Temidden van kerstconsumptie en voetbalaanbidding proberen we anders te zijn, zoals Maria, wachtend op Christus.’ Dominicaan Richard Steenvoorde reflecteerde op het feest van de onbevlekte ontvangenis van Maria.
Richard Steenvoorde is prior van het nieuwe internationale studieconvent van de dominicanen, in opbouw, in Leuven (B). Hij publiceert af en toe ‘Dominican Dispatches’, met nieuws en overpeinzingen. Je kunt je daarop abonneren. Onderstaande tekst is ontleend aan een preek op 8 december.
Richard Steenvoorde OP, foto Marloes van Doorn
Het hoogfeest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria (8 december) is de feestdag van de Leuvense priorij. Maar waar gaat dit feest over? En waarom is het relevant voor ons vandaag?
Om te beginnen waren de vroege dominicanen geen fan van de devotie tot de Onbevlekte Ontvangenis van de Maagd Maria. Thomas van Aquino dacht niet dat het mogelijk was. Tweehonderd jaar later waarschuwden enkele dominicanen tegen deze devotie en noemden het ketterij.
Paus Sixtus VI was het daar niet mee eens en stelde dat het een mooie devotie was die mensen mochten vieren. En zelfs de paters op het Concilie van Trente (1554-1563) weigerden de kwestie van Maria’s onbevlekte ontvangenis te behandelen toen ze de implicaties van de zondeval bespraken. Pas in 1854 probeerde paus Pius IX de discussie te beëindigen door te stellen dat het vanaf dat moment een dogma was.
Zowel Jezus als Maria is op een andere manier anders
Maar daarmee zijn niet alle vragen opgelost. Zelfs vandaag de dag stellen mensen nog steeds vragen als: als Jezus en Maria zonder erfzonde geboren zijn, zijn ze dan echte mensen? Ontberen ze niet een essentiële menselijke eigenschap en de bijbehorende ervaringen? En als God kon ingrijpen zodat Maria zonder zonde werd geboren, waarom is Christus dan nog nodig om ons te redden?
Laten we een stap terug doen. Wat probeert dit dogma over Maria te zeggen? Mariale dogma’s proberen meestal duidelijk te maken wie Jezus is en waarom Jezus anders is dan wij. En dat anders zijn uit zich in wie Zijn moeder is. Maar als we het evangelie lezen, merken we dat ook Maria op een andere manier anders is. Een goed voorbeeld is te vinden in het annunciatieverhaal dat we vandaag hoorden.
Merk op hoe Maria reageert op de engel Gabriël en zijn boodschap die de geboorte van Jezus aankondigt. Laten we nu deze reactie vergelijken met de reactie van Zacharia, de vader van Johannes, op de boodschap van Gabriël over de geboorte van Johannes de Doper.
Zacharia was in de tempel toen hij Gabriël ontmoette (Lucas 1: 5-24). En hij wordt overmand door angst. Dat is begrijpelijk, maar ook een beetje vreemd. Hij is in de tempel van God. Hij is een priester, zou hij dan niet open moeten staan voor de mogelijkheid dat een boodschapper van God in de tempel van God kan verschijnen?
Middeleeuws Mariabeeld in het Schnütgen-museum in Keulen. Foto Richard Steenvoorde.
Het eerste wat Gabriël tegen Zacharia zegt is ‘vrees niet’, om hem gerust te stellen. Aan de andere kant is Maria thuis als Gabriël haar bezoekt (Lucas 1: 26-38). Ze schrikt niet van Gabriël maar van zijn woorden. Niet de boodschapper is haar vreemd, maar de boodschap.
Een tweede voorbeeld. Nadat Zacharia de boodschap over zijn zoon Johannes heeft gehoord, weerspreekt hij de engel. ‘Hoe kan ik dat weten’, zegt hij (Lucas 1:18). Maria echter twijfelt er niet aan of het waar is. Ze weerlegt Gabriëls bericht niet met een tegenargument. Ze kijkt vooruit. Hoe kon dit goddelijke plan tot stand komen?
Een derde voorbeeld. Zacharia’s ongeloof heeft tot gevolg dat hem het zwijgen wordt opgelegd. Hij kan niet meer praten. Het lijkt alsof God wil zeggen: ‘Hou je mond een tijdje zodat je goed kunt nadenken over wat er zojuist tegen je is gezegd, en waarom, let op, in Gods tempel, als priester van God, dacht je dat je het wist beter dan God zelf?’
Nadat de engel haar vraag heeft beantwoord, zegt Maria: ‘Mij geschiede naar uw woord’. Zij is het er mee eens. Ze is niet stil. Integendeel, ze praat, bezoekt Zacharia en Elisabeth en zingt met heel haar hart en ziel: ‘Mijn ziel verheerlijkt de Heer, en mijn geest verheugt zich in God, mijn redder’ (Lukas 1:46-55).
Ik denk dat dominicanen meer als Zacharias zouden reageren dan als Maria
Door de eeuwen heen hebben mensen zich afgevraagd waarom er zo’n groot verschil is tussen Zacharias, een priester in Gods tempel, die wordt opgeschrikt door een boodschap van God, die probeert tegen te spreken en uiteindelijk tijdelijk het zwijgen wordt opgelegd. Maria ontmoet een engel in haar eigen huis en wordt geprikkeld door de boodschap, niet door de boodschapper. Ze spreekt de engel niet tegen, maar wil weten hoe. Maria geeft zich over aan Gods plan en vindt vrijheid en vreugde.
Wat betekent het voor ons?
Ik denk dat dominicanen, als ze eerlijk zijn, in dezelfde situatie meer als Zacharias zouden zijn geweest, die een discussie willen aangaan als ons iets wordt voorgehouden waarvan we denken dat het onmogelijk is. Is dat niet heel menselijk?
Aan de andere kant laat Maria zien waartoe een mens geroepen is als God tot haar of hem spreekt. Maria’s manier van doen toont aan dat in haar de verlossing die haar Zoon zal brengen al aan het werk is. Het koninkrijk van God is al begonnen. Zacharias wil het nog niet zien en kan het nog niet horen. Maria wel.
Temidden van kerstconsumptie en voetbalaanbidding proberen we anders te zijn, zoals Maria, wachtend op Christus. En jij?
Richard Steenvoorde OP