08 Mei 2021

Bartolomé de las Casas, klokkenluider avant la lettre

Ga naar overzicht

Deel op:

ij was in de 16e eeuw grootgrondbezitter in de 'Nieuwe Wereld’, maar werd priester, dominicaan en mensenrechtenactivist. Hij geldt als een van de vaders van de bevrijdingstheologie. Lekendominicaan Herman Stessens verdiepte zich in deze 'ultieme klokkenluider’. Een longread.

door Herman Stessens o.p.

Bartolomé de las Casas was grootgrondbezitter, vervolgens Spaans priester en later dominicaan. Hij was mensenrechtenactivist, theoloog, voorloper (vader) van de bevrijdingstheologie, missionaris. Hij zette zich in voor de indigenes (oorspronkelijke bewoners die we verder gewoon ‘indianen’ zullen noemen) en tegen de slavenhandel van zowel indianen als Afrikanen. Hij was de eerste bisschop van Ciudad Real, later San Cristobal de las Casas genoemd (provincie Chapas) in Mexico.

Bartolomé de las Casas werd geboren in Sevilla op 24 augustus 1484, acht jaar voor de ontdekking van Amerika. Over zijn vroege jeugd is weinig bekend. Zijn vader Pedro de las Casas had een bakkerij en hoorde tot de welgestelde burgerij van de stad. De naam van zijn moeder is onbekend. Bartolomé had waarschijnlijk nog drie jongere zussen.

In 1493 ging zijn vader mee met de tweede reis van Columbus naar de Nieuwe Wereld. Hij reisde mee naar Hispaniola, het tegenwoordig Haïti en de Dominicaanse Republiek. Pas in 1499 kwam hij terug, met o.a. een indiaanse slaaf! Ook een volgende reis ging Pedro met Columbus mee. Hierna weten we niets meer over hem. De slaven die met de eerste reis zijn meegebracht werden trouwens op bevel van de koning teruggebracht naar Amerika.

Bartolomé groeide op in Sevilla. Toen hij negen was maakte hij de intocht van Columbus in de stad mee, toen deze voor de eerste keer terugkeerde uit de ‘Nieuwe Wereld’. Dit maakte ook op hem een grote indruk. Over zijn verdere studies zijn weinig zekerheden. Hij had zeker Latijn gestudeerd en werkte waarschijnlijk mee in de bakkerij van zijn vader.

Op 16-jarige leeftijd (in 1500) meldt hij zich aan bij het leger. Hij neemt deel aan het neerslaan van een opstand onder de Moren in Granada, die onder dwang tot het christendom waren bekeerd. In 1502 onderneemt hij zijn eerste reis naar de ‘Nieuwe Wereld’. Zijn doel is Hispaniola, waar hij deelneemt aan de gevechten tegen de zogenaamde ‘opstandige indianen’. Later vertelt hij hierover dat hij ‘even onwetend en verblind was als iedereen’. Als beloning krijgt hij in 1505 een encomienda (plantage) in La Concepción, met indianen als arbeiders om zijn grond te bewerken.

Het leven was zo uitzichtloos dat velen zelfmoord pleegden, nadat ze eerst hun gezin gedood hadden.

Op Hispaniola werden al vanaf het begin veel indianen tot slaaf gemaakt. Ze werkten op de plantages en in de goudmijnen, het werk was zo zwaar dat velen stierven. Ook ziekten uit Europa werden velen fataal, omdat ze er niet tegen bestand waren. Het leven was zo uitzichtloos dat velen zelfmoord pleegden, nadat ze eerst hun gezin gedood hadden.

Bartolomé is aangegrepen door deze toestand en probeert ‘de indianen menselijk, barmhartig en goed te behandelen overeenkomstig zijn eigen medelevende natuur met begrip en respect voor de wet van God’, schrijft hij. Hij wordt zich er steeds meer van bewust dat heel het systeem gebaseerd is op onderdrukking, rechteloosheid en machtsmisbruik. De grondbezitters werden door dit systeem oppermachtig. Theoretisch werd het systeem van de encomiendas in het leven geroepen om de indiaanse bevolking te bekeren. In de praktijk kwam hier niets van terecht.

Bartolomé reist in 1506 terug naar Europa en laat zich na een korte opleiding in 1508 in Rome tot priester wijden. Terug in de nieuwe wereld wijdt hij zich aan de ‘zielzorg van de immigranten’ en reist met hun veroveringsreizen als legeraalmoezenier mee naar Cuba. Hij krijgt er als beloning in 1514 een nieuwe encomienda. Hij bouwt er een bloeiende onderneming op met de verkoop van landbouwproducten en het uitbouwen van een goudmijn. Hiernaast viert hij er met de kolonisten de erediensten, preekt er en hoort de biecht. De priester-encomendero De las Casas lijkt op Cuba een heel succesvolle toekomst tegemoet te gaan.

