Ook ik zit niet echt te wachten op een bezoek van een engel – dan moet er vast weer wat.’
Evangelie van vandaag, Maria Boodschap: Lucas 1, 26-38
Toen werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret.
De engel zei: ‘Schrik niet, Maria, je hebt genade gevonden bij God’.
De schrik van Maria snap ik wel.
Ook ik zit niet echt te wachten op een bezoek van een engel. Dan moet er vast weer wat.
De woestijntijd duurt inmiddels zo lang dat ik me met dit klimaat verzoend heb. Ik hunker niet langer naar het oude normaal. Het nieuwe normaal moet nog maar blijken. Ik leef nu en ben lang niet ongelukkig. Dus laat maar, engel. Ik red me wel.
Over jou zit ik ook niet in, zegt de engel in gedachten tegen me. Maar over anderen wel. En als jij ‘ja’ zegt tegen zijn geestkracht kan Gods toekomst in jou groeien. Zoals toen bij Maria. Tot geluk van anderen.
Ik aarzel een tel, en zeg: ‘Vooruit maar, Gabriel’, waarna de engel mijn gedachten uitvliegt. En er iets de kop opsteekt in mijn woestijn dat aanvoelt als een nieuw begin.
Sipke Draisma o.p.
In de zesde week van deze vastenserie hoor en lees je bijdragen van Marga Zwiggelaar, Marie-José Dusseldorp, Jan van Hooydonk, Sipke Draisma, Anneke Grunder, Marianne Merkx
