13 Mei 2021

'Ik vernieuw'

Ga naar overzicht

Deel op:

asthouden aan bestaande rituelen kan goed werken, maar als het goed is leven de rituelen wel degelijk, bewegen en veranderen ze. Ook in het leven van religieuzen. Een portretje van Jan Laan o.p. uit Klooster! Magazine.

Pater Jan Laan (1940) is sinds 2013 prior van het Dominicanenklooster in Zwolle. Hij ziet zichzelf als ‘medewerker van het Rijk Gods’ en heeft zich altijd ingezet voor sociale rechtvaardigheid. ‘Geloof moet voor mij te maken hebben met de samenleving waar ik onderdeel van ben.’ Hij vierde vorig jaar zijn tachtigste verjaardag met een bijzonder ritueel.

‘Een ritueel moet geen keurslijf worden’, waarschuwt Jan Laan. Want van keurslijven moet deze sprankelende tachtiger niets hebben. Hij gaat voor in de heilige mis, maar stond ook in habijt naast popmuzikant Spinvis op het podium. ‘Rituelen zijn belangrijk, maar vrijheid ook. Als er nooit iets aan een ritueel kan veranderen kun je er beter mee ophouden.’

pater-Jan-Laan-Gerard-Oonk

Voor zijn tachtigste verjaardag verzon hij zelf een ritueel. Hij nodigde tien mensen die hij in de loop van zijn leven ontmoette uit voor een Indische maaltijd. Hij liet ze fotograferen en exposeerde hun portretten in de kloostergang. (Expositie ‘Jan en alleman’, zie de site van fotograaf Kees Muizelaar).

‘Het zijn alledaagse heiligen, die me raken door hun menselijkheid. Ze waren helpers op mijn pad en vormen als het ware een verwijzing naar wat mensen kunnen betekenen voor anderen, voor elkaar. Ik wil er ook mee zeggen dat we een verantwoordelijkheid dragen de ander te zien zoals God hem bedoeld heeft. In elkaars ogen worden we heilig.’

Ontleend aan het magazine Klooster!

Vieren, dingen markeren, is belangrijk voor pater Jan. Dat kreeg hij van jongs af aan mee in het warme katholieke gezin waarin hij opgroeide. ‘Rituelen helpen ons iets dat waardevol is steeds te laten terugkeren, iets levend te houden. Maar sta daarbij open voor onverwachte ontmoetingen. Trek erop uit!’

Uit Klooster! 14, blz. 81

Tekst: Kalien Blonden
Foto: Gerard Oonk