15 November 2020

‘Je bent je hele leven zuster aan het worden’

Ga naar overzicht

Deel op:

e 16e november is de traditionele professiedag van de dominicanessen van Neerbosch. Ter ere van alle oudere zusters een portret van een van hen, zr. Brigit van Beusekom, die 70 jaar geprofest is.

door Arjan Broers
Behalve zuster Brigit vieren nog drie zusters een kroonjaar in de congregatie. Zuster Dini Degen spant de kroon met 75 jaar. Zusters Eugenie de Jong en Truus Sijm zijn 65 jaar geprofest. Ze vieren hun feest daags voor de eerste professie van Marga Zwiggelaar en Marieke Al, voor zover hun gezondheid en de coronaregels het toelaten.

Zuster Brigit is 88 jaar en opmerkelijk fit. ‘Het is een bijzonder jaar voor me’, zegt ze. ‘Ik heb een heel dik boek gelezen dat niet bestaat, alleen in mijn hoofd. Op allerlei momenten kwamen er stukjes van mijn levensverhaal terug in mijn herinnering. Ik beleef dit feest als een stukje voltooiing, want hoewel ik nog van alles kan en nog niet klaar ben met het leven, weet ik niet hoeveel tijd ik nog krijg.’

Behalve aan haar eigen levensverhaal denkt ze dit jaar vaak aan hoe Jezus na zijn opstanding aan zijn leerlingen verscheen. ‘Jezus zegt dan niet: “Waar waren jullie toen ik stierf?” Hij zegt: “Vrede zij met jullie”. Ik heb het gevoel dat Jezus mijn hele leven lang zo bij mij binnenkomt.’

'Als klein kind al speelde ik zustertje, met een gehaakt theekleedje op mijn hoofd'

Zuster Brigit van Beusekom werd in 1932 in IJmuiden geboren. ‘Vanmorgen nog herinnerde ik me opeens hoe ik vlak na de bevrijding naar de kerk ging’, zegt ze. ‘Ik vond een plekje in een volle bank. Een ordebewaker liep langs met een sjerp om, waarop stond: eerbied in Gods huis. Hij zei: “Je kunt daar verderop ook nog zitten hoor”. Ik keek naast me en zag dat er Duitsers in de bank zaten. Die hadden nog niet terug naar hun land gekund.’

‘Maar ik zei: “Ik zit hier prima”. Zo was ik opgevoed: die Duitsers waren allereerst ook mensen. Ik heb hier nooit meer aan gedacht, hoewel de oorlog een grote indruk in mij heeft achtergelaten. Maar deze herinnering kwam opeens tevoorschijn.’

Ze wilde altijd al zuster worden, ‘zo lang ik me kan herinneren’. Ze kijkt weg en zwijgt even. De herinnering raakt haar. Dan giechelt ze en vertelt: ‘Als klein kind al speelde ik zustertje, met een gehaakt theekleedje op mijn hoofd. Later, toen ik er twee van had versleten, gaf mijn moeder me een luier waar ze een rood kruisje op had geborduurd. Ik was zes jaar, maar herinner me dat het voelde als een degradatie.’

Brigit-v-Beusekom1

Zr. Brigit van Beusekom o.p.

Waarom wilde ze religieus worden? ‘Het was iets innerlijks’, zegt zr. Brigit. ‘Ik kan het moeilijk uitleggen. Ook als het druk en gezellig was in huis ging ik soms even naar boven. Niet lang hoor. Maar ik heb altijd een behoefte gehad aan momenten van stilte en contact met het Geheim.’

‘Ik ben opgegroeid bij de zee, die is voor mij beeld van het leven. De zee is er altijd, maar de kleur van het water en de golfslag is steeds anders. Soms zag ik bij de sluizen schepen liggen die de stormballen al klaar hadden hangen, ofschoon de zee nog rustig was. Ze wisten dan al dat er storm op komst was. Er is altijd wat aan de gang in diepe wateren.’

