Kiezen we er, als Judas, voor om de verstikkende ellende tot onze dood te laten voeren?’
Lees het evangelie van vandaag
Jezus zit met zijn leerlingen aan het Laatste Avondmaal. Hij heeft ze net hun voeten gewassen en, hoewel deze verzen niet in de lezing van vandaag voorkomen, zegt Jezus precies hier: ‘Zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben.’ (v. 34)
Te midden van dit liefelijke tafereel, waarbij de leerlingen tegen de borst van Jezus aanliggen, worden we geconfronteerd met de harde werkelijkheid: Jezus voorzegt het verraad van Judas (v. 21 en 26), de verloochening door Petrus (v. 38) en zijn eigen dood (v. 21 en 36). Maar daar laat Hij het niet bij…
Essentieel is de vraag: ‘Zult gij uw leven geven voor Mij?’ (v. 38) Hoewel de context misschien een sarcastische toon oproept, roept hij voor mij ook een toekomstperspectief op, die me voor ons van belang lijkt.
Waarvoor geven wij ons leven? Kiezen we er, als Judas, voor om de verstikkende ellende tot onze dood te laten voeren? (vgl. Mt. 27,3-5) Of kiezen we er, als Petrus, voor om Gods uitgestoken hand te aanvaarden en te leven? (vgl. Joh. 21,15-19). Na de coronatijd en te midden van een oorlog in Europa kies ik liever voor het laatste dan voor het eerste.
Augustinus Aerssens, dominicaan