Bartolomé de las casas fresco Constantino Brumidi

Fresco van Constantino Brumidi

In februari 1509 reizen de eerste dominicanen naar Hispaniola. Hun eerste klooster bouwen ze in 1510 in Santo Domingo. Ze zijn met ongeveer vijftien broeders en vertegenwoordigen al snel twee groeperingen. De eerste groep neemt het op voor de indianen en vecht het encomiendasysteem aan. Ze zien de grove onrechtvaardigheid en het machtsmisbruik en proberen religieuze vorming te geven aan de indianen.

De tweede groep is fanatiek Spaans en nationalistisch en werkt mee aan het instandhouden en uitbreiden van de onderdrukking. Beide groepen stonden regelmatig tegenover elkaar. Deze tweespalt was ook in de andere kloosterorden aanwezig en is hoofdzakelijk uitgevochten in Spanje zelf.

De vierde zondag van de advent in 1511 leidde dit tot een confrontatie. Dominicaan Antonio Montesino hield een vurige preek waarin hij de grootgrondbezitters voorhield dat ze in doodzonde leefden door hun onderdrukking van onschuldige mensen en dat de biecht hen geweigerd zou blijven zolang ze nog zouden verder gaan met deze onderdrukking. Hij eiste de vrijlating van de slaven omdat ze ‘evenwaardige mensen zijn met evengoed een met rede begaafde ziel’.

Deze preek bracht een storm van verontwaardiging teweeg. De notabelen eisten terugtrekking van deze woorden en toen Montesino de week erna deze preek nog heftiger herhaalde barstte de bom. Protestbrieven en delegaties werden naar Spanje gestuurd met de eis tot herroeping van de preek.

De Wetten van Burgos (1512) en Valladolid (1513) namen het voor het eerst op voor de rechteloze indianen.

In Spanje werden de dominicanen in het gelijk gesteld, maar de situatie in de Nieuwe Wereld veranderde niet. Daarom werkten ze hun zienswijze verder uit in de Wetten van Burgos (1512) en Valladolid (1513), die aangenomen werden. Deze wetten zijn zeer belangrijk, al werden ze slecht nageleefd. Het waren namelijk de eerste wetten die het opnamen voor de rechteloze indianen. Volgens bevrijdingstheoloog en dominicaan Gustavo Gutierrez (geboren in 1929) zijn ze geschreven vanuit de fundamentele evangelische gelijkheid van de Bergrede.

De preek van Montensino maakte veel indruk op De las Casas. Hij voelde zich persoonlijk aangesproken. Toen ook hij persoonlijk geen absolutie kreeg na de biecht verdedigde hij zich door uit te leggen dat hij wel goed was voor ‘zijn’ indianen. Maar de dominicanen waren niet onder de indruk en vonden dat hij zijn slaven moest vrijlaten en afstand moest doen van de goederen die hij onrechtmatig verkregen had.

Dit werd de basis van zijn totale ommekeer. De las Casas zag in hoe hij meewerkte aan onderdrukking door zijn bezit te behouden. Een tekst van Jezus Sirach 34, 21-27 gaf de doorslag:

“Offert iemand met onrechtmatig verkregen goed, dan is dat offer bezoedeld, en gaven van wettelozen worden niet aanvaard.
De Allerhoogste aanvaardt geen offers van goddelozen, en talrijke offers bewegen hem niet tot vergeving. Wie iets van een arme offert, is als iemand die een zoon offert voor de ogen van zijn vader.
De armen leven van bedelaarsbrood, wie het van hen steelt vergiet hun bloed. Wie een ander zijn levensonderhoud ontneemt is een moordenaar, wie een dagloner zijn loon ontsteelt is iemand die bloed vergiet.”

Bartolome-de-las-casas-6

Na een periode van gewetensonderzoek brak Bartolomé radicaal met zijn vroegere leven. Hij deed afstand van zijn bezittingen en besloot zich volledig in te zetten voor de emancipatie van de indianen. Hij zag steeds duidelijker dat de Spanjaarden de indianen louter inzetten als middel voor hun geldelijke doelen. Daarom beschouwden ze hen als onvolwaardig en zonder ziel.

