12 April 2022

Plautilla Nelli: straat, schilderes en dominicanes

Ga naar overzicht

Deel op:

n een nieuwbouwwijk in Nijmegen wordt de 'Plautilla Nellistraat’ bebouwd. Dominicanes Marga Zwiggelaar verdiepte zich in deze schilderende moniale uit de renaissance. Een tweeluik in de Goede Week.

door Marga Zwiggelaar OP

Sinds kort bestaat er in de nieuwbouwwijk Nijmegen-Noord, aan de overzijde van de Waal, de Plautilla Nellistraat. Vaag had ik wel eens wat over de Italiaanse schilderes Plautilla Nelli gehoord, maar ik had mij nooit gerealiseerd dat zij een dominicaanse moniale was. De straatnaam was voor mij wel de reden om mij eens in deze opmerkelijke Italiaanse te verdiepen.

Maar eerst iets over de straat. De Plautilla Nellistraat is een onderdeel van de zogenaamde Italiaanse buurt in de wijk Woenderskamp. In deze buurt worden meer Italiaanse schilders geëerd, zoals bijvoorbeeld Leonardo da Vinci en Michelangelo. Plautilla Nelli is echter de enige vrouw in dit illustere rijtje.

Wie zelf eens op zoek wil gaan naar haar straat, vindt de wijk Woenderskamp ingeklemd tussen de Waaldijk en de Griftdijk. Ik ben zelf in het najaar van 2021 ook eens op de fiets gesprongen, om aan de overzijde van de Waal de straat op te zoeken.

Met uitzondering van een drietal huizen (volgens het kadaster staan er 14 huizen gepland), wat geparkeerde auto’s en stratenmakers, was het er op dat moment (najaar 2021)nog uitgestorven. Dat zal binnenkort wel veranderen, als de straat volledig bewoond en ontsloten wordt.

Plautilla Nellistraat Nijmegen

Inmiddels is de Plautilla Nellistraat in Nijmegen-Noord verder bebouwd.

De stratenmakers waren wel nieuwsgierig wat ik eigenlijk aan het doen was, bij zo’n bouwput. Ik vertelde hen dat ik een aantal artikelen had geschreven rond de naamgeefster van de straat, die ze nu zo ijverig aan het bestraten waren. ‘Nog nooit van gehoord, mevrouw. Maar al die namen hier, ze zeggen me niets. We zijn hier alleen maar al wekenlang aan het bestraten.’ Juist, ja.

Een aantal weken geleden wandelde ik door de Plautilla Nellistraat. De stratenmakers waren verdwenen en in de tussentijd had de huizenbouw niet stilgestaan. Het begon al aardig op een ‘echte’ straat te lijken.

Mocht iemand zin hebben om eens in de Plautilla Nellistraat te gaan kijken, ga dan ook even bij de brug aan het eind van de straat langs. Op de hoek met de Michelangelostraat ligt een bijzondere brug. Het is een zogenaamde circulair gebouwde brug, volledig met hergebruikt materiaal gemaakt. Zo kwam het materiaal o.a. van een aantal afgebroken bruggen in de Nijmeegse wijk Dukenburg. Deze brug verbindt de Woenderskamp op deze plaats met het naastgelegen park Waaijenstein.

Een (bijna) vergeten dominicaanse kunstenares in de renaissance: zuster Plautilla Nelli (1524-1588)

Tot voor kort was Plautilla Nelli zo goed als onbekend, ondanks dat ze als één van de weinige vrouwen door Giorgio Vasari werd genoemd in zijn Het leven van beroemde schilders, beeldhouwers en architecten uit 1568. In het boek beschreef Giorgio Vasari het leven en werk van de toen beroemde en belangrijke kunstenaars.

Een portret van vermoedelijk zr. Plautilla Nelli o.p., of in ieder geval een dominicanes met een penseel…

Voor kunsthistorici anno 2022 is het nog steeds een boek dat ter hand wordt genomen om iets te proeven van de kunst en de kunstwereld tijdens de renaissance. Het is dan ook niet niks, dat zuster Plautilla door Vasari werd genoemd. Vasari schreef dat haar werken erg populair waren in Florence: En overal in Florence hingen in de huizen van de gegoede burgerij en adel zoveel schilderijen van haar, dat het onmogelijk is om ze allemaal te beschrijven.

Florence was een stad die zich vanaf de middeleeuwen had ontwikkeld tot één van de belangrijkste economische centra, vooral door de textiel. En met de economie kwam ook de kunst tot bloei. Grote namen zoals Michelangelo, Leonardo da Vinci en Rafael woonden en werkten er. En tussen al die grote namen duiken er een paar vrouwen op, waaronder Plautilla Nelli. Zij wordt nu gezien als de eerste vrouwelijke kunstenaar van de renaissance.

Plautilla Nelli werd in 1524 geboren in een rijke koopmansfamilie uit Florence. Bij haar doop kreeg ze de namen Pulisena Margaritha mee. Al op 14-jarige leeftijd trad ze in bij het klooster Sint Catharina van Siena aan het San Marcoplein in Florence.

Ook schilder Bartolommeo Domenico del Fattorino gooide al zijn schilderijen op één van de brandstapels

Een dergelijke jonge leeftijd was in die tijd niet ongebruikelijk. Veel gegoede families brachten hun dochters al jong naar het klooster, zodat ze een hoge bruidsprijs bij een eventueel huwelijk niet hoefden te betalen. Het klooster was altijd nog goedkoper dan een huwelijk in een gegoede familie.

