e 3e strofe van het Rorate Coeli nodigt ons uit om stil te staan bij wat we verlangen, bij waar we om bidden. 'Uw Rijk kome, uw wil geschiede.’
door Jacqueline Huizinga, lekendominicaan
‘Heeft bidden wel zin?’ Dat wordt me vaak gevraagd, bijvoorbeeld op (‘katholieke’) scholen. Ik heb daar nooit direct een antwoord op, omdat ik nog niet weet waar de vraag vandaan komt. Wat zou die ander graag willen dat bidden haar of hem brengt?
Wie rust en ontspanning verwacht zou ik willen vertellen dat er veel geoefend moet worden voor het zover is. Wie hoopt dat God geeft waar vurig naar verlangd wordt, zou ik moeten waarschuwen voor teleurstelling: je gebed wordt meestal niet 1-2-3 verhoord en ook niet precies zoals jij je voorstelt. Blijft de vraag: ‘Heeft bidden wel zin?’
Maar wat ís bidden dan? Ik durf de stelling aan dat er in onze tijd toch veel gebeden wordt. Zo roepen we wel in opperste verbazing ‘Lieve Hemel’ of in machteloze verbijstering ‘GvD’. Ook dat lijkt me een vorm van bidden; een van vele verschillende vormen. We zien met eigen ogen wat er aan het gebeuren is en tegelijkertijd gaat dat ons ‘te boven’. In die ervaring roepen we de hemel aan of God zelf. Als vanzelf? Als vanouds? Verwachten we een antwoord? Van waar of van wie? Misschien kunnen we zo toch iets van de betekenis van bidden ervaren…
'Zend ons degene die U zenden wilt'
De 3e strofe van het Rorate Coeli nodigt ons uit om stil te staan bij wat we verlangen, bij waar we om bidden.
Víde Dómine afflictiónem pópuli túi
et mítte quem missúrus es:
emítte Agnum dominatórem térræ
de pétra desérti ad móntem fíliæ Síon
ut áuferat ípse júgum captivitátis nóstræ.
Aanschouw, Heer, de droefheid van uw volk,
en zend ons degene die U zenden wilt.
Zend het Lam, de heerser van de aarde –
van de rotsen der woestijn tot de berg van de dochter van Sion –
opdat hij het juk van onze knechting wegneemt.
Waar wij in mist of duisternis verkeren, wordt gevraagd of God ons wil zien. We staan met lege handen. We vragen geen geschenk uit de hemel dat ons zal bevallen, maar bidden: ‘Zend ons degene die U zenden wilt’. We spreken ons vertrouwen uit. Geen ‘sterke man’ of krachtige leider zal onze problemen komen oplossen, maar het Lam zal ons bevrijden.
In de Bergrede raadt Jezus ons ‘omhaal van woorden’ af in ons gebed. De Vader in de hemel weet wel wat je nodig hebt. Het Onze Vader volstaat: Uw rijk kome, uw wil geschiede… (Mt 6, 7-13)
Zo bidden is even simpel als lastig. Niet mijn verlanglijstje is in het geding, maar het vertrouwen dat God mij ziet in wat ik tekort kom, wat ons ontbreekt.
Hemelen laat gerechtigheid neerregenen en laat de aarde zich openen.
Laten hemel en aarde redding voortbrengen en recht doen ontspruiten.
Ik, de Levende, heb dat alles geschapen. (Jesaja 45,8)
Deze week een pittige luistertip: Thea Musgrave, Rorate Coeli.
Dit lied vervlecht twee gedichten uit omstreeks 1500 van de Schotse dichter William Dunbar. Het eerste gedicht draagt de titel van het stuk: Rorate en gaat over de Geboorte, het tweede gedicht verwijst naar de Verrijzenis: Done is a battle on the dragon black. Het toont de toekomstige overwinning van het Lam samen met de aankomende vreugde van de Geboorte.
De tekst is hier te vinden.
*
Met dank aan Els van der Ree o.p. en Marianne Merkx o.p.