Op 15 augustus 1514 maakt hij zijn besluit in een preek bekend, maar stuit op onbegrip en ongeloof. Al zijn indianen worden in vrijheid gesteld. Kort erna gaat hij terug naar Spanje om er de ‘indianenproblematiek’ aan te kaarten. Hij zoekt aansluiting bij Antonio Montesino, die hij op de boot ontmoet. Ze werken hun plannen voor de toekomst uit, dienen aanklachten in, bereiden wetten voor en zoeken medestanders.

In Spanje ondervindt Bartolomé dat de tegenpartijen zich ook gebundeld hebben. De conquistadores hebben vertegenwoordigers van de Kerk bewerkt, zodat alle goede plannen telkens weer stranden op onwil. Zijn harde werk tussen 1515 en 1521 wordt telkens tenietgedaan. De slavernij was formeel afgeschaft, maar de onderdrukking ging gewoon door. De reizen die hij onderneemt binnen Spanje en naar de Nieuwe Wereld hebben een minimaal resultaat. De realiteit van geldzucht en geweld zijn veel harder, de tegenpartijen negeren, dreigen, chanteren, onderdrukken en terroriseren.

Eerder verschenen

11 september 2011
Leestijd 4 min

Een actuele preek uit 1511

Lees meer

Op Puerto Rico wordt in 1521 een groots uitgewerkt project opgestart waarbij tachtig Spaanse boeren (ook lekenmissionarissen genoemd) de indianen meehelpen hun leven samen in te richten. Maar voordat het echt gestart is wordt het al door de conquistadores en slavenhandelaars vernietigd.

In 1522 treedt De las Casas in bij de dominicanen in Santo Domingo, het oudste klooster van Hispaniola. Dit is een grote stap, omdat hij vanwege de gelofte van armoede ook afstand moet doen van zijn niet geringe bezittingen. Fray (broeder) Bartolomé legt vanaf nu de nadruk op het gemeenschapsleven en de spiritualiteit van de Orde der Predikers. Hij beleeft deze stap als ‘de verbinding van zijn eigen levensverhaal met de spiritualiteit van de Orde: een bekering’.

Tussen 1522 en 1531 zijn er weinig berichten over hem. Uit zijn latere geschriften leiden we twee dingen af. Ten eerste: hij sticht met enkele medebroeders een nieuw klooster in Puerto de la Plata (Noord Hispaniola) en wordt er prior. Vervolgens: hij schrijft zijn belangrijke boek ‘Historia de las Indias’ met als kern ‘suggesties voor een geweldloze en vreedzame evangelisatie’.

Zijn hevige kritiek krijgt een even felle tegenreactie.

Vanaf 1531 stort hij zich weer in de publieke discussie, vooral naar aanleiding van de veroveringstochten en bloedige slachtpartijen van de oprukkende troepen in Mexico. Zo wordt Tenochtitlan (het huidige Mexico-City) uitgemoord en platgebrand. Ook protesteert hij heftig tegen de gewelddadige verovering van het Incarijk door Pizarro en levert hij felle kritiek op de handelswijze van de Duitsers in Venezuela.

Met toestemming van Karel V zijn de Duitsers daar in 1528 binnengevallen. Van de beloofde missionering en bescherming van de indianen is geen sprake, de Duitsers houden er gewelddadige plundertochten. Zijn hevige kritiek krijgt een even felle tegenreactie. Fray Bartolomé wordt beschuldigd van het ondergraven van de heerschappij van de koning, van het weigeren van de absolutie bij de biecht, van het opruien van de indianen tegen het gezag. Het conflict escaleert en De las Casas verlaat Hispaniola om naar Guatemala te gaan.

Ook binnen de orde van de dominicanen staan de twee partijen tegenover elkaar, waardoor de indianen nog meer in de verdrukking komen. De spanningen worden vooral in Spanje uitgevochten. De pauselijke bul Sublimis Deus, die het opneemt voor de indianen, lijkt voor een positieve doorbraak te zorgen. Maar bisschop Garcia de Loaísa o.p., later zelf magister van de orde, is fel tegen. Hij schrijft protestbrieven, aanklachten en verweerschriften om de bul weer in te laten trekken, wat ook gebeurt.

Fray_Bartolomé_de_las_Casas

Fray Bartolomé is ondertussen geschokt door de massale sterfte van de indianen en schrijft in 1542 een Kort rapport over de verwoesting van de Westindische landen, een aanklacht tegen de volkerenmoord of genocide. Goedwillende dominicanen zoeken naar uitwegen en starten zelf een nederzetting in Verapaz (nu: centraal Guatemala), met veel politieke omzichtigheid, want vergelijkbare projecten waren al vernietigd.