In het klooster ontwikkelde zuster Plautilla zich niet alleen tot kunstenares, maar ze was ook twee verschillende perioden priorin.

Het klooster werd begeleid door de dominicanen, die op een steenworp afstand woonden. Enkele tientallen jaren voor haar intrede was Florence geleid door de dominicaan Girolamo Savonarola. Hij was een hervormer, die weer terug wilde naar de ware kerk, zonder pracht, praal en corruptie. Hij wilde terug naar de kern van het evangelie en hij gruwde dan ook van alle misstanden die hij om zich heen zag, vooral op het kerkelijk erf. Hij bekritiseerde de aflatenhandel, het schenden van het celibaat en de corruptie binnen het Vaticaan.

Eerder verschenen

10 april 2011
Leestijd 7 min

Girolamo Savonarola (1452-1498)

Lees meer

Het pronken met rijkdom – zowel door de kerk als door adel en burgerij – vond Savonarola niet stroken met een christelijke levenshouding. Hij zag dan ook veel ‘ijdelheden’ om zich heen, en de kunst was daar één van. Vooral de vele naakten waren hem een doorn in het oog. De strenge opvattingen van Savonarola leidden zelfs tot verbranding van kunstschatten en juwelen.

Ook de bekende Florentijnse schilder Bartolommeo Domenico del Fattorino gooide al zijn schilderijen en tekeningen op één van de brandstapels. Geïnspireerd door Savonarola zou hij even later zelf intreden bij de dominicanen en als Fra Bartolommeo zijn carrière weer oppakken. Zijn niet aflatende kritiek op Paus Alexander VI brengt hem uiteindelijk, samen met een paar medebroeders, in 1498 op het schavot.

Ging alle kunst op de brandstapel? Nee, een uitzondering was de religieuze kunst, omdat deze volgens hem kon bijdragen aan vroomheid en devotie. Ook na zijn dood bleef zijn idee dat kunst kon en moest bijdragen tot een vroom leven en een devotionele praktijk, bleef ook na zijn dood nog springlevend.

Plautila-Nelli-Lunetta-Dominicus

Schilderij van Plautila Nelli: Dominicus ontvangt de rozenkrans van Maria.

Het was dan ook niet zo verwonderlijk dat een vrouw met een schilderstalent zoals zuster Plautilla, onder invloed van deze dominicaanse ideeën, zich ging richten op devotionele kunst. Het was haar als vrouw verboden om schilderles te nemen, of om anatomie te studeren.

En toch lukte het haar zich te ontwikkelen tot een beroemdheid in haar tijd. Ze kon dan wel niet studeren, maar het klooster had na de dood van Fra Bartolommeo in 1517 wel 500 tekeningen van hem geërfd. Die kon ze als voorbeeldmateriaal gebruiken. Volgens Vasari had zij zich uitstekend bekwaamd door het naschilderen van voorbeelden, maar zou een gedegen opleiding haar nog beter hebben gemaakt:

Maar haar beste werk zijn die werken die ze imiteerde van anderen, wat laat zien dat ze schitterend werk gemaakt zou hebben als, als mannen, zij de mogelijkheid had gehad om te studeren en te werken op ontwerp en om natuurlijke dingen/objecten uit het leven te tekenen (…) dat in haar werk, de gezichten en houdingen van de vrouwen, die ze kon zien wanneer ze maar wilde, veel beter zijn dat de hoofden van de mannen en dichter bij de werkelijkheid.

In een van haar werken, tussen de vrouwen gezichten, schilderde ze Madonna Gostanza de Doni, die, in onze dagen, een voorbeeld was van ongelofelijke schoonheid en eerlijkheid, en zij deed dit zo goed dat voor een vrouw (want ze had weinig ervaring door de redenen die ik boven gaf) iemand niet meer zou wensen.

Het werd voor zuster Plautilla onmogelijk om al het werk zelf te doen, daarom stichtte zij in het klooster een bottega, een schildersatelier. Een bottega was niet ongebruikelijk bij succesvolle kunstenaars. In het atelier werkten in ieder geval acht medezusters.

De zaken gingen zo goed, dat de kloostergemeenschap kon leven van de opbrengsten van het atelier

De schilderspraktijk zag er toen anders uit dan nu. Vaak werd er gezamenlijk aan een schilderij gewerkt en werden moeilijke onderdelen (bijvoorbeeld de handen), of die onderdelen waarbij dure pigmenten (verfstoffen) werden gebruikt, door de hoofdschilder zelf geschilderd. Vaak werd dit zelfs per contract vastgelegd. De opdrachtgever wist ook dat er verschillende mensen aan een schilderij werkten. Niemand deed daar toen moeilijk over.

De zaken gingen zo goed, dat de kloostergemeenschap kon leven van de opbrengsten van de schilderijen, en de andere kunstzinnige producten uit het atelier, zoals keramiek, getijdenboeken en borduurwerk.

Plautilla Nelli schilderde uitsluitend religieuze voorstellingen. In ieder geval zijn er geen andere voorstellingen van haar bekend. In de renaissance, die begon in de 14e eeuw, was er steeds meer aandacht voor de klassieke Griekse en Romeinse kunst. Kunstenaars maakten dan ook steeds vaker wereldlijke voorstellingen, of ontleenden hun onderwerpen aan de mythologie. Voor Nelli en haar schilderende medezusters was dit niet aan de orde.

Donderdag op onze site: het laatste avondmaal en Goede Vrijdag

Eerder verschenen

12 mei 2020
Leestijd 7 min

Zr. Plautilla Nelli in Nederland

Lees meer