ot 15 mei is in Museum Krona in Uden nog de tentoonstelling Vrijheid & Verwarring. Kloosterleven in de jaren ’60 te zien. Twee dominicanessen uit verschillende generaties gingen er samen heen en deelden hun ervaringen.
Met zr. Theresine Brinkhof, ingetreden in 1957, bezocht ik, zr. Catharina Al, ingetreden in 2019, de tentoonstelling Kloosterleven in de jaren 60 in museum Krona in Uden. Zr. Theresine zonder habijt, ik met. En allebei met de vrijheid om een museum te bezoeken.
Want er is wel veel veranderd in al die jaren. We spraken erover, terwijl we de foto’s bekeken. We leerden van elkaar en hadden het gezellig. Hieronder een weergave van delen van ons gesprek.
Zr. Catharina Al en zr. Theresine Brinkhof
Zr. Theresine: ‘Ik was jong toen ik intrad. Het was wennen. Je mocht niet overal praten en wat op je bord lag had je op te eten, laten staan was er niet bij. Als ik iets niet lekker vond, dan nam ik kleine stukjes, snel doorslikken.’
Zr. Catharina: ‘En hoe vond je dat?’
Zr. Theresine: ‘Over het algemeen deed ik het. Ik had te gehoorzamen.’
Zr. Catharina: ‘Nu bij ons in het opleidingshuis krijgen we een maandbudget om van te leven en daar regelen we alles zelf mee. De boodschappen en het koken doen we zelf. Maar dat is natuurlijk wel wat makkelijker als je maar met z’n vijven bent.’
'Ik vind het echt belangrijk dat religieuze vrouwen de mogelijkheid hebben om hogere opleidingen te volgen’
Zr. Catharina: ‘Had je graag les gaan geven?’
Zr. Theresine: ‘Ik wilde voor ik intrad graag in de zorg, dus naar de toen nog VGLO (voortgezet lager onderwijs, voorloper van de LEAO, red.), maar mijn ouders vonden huishoudschool meer voor de hand liggen.
Toen ik ingetreden was kwam ik al snel in de keuken, wat ik eerst helemaal niet fijn vond, maar ik heb er wel veel van geleerd. Na jaren in de keuken te hebben gewerkt heb ik zelf aan de algemene overste gevraagd of ik iets anders mocht gaan doen. Gezinsverzorgster werd voorgesteld en dat vond ik prima.
Ik heb in Brummen de opleiding gedaan en daarna als gezinsverzorgster gewerkt in Leeuwarden. Na vele jaren werd ik weer gevraagd om bij medezusters werkzaamheden te verrichten.’
Zr. Catharina: ‘Wij mogen ook aangeven waar wij ons voor willen inzetten en welke studie we daarvoor nodig hebben. Ik vind het ook echt belangrijk dat religieuze vrouwen in deze tijd de mogelijkheid hebben om hogere opleidingen te volgen.’
Clarissen in Megen rond 1961, beeld van Museum Krona.
Zr. Theresine: ‘Voordat ik intrad heb ik in de Rosa gewerkt en ging ik ´s avonds vaak naar de completen, dat vond ik erg mooi. Vooral het zingen van het Salve Regina in processie door de kapel, als afsluiting.’
Zr. Catharina: ‘In die tijd waren er vele veranderingen, hoe vond je het dat je geen habijt meer hoefde te dragen?’
Zr. Theresine: ‘Dat ging niet van de ene op de andere dag. En het was niet verplicht, je kon zelf kiezen. In het werk was het wel gemakkelijker.’
Zr. Catharina: ‘Ik vind het wel weer belangrijk om het habijt te dragen, zodat mensen zien dat er zusters zijn. Daarom draag ik het.’
Zr. Theresine: ‘Je kunt de tijd van toen niet met nu vergelijken. Er is veel veranderd en als het goed is zijn wij ook veranderd. Stilstaan is achteruitgang. Jij bent twee generaties jonger dan ik. Je hebt een ander leven achter de rug en je zult nu zelf ervaren waar jij je goed bij voelt.’
'We mochten een maal per maand een brief naar onze ouders schrijven'
Zr. Theresine: ‘Toen ik intrad wist ik dat ik niet meer naar huis zou mogen, later is dat veranderd. Na mijn eeuwige professie eerst vier dagen per jaar en ook dat werd op den duur ruimer. Dat was ook zo met schrijven, eerst mochten we een maal per maand een brief naar onze ouders schrijven. Als je dat nu ziet: alles gaat per telefoon of hoe dan ook, als je het bedenkt is het al verzonden.’
Zr. Catharina: ‘Ja, wij kunnen vaker naar onze familie toe, en ook kunnen we contact hebben via de telefoon en WhatsApp. Soms is dat wel wat veel, omdat je èn moet opletten wie er in de familie allemaal jarig is, èn de ontwikkelingen in het klooster bij wilt houden.’
Zr. Catharina: ‘Was het niet erg dat er zoveel zusters toen uittraden? Hoe reageerde jij daarop?’
Zr. Theresine: ‘In de jaren 60/70 zijn er veel uittredingen geweest. Soms zag je het aankomen, soms niet. Er zijn prachtige mensen vertrokken. Zij waren hun tijd vooruit en dat ging voor de grotere gemeenschap soms wat te snel. Het was wel een spannende tijd. Misschien hadden wij iets meer geduld met elkaar op moeten brengen?’
'Er is veel mogelijk, als wij maar durven uit te spreken wat ons bezighoudt’
Zr. Catharina: ‘Wat ik in deze tijd lastig vind, is dat we met een heel klein groepje zijn. En ook in de maatschappij zijn we vaak de enigen. Het lijkt me dat dit gemakkelijker was in jouw tijd.’
Zr. Theresine: ‘Ik vind deze tijd niet altijd gemakkelijk, maar wel boeiend. Voor ons is het een heel mooie ontwikkeling dat er weer nieuwe intredes zijn. Er is veel mogelijk voor jullie, en hopelijk komen er nog meer bij. Geef nieuwe mensen die zich bij ons willen aansluiten de ruimte en tijd om te onderzoeken of dit leven in een nieuw jasje bij hen past. Er is veel mogelijk, als wij maar met elkaar in gesprek blijven en durven uit te spreken wat ons bezighoudt.’