In 1543 wordt Bartolomé in Sevilla tot bisschop gewijd van Ciudad Real de Chapa (Mexico, provincie Chiapas). In 1545 is hij terug. De nederzetting van zijn medebroeders heeft de spanningen overleefd en blijft in stand tot in 1555 oorlog uitbreekt in Verapaz. In 1567 vertrekt De las Casas definitief naar Spanje. Hij heeft drie doelen: de mensenrechten van de indianen bij het koninklijk hof en de bisschoppen verdedigen; definitieve wetten voor te bereiden ter bescherming van de indianen; en de afschaffing van de slavernij te bepleiten.

Velen zagen in die tijd indianen als domme en schaamteloze kannibalen, zonder zedelijke orde en met een minderwaardige cultuur. Slavernij heeft wel nadelen, maar helpt toch om de indianen te bekeren tot het christendom en hun gewelddadige politieke structuur af te schaffen, zo vond men algemeen.

Het debat voor of tegen de slavernij werd urenlang gevoerd aan de universiteit, het koninklijk hof en in kloosters.

Maar de slavernij wordt ook in de hoogste kringen verdedigd. Fray Bartolomé kruist de intellectuele degens met professor Juan Ginés de Sepúlveda, die een koloniale theorie uitwerkte. Het befaamde ‘wetenschappelijk’ dispuut over de filosofische en theologische onderbouwing van de slavernij vindt plaats in urenlange discussies aan de universiteit, het Koninklijk Hof en het klooster San Pablo van Valladolid.

Sepúlveda was een bekend humanist, vriend van Erasmus en Aristoteleskenner. Voor ons is het verwonderlijk dat een humanist de slavernij verdedigde en zich daarbij zelfs beriep op Thomas van Aquino. Hij was echter ook een fervent nationalist die Spanje wilde verrijken door de inkomsten van de Nieuwe Wereld, en werd gesteund door mensen die rijk werden van de Spaanse expansie.

Fray Bartolomé en Sepúlveda ontmoetten elkaar tweemaal langdurig, in september 1550 en april 1551 in Valladolid. De dagenlange discussies leidden tot de volgende argumenten en bevindingen:

– Gebaseerd op Thomas van Aquino en Aristoteles betoogde Sepúlveda dat het gaat om een ‘rechtvaardige oorlog’ omdat ‘barbaren’ tot slaaf mogen gemaakt worden. Hij betoogde tevens dat indianen geen ziel hebben en daarom ook geen mensen zijn. Hetzelfde gold tevens voor de Afrikanen. De las Casas beweert dat de ‘rechtvaardige oorlog’ alleen geldt voor moslims en heidenen en niet voor natuurvolkeren, die nog geen kans gehad hebben God te ontmoeten. De oorlog tegen oerbewoners is dus niet rechtvaardig. Zijn verdediging dat ook Afrikanen een ziel hebben werd niet gehoord, waardoor de weg naar de slavenhandel voor hen open bleef.

– Het tweede argument baseert Sepúlveda op de afgodendienst en het kannibalisme wat bestraft dient te worden. Las Casas meent dat men de indianen geen verwijt kan maken over hun heidense gebruiken omdat ze de alternatieven niet kennen.

– Volgens Sepúlveda moet men omwille van de verkondiging van de blijde boodschap het middel van de oorlog op de koop toe nemen. De las Casas weet uit ervaring dat een evangelie van terreur en geweld ieder overtuigingskracht mist.

In de verslagen is zichtbaar dat Bartolomé de las Casas minder theoretisch onderlegd was dan zijn opponent. Hij redeneerde vooral juridisch en vanuit verontwaardiging door zijn jarenlange ervaring. Een vierkoppige arbitragecommissie nam lang de tijd om tot een oordeel te komen. Pas in 1557 kwamen ze met het oordeel dat de argumenten van De las Casas sterker waren.

Na het dispuut bleef Bartolomé schrijven en zocht hij opvolgers in de Nieuwe Wereld. Hij woonde in Salamanca, Madrid en Valladolid en probeerde de Orde der Predikers zoveel mogelijk te ondersteunen.

Aan het einde van zijn leven was hij zich ook bewust van wat hij de donkerste bladzijde van zijn leven vond. Rond 1516 vond hij dat Afrikaanse slaven beter geschikt waren voor het zware werk in de goudmijnen in de nieuwe wereld. Hij ondersteunde toen een verzoek om meer Afrikaanse slaven. Daar had hij spijt van, want hij vond naderhand dat de rechten van de Afrikanen identiek zijn met die van de indianen.

