We ontmoeten de ene, enige God op een concrete manier als hoogte, verte en diepte.’
Marcel Braekers o.p.
Er wordt wel eens lachend gezegd dat als je aan een buitenstaander de structuur van de Belgische samenleving hebt uitgelegd en die persoon beweert het nu te begrijpen, dat je het dan wellicht verkeerd hebt uitgelegd. Hetzelfde kan je zeggen over de heilige Drievuldigheid. Ook al is het de grote synthese van ons geloof toch blijft het een mysterie.
(…) We ontmoeten de ene, enige God op een concrete manier als hoogte, verte en diepte. God verbonden met de vragen, de gevoelens en verlangens van ons leven. God blijft de Ene, de Onnoembare, de Bron van Licht waarin alles tot licht en leven komt. Maar in onze concrete beleving, in de geschiedenis die we samen doormaken ontstaan verschillende perspectieven en gebruiken we afwisselend andere woorden, maar altijd blijft overeind dat het centrum dat onnoembare mysterie is.
Over een mysterie schreef Gabriel Marcel dat het iets is waaraan je wel kan deelhebben, maar dat je nooit kan omvatten en verklaren. Dat is het grote verschil met een probleem. Dat is beheersbaar en kenbaar.
In het centrum van deze drie dimensies en hun krachten staan wij als zoekende mensen, die vragend, hopend uitzien, die in eerbied buigen, die in zorgende bekommernis het leven trachten te behoeden en elkaar te ondersteunen, of die innerlijk genezen dankzij de kracht die ons aangrijpt. Telkens worden we aangesproken en wordt de mogelijkheid geboden in relatie te treden met de Ene, de Onnoembare Andere, de op mensen bedachte God.
De Belgische dominicaan Marcel Braekers als preek van de week