Het was toeval dat zr. Brigit bij de dominicanessen terechtkwam, maar ze voelde meteen dat ze er paste. Ze kende de zusters van het Arme kindje van Jezus en franciscanessen, gekleed in zwart en bruin. Maar op een dag mocht ze mee met de moeder van de kapelaan van haar parochie. Zij had namelijk twee dochters in Neerbosch, en als Brigit met haar meeging, mocht ze een keer extra bij hen op bezoek. ‘Ik voelde hier een lichtheid, niet alleen omdat ze een wit habijt droegen. Het was een vriendelijkheid, een open geest die me aantrok.

'Ik weet wat het is om ontheemd te zijn'

Ze trad in en deed op 16 november 1950 professie. Ze was een tijd manusje van alles in Neerbosch, in de strijkkamer en de keuken. Vervolgens werkte ze in de keuken van het Piusconvict in Nijmegen en daarna in de grote keuken van het oude Huize Rosa, waar zo’n 60 tot 80 zusters woonden.

Ze hongerde naar kennis en studie en las alles wat ze kon vinden, al waren het oude kranten. ‘De oorlog had mijn opleiding verstoord’, vertelt ze. ‘We zijn toen een keer of tien verhuisd of geëvacueerd en ik moest steeds opnieuw op scholen beginnen. Ik weet wat het is om ontheemd te zijn. Misschien heb ik daarom altijd sympathie gevoeld voor vluchtelingen.’

De oorlog had haar ook onzeker gemaakt. ‘Dat was niet altijd te zien aan de buitenkant’, zegt ze. ‘Maar het speelde wel een rol. Toen mijn medezuster Holkje van der Veer een tijd geleden met haar boek over angst kwam, heeft me dat een impuls gegeven om te blijven durven.’

2018-oude-Rosa

De oude Rosa

In 1963 mochten de huiszusters, zoals ze toen nog heetten, buitenshuis gaan werken. Ze kregen ook inspraak in hun apostolaat. Brigit kwam terecht in de gezinszorg in Amsterdam. ‘Voor mijn persoonlijke ontwikkeling is dat ongelofelijk belangrijk geweest. Ik zat weer op school, we deden elke week een excursie en al na korte tijd kwam ik ook in gezinnen.’

‘Ik wilde eigenlijk graag studeren, maar dat kon toen niet. Ik herinner me nu nog dat pater Kelderman tegen me zei: “Brigit, geloof me: het leven zal je alles leren”. En dat is waar gebleken. Ik heb vaker zulke profetieën gehad van mensen in mijn omgeving.’

Als gezinszorger kwam ze overal, van welgestelde tot straatarme gezinnen. Ze ontmoette er verdriet en wanhoop vanwege ziekte en dood, en situaties waarin man en vrouw elkaar haast de tent uitvochten. Zr. Brigit: ‘Ik leerde er dat respect vóór de liefde komt. Respect heb je nodig als je de liefde niet meer voelt. Ik heb er veel naar mensen geluisterd, ze vertelden me veel. Het was een moeilijk leven, maar ik heb er ook zoveel van gekregen.’

‘Inmiddels kan ik zeggen dat de tranen in parels zijn veranderd'

Ook al kon ze niet studeren, ze deed wel allerlei cursussen. ‘Dat kwam ook omdat ik na drie jaar verder moest zoeken, want mijn stem was te zwak. Soms kon ik al na een paar uur werken niet meer goed praten. Sommigen zeiden dat het de zenuwen waren, dat ik het werk niet aankon. Ik wist dat het iets anders was, maar niet wat. In het ziekenhuis konden ze niet vinden wat er met mijn stem aan de hand was. Dat is denk ik wel de moeilijkste tijd in het klooster geweest.’

Ze mocht van het bestuur van de congregatie zelf op zoek naar ander werk. Via het arbeidsbureau deed ze een administratieve opleiding en vond ze werk op het hoofdbureau van het maatschappelijk werk voor blinden en slechtzienden in Amsterdam. Ook daar werkte ze met veel plezier, maar ook daar kwam ze in de problemen door haar stem.

