28 December 2020

‘Haast U mij te helpen’

Ga naar overzicht

Deel op:

oe raakt deze tijd de zielen van mensen? Leden van de predikorde zoeken naar woorden. Pastor en lekendominicaan Roy Clermons voelde zijn boosheid en opstandigheid openbreken.

door Roy Clermons o.p.

Soms wordt mijn geloof opeens nieuw leven ingeblazen. Ik probeer daar ontvankelijk voor te zijn. Begin november verbleef ik in de stilte van de Adelbertabdij in Egmond Binnen, waar zo’n openbaringsmoment plaatsvond.

Ik was onrustig en wat zwaarmoedig. Via de NOS-app volgde ik de Amerikaanse presidentsverkiezingen en de idiotie waarmee Trump tekeer ging. Ik dacht aan de branden in het Amazonegebied, Californië en Siberië, aan de aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk en de bedreigingen van docenten in Nederland.

Het maakte me boos en opstandig. Ik vond overal wat van en het hing me allemaal de keel uit, inclusief de onrust in mijn privéleven. Het liefste wilde ik het allemaal oplossen, wegpoetsen, laten verdwijnen.

God kom mij te hulp,
Heer haast U mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen.

Dat baden we telkens, met de broeders in de kloosterkerk. Ik keek naar de andere kloostergasten en realiseerde me dat ik waarschijnlijk niet alleen was met mijn onrust. Tijdens de koffie bleek dat te kloppen. Ieder heeft zijn of haar eigen weg met zorgen, problemen en lijden.

Ze tuimelt in God die zich – wonder boven wonder – in onze diepste diepten bevindt

Hannah Arendt schreef eens dat het meest eigene van het menselijk bestaan de grilligheid en de ongewisheid ervan is en de onvermijdelijke confrontatie met lijden en dood. Dat heeft ze mooi gezegd, maar wat kan ik ermee? Misschien schept het helderheid in mijn hoofd, maar niet in mijn gevoel. God kom mij te hulp, Heer haast U mij te helpen.

’s Avonds in de stilte op mijn kamer las ik in een boek van Bieke Vandekerckhove, die in 2015 op haar 46e overleed aan ALS. Haar boek, De smaak van de stilte, hoe ik bij mezelf ben gaan wonen (Ten Have, Utrecht, 2011) raakte me tot in het diepst van mijn ziel.

Bieke Vandekerckhove vecht jarenlang met zichzelf en haar gevoelens van onmacht, boosheid, angst en verdriet, totdat ze stoot op een diepere laag in zichzelf. Uiteindelijk, schrijft ze, sterft ze aan zichzelf: haar zelfbeeld, godsbeeld en alle concepten over het leven worden onderuitgehaald.

Ze tuimelt in God, schrijft ze, die zich – wonder boven wonder – in onze diepste diepten bevindt. ‘Na een verschrikkelijke worsteling met de broosheid van dit bestaan, belandde ik op een punt van puur, eenvoudig, naakt, overvloedig en louter zijn. Vraag me niet hoe. Ik kan er geen zinnig woord over zeggen.’

egmond abdijkerk

Abdijkerk Egmond, beeld: Kerkfotografie.nl

Er gaat in dit naakte zijn een onbegrensde vrijheid open, een draagkracht alsof ze even wordt opgetild naar de eeuwigheid – en dan weer terugzakt in de tijd. Dit besef en de schaarse ervaringen verandert haar leven totaal. Ze verlangt naar verbondenheid met zichzelf, met God, met alles en iedereen. Soms krijgt dat concreet vorm, meestal niet. Ze beschrijft hoe ze leert om in al haar broosheid zonder angst de diepte van haar ziel te kijken, die bodemloos lijkt.

‘In plaats van ons te verzetten tegen het duister van niet-weten, moeten we ons er juist helemaal door laten overweldigen. Het is een spoor van je wijden en toevertrouwen aan het Leven zelf.’

Zulke passages uit haar boek vonden weerklank in mij en gaven nieuwe betekenis aan vertrouwde geloofstaal als ‘genade’, ‘niet mijn wil, maar uw wil geschiedde’, ‘nederdalen ter helle’, ‘op de derde dag verrijzen’… Het was alsof het stof eraf geblazen werd.

Zelfs Trump, moslimfundamentalisten en complotdenkers zijn kwetsbare mensen zoals ik.

Nu ik dit opschrijf zoek ik naar een verwoording van dit weten. En ik zie in gedachten Christus hangen aan het kruis, boven het altaar in de kloosterkerk. Dit beeld drukt Gods ongekende en grenzeloze mededogen uit met alles en iedereen, tot in en voorbij de dood. Wij zijn geliefde mensen in een gebroken wereld.

Dit besef breekt mij open. Ik kan vanachter de schijnveiligheid van mijn zelf opgetrokken muur met modder naar anderen gooien. Maar zelfs Trump, moslimfundamentalisten en complotdenkers zijn kwetsbare mensen zoals ik.

Is dit naïef? Wellicht in de ogen van velen wel, maar ik raak er meer en meer van doordrongen dat strijd niet met strijd beslecht kan worden. En dat mensen zich pas openen voor anderen als ze zich gezien en gehoord weten in hun diepste wezen, die tegelijk hun grootste kwetsbaarheid is.

*

In deze serie verscheen al:
Om het heil der zielen’ van Ineke van Cuijk o.p.
Thomas’ remedies tegen verdriet van broeder Augustinus Aerssens o.p.
‘De ziel moet altijd op een kier’ van Joke Schalkenraad o.p.

Zien, stilstaan en delen bij Maria in Oele van Marie-José Dusseldorp o.p.
Covido ergo zoom, van Evert van den Berg o.p.

We zijn zielig noch heilig van Marianne Merkx o.p.