n het juninummer van het Tijdschrift voor Kerkgeschiedenis staat een artikel van Jacques van der Lee o.p. over de Nederlandse missiebisschop Michael Holterman o.p..
Jacques van der Lee o.p.
Vanaf 1870 nam de Nederlandse provincie van deze orde het pastorale roer op de zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen, Curaçao, Aruba, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba over van seculiere priesters. En dus kwam ook het kerkelijk bestuur ook in handen van Nederlandse dominicaner bisschoppen.
In zijn artikel focust Jacques van der Lee, oud-missionaris en archivaris van de Nederlandse dominicanen, op leven en werk van de dominicaan Michael Holterman, die van 1957 tot en met 1973 bisschop was op de eilandengroep.
Holterman werd in 1906 geboren in Zwolle en werkte al vanaf 1932 op de Antillen. Zijn ambtstermijn als bisschop, die zestien jaar omvat, werd in de beginjaren gekenmerkt door een nieuwe politieke status van de kolonie en tegen het eind door een heftig maatschappelijke revolte op Curaçao.
Bij de opstand van 30 mei 1969 werden veel branden gesticht in Willemstad. Ook Holtermans huis en het bisschoppelijk archief gingen verloren. Dat was voor Holterman de genadeslag. In 1973 nam hij vroegtijdig ontslag. Zonder vaste thuisbasis deed hij pastoraal werk in parochies, totdat hij in 1977 kon fungeren als pastoor in Soto. Hij bleef dat tot 1982. In 1984 kwam hij terecht in het Curaçaose bejaardenhuis Welgelegen, waar hij stierf in 1988.
Onder het episcopaat van Holterman bruiste het van activiteiten en initiatieven. De bisschop was daarvan vaak zelf de motor. Hij zorgde voor de bouw van kapellen, scholen en clubs en was zeer betrokken op de katholieke kranten. Jacques van der Lee werkt in zijn artikel de stelling uit dat Holterman stond in een politieke traditie van de Nederlandse medebroeders die hem zijn voorgegaan als bisschop.