‘Een tijd van tranen was dat’, zegt ze. ‘Inmiddels kan ik zeggen dat die tranen in parels zijn veranderd. Wat ik daarmee bedoel? Dat ik door dat verdriet zo veel kennis van mensen heb opgedaan. Alle mensen moeten op enig moment knokken in hun leven en leren vertrouwen.’

2018-kapel neerbosch

De in 2015 opgeleverde Dominicuskapel, waar op 16 november twee vrouwen professie doen als dominicanes.

Door dit werk ontmoette ze weer iemand die een beslissende duw gaf in haar leven. ‘Ik werkte een dag in de week bij een blinde maatschappelijk werkster, bij wie ik ook braille leerde lezen. Zij hoorde dat er iets aan de hand was met mijn stem en moedigde me aan om naar de dokter te gaan. “Overdrijf het maar”, zei ze. “Zeg maar dat er niet mee te leven valt”.’

‘Ik heb naar haar geluisterd en toen pas werd duidelijk wat er was. Door een verwaarloosde ziekte vele jaren daarvoor was een van mijn stembanden verlamd. Ik was heel blij te weten wat het was. Maar ik ben er pas in 2000 aan geopereerd. Mijn stem is nog steeds niet sterk, maar ik kan er meer mee doen dan toen. Dat is een groot geschenk in mijn leven.’

Tussen 1973 en 1990 werkte zr. Brigit in Den Haag. Eerst als hulp op een pastorie, maar dankzij pastorale toerustingscursussen kon ze aan de slag in een parochie. ‘Ik herinner me dat ik uit twee parochies kon kiezen’, vertelt ze. ‘De eerste kerk was heel mooi en ik hou zo van mooi. Maar toen ik bij de andere parochie was geweest hoorde ik een stem zeggen: Hier moet je wezen. Dat bleek ook zo te zijn. De pastoor was betrokken bij ATD-Vierde Wereld, de armoedebeweging. De parochie had geen cent te makken, maar wat was die gemeenschap close met elkaar. Dat waren gouden jaren.’

'Mijn medezusters zijn mijn eerste apostolaat'

Zr. Brigit van Beusekom o.p.

In 1990 werd ze benoemd als kosteres in de nieuwe Rosa in Nijmegen. ‘De parochie wilde een handtekeningenactie opzetten om me te behouden, maar ik had al ja gezegd. Ik vond het wel jammer, maar dat is de beschikbaarheid die ik heb beloofd bij mijn professie. Wat mij betreft zijn mijn medezusters mijn eerste apostolaat.’

Inmiddels is zr. Brigit dertig jaar in Nijmegen. Ze was lang kosteres, na de nieuwe Rosa (het verzorgingshuis) ook in de Catharinahof dat ernaast ligt, waar zusters zelfstandige appartementen hebben. Nog steeds is ze bij van alles betrokken, leest ze en schrijft ze brieven, vorige week nog aan minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken, uit zorg voor de manier waarop China met de Oeigoeren omgaat. Ook hier heeft ze contact met vluchtelingen. Eén van hen, een Irakese advocaat die ze vroeg om haar te helpen vertrouwd te raken met haar computer, is een vriend geworden.

Nog steeds is ze blij dat ze 70 jaar geleden professie deed in de congregatie van de dominicanessen van de Heilige Familie te Neerbosch. Zr. Brigit: ‘In het boek Dienstbaar en vrij, dat in 2012 verscheen, staat dat ons leven gevestigd is op vier pijlers: gebed, gemeenschap, permanente vorming en studie. Dat laatste niet alleen uit boeken, het leven zelf is een leerboek. Je bent je hele leven zuster aan het worden.’

‘Het eigene van onze congregatie is in de loop der jaren meer zichtbaar geworden’, zegt ze. ‘De gemeenschap tussen de zusters is sterk, terwijl er ook veel vrijheid is om jezelf te zijn. En er is een positieve levenshouding voelbaar: we hebben aandacht voor wat er wel is en voor wat er goed is. Dat stemt me heel dankbaar.’

Eerder verschenen

28 oktober 2020
Leestijd 1 min

Professie dominicanessen van Neerbosch

Lees meer