Een vraag zit me dwars: antwoorden wij in de liturgie op automatische piloot, of geloven we werkelijk alles wat we zeggen?’
Philippe Cochinaux o.p.
‘“Want het zal dan een tijd van nood zijn, zoals er eerder nog geen is geweest sinds er volken zijn. Velen van hen die slapen in het stof zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om de smaad van een eeuwige schande te ondervinden.”
Na lezing van deze woorden daarnet heeft de lector besloten met “Woord van de Heer” en hebben de kerkgangers geantwoord met “Wij danken God”. Ooit zal iemand me eens moeten uitleggen hoe we God kunnen danken na zulke apocalyptische verzen.
In het Evangelie doet Jezus er evenwel nog een schepje bovenop: “Maar na die verschrikkingen in die dagen zal de zon verduisteren en de maan zal geen licht meer geven; de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken.” En opnieuw heeft iedereen, nadat gezegd werd “Woord van de Heer”, geantwoord als één man en met animo “Wij danken God”.
Een vraag zit me hierbij dwars: antwoorden wij in de liturgie op automatische piloot, of geloven we werkelijk alles wat we zeggen? Zoals wanneer ik nu zou zeggen “tot in de eeuwen der eeuwen” en dat enkele verstrooiden hier aanwezig zouden antwoorden met een luid “amen”. Tijdens mijn studies heb ik altijd gehoord dat Evangelie wil zeggen Blijde Boodschap. Na een eerste lezing van de teksten die de liturgie ons vandaag voorstelt, bekruipt me echter een gevoel van zwaarmoedigheid, zoals dit ook Christus lijkt te hebben bekropen.’
Begin van de preeksuggestie van de Belgische provinciaal Philippe Cochinaux op de website preekvandeweek.be. Lees hier de hele tekst.