p 28 oktober 2021 overleed in zijn woonplaats Bilthoven dominicaan Gerard Oostvogel (93). Zijn uitvaart was op 6 november.
Gerard werd geboren op 9 januari 1928 in Enschede. Als doopnamen kreeg hij Gerardus Majella Johannes Theodorus. Zijn ouders waren Gerardus Oostvogel en Lyde van de Lande. Zij kregen acht zoons en één dochter. De kost werd verdiend in de herenmode.
Gerard volgde hbs B aan het Carmel-lyceum in Oldenzaal. Daarna ging hij medicijnen studeren in Utrecht. In zijn derde jaar maakte hij echter een andere keuze. Hij had, zoals hij dat formuleerde, ‘kloosterplannen’ gekregen en na onderzoek kwam hij bij de dominicanen terecht, omdat hij daar openheid ervoer. In 1948 trad hij in en begon hij aan zijn noviciaat in Huissen.
Op 18 september 1949 legde hij zijn tijdelijke professie af, studeerde vervolgens filosofie in Zwolle en na zijn plechtige professie op 18 september 1952 studeerde hij theologie op het Albertinum te Nijmegen. Op 25 juli 1954 ontving hij de diakenwijding en precies een jaar later de priesterwijding.
Deze foto stond op de kamer van Gerard Oostvogel: met prins Maurits en prinses Marilène en ds. Ter Linden na een doopviering.
Zijn eerste benoeming kreeg hij in 1956 als kapelaan in de Dominicusparochie in Leeuwarden. In 1959 volgde een benoeming in de parochie van de H. Johannes de Doper in Schiedam. In 1961 werd hij geassigneerd in het Dominicanenklooster in Zwolle. Hij werd daar socius van de studentenmagister en daarnaast een rondtrekkend prediker, met name gericht op jongeren. Het was een vorm van roepingenpastoraat. In een VW-kever legde hij tienduizenden kilometers af.
Met ingang van 1 september 1963 kreeg hij zijn benoeming als studentenpastor in Utrecht. Dit werk zou hij veertien jaar doen. Hier kwam hij nadrukkelijk in aanraking met de oecumene en leerde deze te omarmen. In 1968 begonnen de studentenpastores daar met oecumenische diensten.
Dit leidde tot een conflict met kardinaal Alfrink, dat Gerard uiteindelijk diplomatiek wist op te lossen. Hij vond het studentenpastoraat prachtig werk om te doen en zocht de studenten ook thuis op, met zijn onafscheidelijke pijp, alpinopet en zijn hondje Harvey.
Gerard was een biddende vrijdenker, een vrije vogel en een ‘Oostvlegel’
In 1977 werd hij benoemd tot pastor van de parochie Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand in Bilthoven. Zijn aanvankelijke aarzeling om juist in deze parochie te gaan werken, maakte snel plaats voor enthousiasme. Ook binnen de orde van de dominicanen ontstond enige discussie of deze aanstelling in een niet-dominicaanse parochie paste voor een medebroeder. Maar Gerard kreeg groen licht.
Al snel voelde Gerard zich zeer thuis in de parochie en dat gevoel was wederzijds. Gerard was een biddende vrijdenker, een vrije vogel en een ‘Oostvlegel’, zoals hij zich weleens noemde. Dit kwam vooral tot uitdrukking in de oecumene, die hij een ruime plek bood in zijn parochie en zijn roep om kerkvernieuwing.
Hij werd actief in de Acht Meibeweging, ook als vicevoorzitter. In de periode 1984-1990 was hij deken van het dekenaat Zeist, naast zijn werk voor de parochie. Ook leidde hij geruime tijd een bijbelstudieclub op paleis Soestdijk.
Provinciaal René Dinklo gaf de absoute.
Gerard was een echte taalkunstenaar. Hij kon snedig en ad rem reageren en diepe filosofische, theologische of mystieke gedachten verwoorden in kernachtige zinnen. Hij zette deze ook geregeld op papier. Op zijn 80ste levensjaar werd zijn peinsboek ‘Ziel op de Fiets’ gepubliceerd, een ‘wijsgerig reisboek van een kritisch dominicaan’.
Hij kon ook prachtig pianospelen, terwijl hij geen noten kon lezen. En vooral in zijn vakanties maakte hij tijd vrij voor kunstschilderen.
Na zijn emeritaat in 2005 bleef hij innig verbonden met zijn parochie, tot aan zijn dood. Hij nam afscheid als voorganger bij de viering van zijn 60-jarig priesterfeest in 2015. Niet lang daarna moest hij verhuizen van zijn huis tegenover de kerk naar woonzorgcentum Schutsmantel.
Vanaf zijn kamer bleef hij zicht houden op de kerk. Daar werd hij naar eigen zeggen opnieuw kloosterling. Hij kon genieten van de stilte en bleef belangstellend voor zijn bezoekers, ondanks toenemend lichamelijk ongemak. Zijn humor liet hem niet in de steek en hij beschouwde zichzelf als een tevreden man. Hij is er rustig overleden, op de avond van 28 oktober 2021.
Op 3 november werd het lichaam van Gerard Oostvogel begeleid door parochianen van het woonzorgcentrum naar de kerk gebracht.
Gerard was een begaafd prediker, een goed luisteraar, een zoeker, een geliefd pastor die met ontwapenende opmerkingen de zaken nooit op de spits dreef. Terecht is hij koninklijk onderscheiden als Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en werd hij door zijn parochianen, vrienden en familie op handen gedragen.
Voor zijn rouwbrief had hij de volgende woorden bedacht: ‘Nu ik er niet meer ben, er alleen nog maar was, maar niet meer wezen zal, voel ik me vogelvrij in een geheim dat er is en blijft!’
Zijn uitvaart vond plaats in zijn stijl, met een oecumenische viering in ‘zijn’ parochiekerk, op 6 november te Bilthoven. Daarna is hij begraven in de begraafplaats achter de kerk.
Klik hier voor een IM in het Friesch Dagblad.