Fray Bartolomé de las Casas stierf in Madrid op 17 juli 1566, zo’n 81 jaar oud. Waar hij begraven ligt weet niemand met zekerheid.

Bartolome de las Casas titelpagina Regionum indicarum per Hispanos olim devastatarum accuratissima descriptio

Titelpagina van zijn boek Regionum indicarum per Hispanos olim devastatarum accuratissima descriptio, latere uitgave Heidelberg 1664, met illustraties van Joos van Winghe.

Bartolomé de las Casas is in zijn opkomen voor waarheid een echte dominicaan en even onwrikbaar als zijn grote voorbeelden, Antonio Montesino en diens medebroeders. Daarom rekent hij zich zijn fout ten opzichte van de Afrikanen zeer zwaar aan.

Gebaseerd op de Bergrede komt hij op voor de armen en onderdrukten. Hij klaagt niet alleen aan, maar onderbouwt en argumenteert. Naast zijn felle geschriften start hij ook concrete projecten op om alternatieven mogelijk te maken. Gustavo Gutierrez, de Peruaanse bevrijdingstheoloog die ook op latere leeftijd dominicaan is geworden, noemt dit zijn ‘praktijktheologie’.

Tot in onze tijd is Barolomé de las Casas inspirerend, bijvoorbeeld voor Gutierrez, Oscar Romero, Samuel Ruiz, Dom Helder Camara en Tito de Alencar Lima, die allen opkwamen voor rechtelozen. Hij streed immers niet alleen tegen onderdrukkers, maar vooral ook tegen onderdrukkende structuren door zijn aandacht voor wetgeving en bemiddeling bij machthebbers. Ook als hij niet bereikte wat hij voor ogen had legde hij onderliggende onderdrukkende mechanismen bloot.

Monumento_a_Bartolomé_de_las_Casas_(Sevilla)

Monument in zijn geboortestad Sevilla

Zelfs in deze tijd is Spanje vaak nog niet trots op De las Casas, vanwege zijn kritiek op zijn eigen land. In Spanje staan nauwelijks standbeelden van hem, anders dan in Latijns-Amerika. Als klokkenluider wordt hij met name in conservatieve kringen nog altijd argwanend bekeken. Ramón Menéndez Pidal (1869-1968), de belangrijkste Spaanse historicus van de 20e eeuw, probeerde zelfs in 1963 nog in een omvangrijke studie aan te tonen dat Las Casas geestesziek moet zijn geweest. En tijdens de Franco dictatuur tussen 1939 en 1975 werd hij neergezet als een kwaadaardige jood die uit haat tegen het katholieke geloof en Spanje zijn vaderland in een kwaad daglicht stelde.

Bartolomé de Las Casas is de ultieme klokkenluider avant la lettre, die ook bijna 450 jaar na zijn dood nog aan het collectieve geweten van zijn vaderland knaagt.

Zijn geschriften en publicaties

Standbeeld in Havana, Cuba

  • Memorial de remedios para las indias (1518), ook verschenen als Los dieciséis remedios para la reformación de las Indias
  • Historia de Indias (1517)
  • Apologética historia sumaria (1536)
  • De único vocationis modo, in het Spaans verschenen als Del único modo de atraer a todos los pueblos a la verdadera religión (1537)
  • Memorial de los remedios (1542)
  • Representación del Emperador Carlos V (1547)
  • Treinta proposiciones muy jurídicas (c. 1548)
  • Principia Quaedam (1552)
  • Brevísima relación de la destrucción de las Indias (1552)
  • Tratado sobre los indios que se han hecho esclavos (1552)
  • Octavo remedio (1552)
  • Avisos y reglas para confesores (1552)
  • Aquí hay una disputa o controversia entre Fray Bartolomé de las Casas […] y Doctor Ginés de Sepúlveda (1552)
  • Tratado comprobatorio del imperio soberano y el principado universal (1553)
  • Sobre el título del dominio del Rey de España sobre las personas y tierras de los indios (ca. 1554)
  • Memorial-Sumario a Felipe II (1556)
  • Tratado de las Doce Dudas (1564)
  • Petición de Bartolomé de las Casas a su Santidad Pío V sobre los negocios de las indias (1566) 

Herman Stessens o.p.

Eerder verschenen

10 april 2011
Leestijd 6 min

Bartolome de las Casas (1484-1566)

Lees meer