoten vonden een constructie waarbij het vastgoed en economisch eigendom van de grond zijn overgedragen aan de erfpachter, maar de grond nog 30 jaar juridisch eigendom is van eerst de congregatie en daarna een erfgoedstichting.
Dominicaan René Dinklo, vicaris van de Nederlandse broeders, is betrokken bij deze stichting. Hij is ook juridisch verantwoordelijk, na toestemming van de H. Stoel, als de dominicanessen op termijn geen eigen overste meer kunnen kiezen. ‘Als wij onze ogen sluiten, dan is het hier in goede handen.’
Zuster Regina Plat is nuchter over haar rol als laatste overste van de dominicanessen van Voorschoten. ‘Dat zal m’n Volendamse afkomst zijn’, zegt ze. ‘Iemand was de eerste, ik ben waarschijnlijk de laatste. Bovendien heb ik zo lang in de zorg en de psychogeriatrie gewerkt dat ik vertrouwd geraakt ben met afscheid nemen. Er gebeuren vaak juist dan heel bijzondere dingen.’
Ondertussen weet zr. Regina het zeker: de buitenplaats wordt ‘een pareltje aan de Vliet!’
Tekst: Arjan Broers