p 16 december overleed in Nijmegen broeder Jan Boks (76). Zijn lichaam is op 21 december uitgevaren vanuit de kloosterkapel van Huissen en bijgezet in de grafkelder.
De preek bij de uitvaart van broer en medebroeder Antoon Boks o.p. is hier te lezen.
Jan Boks o.p., 1943-2020
Jan werd geboren op 31 december 1943 te Schiedam. Hij kreeg als doopnamen Johannes Egidius. Hij was één van de zes kinderen van Antonius Boks en Antonia Johanna Boks-Zondag. Het dominicaanse kreeg hij van jongs af aan mee. Het gezin was actief betrokken bij de dominicaanse parochies en Jan werd er ook misdienaar.
Toen zijn oudere broer Antoon naar het Dominicuscollege te Nijmegen ging, volgde Jan niet veel later en ging naar het juvenaat dat daar was gehuisvest om broeder te worden. Op de Technische School werd hij opgeleid tot timmerman en meubelmaker. Op 12 september 1960 trad hij in bij de dominicanen, was postulant in het Albertinum en deed daar ook zijn noviciaat. Hij werd er bijkok en korte tijd later koster.
Na zijn professie op 19 maart 1962 verhuisde hij naar Zwolle en ruim een jaar later naar Mariaweyde in Venlo. In beide kloosters was hij kok. Nog geen jaar later werd zijn standplaats Huissen en kwam hij te werken in de wasserij. Toen hij daar de leiding kreeg, waar ook de habijten van het Dominicuscollege en het Albertinum werden gewassen, versnelde hij de werkprocessen om zodoende tijd te creëren om andere klussen in huis te doen.
Na enige tijd kreeg hij van provinciaal Frans van Waesberge toestemming om een avondstudie tot aannemer te volgen, die hij in 1971 met een diploma afrondde.
Door een aantal medebroeders was in het klooster te Huissen in 1967 het vormingscentrum ’t Dackhues opgericht, waardoor meer gasten van buitenaf in het klooster kwamen. Dit leidde tot verbouwingen van de wasserij en de gehele derde verdieping van het klooster. Initiator en uitvoerder van deze bouwprojecten was Jan.
In zijn opleiding tot aannemer had hij ook geleerd om een financiële administratie op te zetten en te voeren. Vanuit de Orde werd op deze vaardigheid van Jan een beroep gedaan toen de nood aan de man kwam.
Bij de feestelijke opening van De Herberg in Huissen. De plaquette is bij de ingang in de muur geplaatst.
Toen hij gekozen was in het provinciaal consilie in 1977, kwam het op zijn pad om feitelijk leiding te geven aan het afbouwen en opheffen van het klooster te Rijckholt. Dit betekende dat hij daar ook ging wonen. Later zou hij nog vele malen betrokken zijn bij het opheffen van dominicaanse huizen. In 1980 ging hij wonen in het Albertinum om daar syndicus te zijn. In 1985 keerde hij terug naar Huissen. Hij werd syndicus van de provincie, was verantwoordelijk voor het onroerend goed van de Orde en de materiële voorzieningen voor ouderen en uitwonenden.
Het was een zwaar takenpakket en dat werd voor de energieke en schijnbaar onvermoeibare Jan te zwaar. Zo werd er iemand van buitenaf aangetrokken om de boekhouding op het provincialaat te doen. Nadat hij 16 jaar provinciaal syndicus was geweest, kon hij niet meer herbenoemd worden. Hij bleef echter de boekhouding doen van de communiteiten van Huissen en Rotterdam en bleef verantwoordelijk voor het dominicaans onroerend goed en de materiële voorzieningen voor ouderen en uitwonenden. Hij had ook zorg voor het dominicaanse kerkhof in de tuin van het Albertinum en regelde de logistiek rondom uitvaarten van medebroeders.
Toen Jan dominicaan werd, waren er duidelijke verschillen en scheidslijnen tussen lekenbroeders en klerikale broeders. In de tweede helft van de jaren zestig ervoer hij tot zijn eigen vreugde hoe die scheidslijnen meer werden opgeheven. Later kreeg hij dispensatie om als niet-gewijde provinciaal syndicus te zijn (1985 – 2001) en vele jaren lang supprior van Huissen.
Emancipatorisch was Jan ook als het ging om de verhouding tussen dominicanen en leden van de dominicaanse regionale familiegroep. Voor hem was iedereen gelijk en vele jaren was hij geëngageerd lid van de dominicaanse familiegroep in Huissen. Kinderen van deze groep vonden het fantastisch om met Jan als boomlange man te spelen.
Hij was een echte familieman en onderhield nauwe banden met zijn broers en zussen en hun kinderen. Op Oudejaarsdag, zijn verjaardag, kwamen zij bij elkaar in het klooster te Huissen. Ook had hij een jarenlange trouwe vriendschap met Maria Lamers, totdat zij verongelukte.
Naast de renovatie van het klooster te Rotterdam en de grote restauratie van het klooster te Zwolle, leidde hij nog twee bouwprojecten in Huissen. In 1992 werd daar de kapel intern verbouwd en heringericht en hij begeleidde de bouw van De Herberg (2016-2018), de nieuwbouw voor de Stichting Dominicanenklooster Huissen. Tijdens die bouw openbaarde zich bij Jan verschijnselen van Alzheimer. Jan zelf kon dit maar moeilijk onderkennen. Begin oktober 2020 moest hij worden opgenomen op de pg-afdeling van Aqua Viva te Nijmegen. Daar sliep hij op woensdagmorgen 16 december 2020 rustig in.
Velen zullen Jan vooral herinneren als een man van weinig woorden die altijd klaar stond voor medebroeders en communiteiten die een beroep deden op zijn kwaliteiten en de taken waar hij voor stond. De Orde mag hem heel dankbaar zijn.
Moge Jan rusten in vrede.
De eucharistie bij zijn uitvaart hebben we gevierd in de kapel van het Dominicanenklooster te Huissen op maandag 21 december, waarna zijn lichaam is bijgezet in de grafkelder aldaar.
De grafkelder in Huissen daags na de uitvaart.