Hoe is het bij jullie?’ Voorjaar 2020 legde het Coronavirus de samenleving stil. Mensen zochten hun evenwicht. Hier staan korte berichten uit de dominicaanse familie, van half maart tot half mei geschreven.
NB: vanwege de versoepeling van de coronamaatregelen is deze rubriek gesloten. Wel zullen er nog beschouwingen komen over deze tijd. Overleg met de redactie als je ideeën hebt: info@dominicanen.nl
12 mei
Baptiste Tuin o.p.
Vrijdagmiddag 1 mei kon ik een opgewekte inzending sturen naar ‘Ondertussen in…’ met de mededeling dat het kwaadaardige corona-virus Huize Bijdorp nog niet had ontdekt. Nog geen vierentwintig uur daarna was het mis: besmetting, zieke mensen en positieve uitslag van de tests, ondanks de ‘lockdown.’
Vanaf maandagmorgen 4 mei is heel Huize Bijdorp in strenge individuele quarantaine: niet van de kamer af, medewerk(st)ers en verzorgenden met mondkapjes en beschermende kleding: ònwerkelijk en bizar. Terwijl de samenleving langzaam en voorzichtig weer open gaat, trekt Bijdorp dicht.
Toch hebben we ons vanaf begin maart strikt aan de voorschriften en de protocollen gehouden: afstand bewaren, handen wassen, niet van het terrein af, mondkapjes voor de medewerkers.
Inmiddels heeft Corona zijn slachtoffers hier in huis geëist: br. Jozef de Vlaam, zr. Martini Kruis en zr. Antonita Hollenberg. Het is tragisch dat ze na een zó vol leven in alle stilte moesten worden weggedragen.
01 — 05
Zuster Regina – algemeen overste en afgevaardigde van de congregatie – en pater Piet Magnin hebben het strenge verbod tijdelijk overtreden. In de kapel bij de brandende paaskaars en een foto van de overledenen hebben ze een korte viering gehouden met gebed, evangelielezing en het ‘In memoriam’ van beide zusters en Jozef de Vlaam.
Indrukwekkend en ontroerend.
Alle zusters, broeders en bewoners hebben dat via het tv-kanaal op de kamers gevolgd. Op de kist van beide zusters lag een mooi bloemstuk van alle zusters en broeders. De dragers in donkergrijs pak droegen de kist naar ons kerkhof, gevolgd door Piet Magnin en zuster Regina.
Na de corona-periode zullen we ze in een uitgebreide viering gedenken.
Inmiddels zijn er nog meer zusters en een van de broeders door corona besmet, plus een aantal medewerkers.
Voor ons blijft het onwerkelijk dat we elkaar niet zien, ontmoeten, samen bidden, eten met elkaar. Wèl is er veel onderling telefooncontact, onder andere door middel van ‘belcirkels.’ Een enkeling begrijpt de situatie niet helemaal, maar de meesten maken het goed in de onvrijwillige retraite, ook dankzij de uitstekende zorg van de medewerkers.
Oproep: 'Ik ben bij Bijdorp'
Beste lezer,
De kapel van de zusters en broeders in Voorschoten is leeg. Alle bewoners moeten op hun kamers blijven.
Het zou mooi zijn als wij die kapel een beetje konden vullen met kaarten die onze verbondenheid uitdrukken: bij voorkeur kaarten van kaarsen of andere lichtjes. Als de quarantaine straks wordt opgeheven, kan er een ketting van kaarten hangen, als ware het een ketting van gebed.
Stuur uw ansichtkaart – evt. met de vermelding Ik ben bij Bijdorp – naar:
Huize Bijdorp
t.a.v. Regina Plat o.p.
Veurseweg 3
2251 AA Voorschoten
11 mei
Inmiddels zijn twee zusters en één broeder (Jozef de Vlaam) op de verpleegafdeling van Huize Bijdorp aan corona overleden.
4 mei
Huize Bijdorp
Ondanks de strikte maatregelen is nu toch Corona vastgesteld in Huize Bijdorp in Voorschoten, op de verpleegafdeling. Vier zusters en een broeder zijn besmet, en daarnaast een aantal burgerbewoners en medewerkers.
De bewoners zijn nu in strenge quarantaine: ze mogen tot 10 mei niet van hun appartementen af.
Laten we de zusters en broeders nabij zijn in gebed.
Vanuit Santa Sabina in Rome, het internationale bestuur van de Orde van de Predikers, kwam een nieuw overzicht over Corona in de dominicaanse wereld.
Moniale zusters
– Italië, Cremona: alle besmette zusters herstellen.
– Duitsland: alle zusters in de gemeenschap van Regensburg herstellen goed en er zijn geen nieuwe gevallen.
– Frankrijk: alle eerder zieke zusters zijn weer beter.
– Spanje, Paterna: twee zusters zijn besmet zonder symptomen, een zuster ligt nog in het ziekenhuis.
Broeders, zusters en leken
Jos Smeets o.p.
– België: op 30 maart overleed br. Jaak Vandenbulcke; op 20 april overleed br. Jos Smeets.
– Duitsland: een broeder ligt in Hamburg in het ziekenhuis en zijn toestand is stabiel.
– Frankrijk: op 17 april overleed br. René Luneau.
– Italië, Bologna: de situatie van zr Imeldine uit Villa Pace blijft zorgwekkend. Een lekendominicaan van de Broederschap van Barra overleed.
– Spanje: op 17 april overleed br. Francisco J. Pujante Pellicer. Ook stierven twee lekendominicanen.
– In Madrid zijn drie broeders gestorven: br. Antonio Gutiérrez, br. Eusebio Peña en br. Ticiano Vara. Van de laatste is niet zeker dat hij covid-19 had. Eerder ziek geworden broeders herstellen of zijn al hersteld.
1 mei
Baptiste Tuin o.p.
Als de dag wakker wordt ’s morgens en ik mijn raam openzet, kijk ik uit op zwarte, gevlekte en witte lammetjes en een paar goedmoedige schapen. Even verderop is de afdeling van de geiten in twee generaties en daar in de buurt kuikentjes in meerdere kleuren en maten. Ze zijn geboren in een wereld, die even helemaal de kluts kwijt is, maar die jonge levende wezentjes hebben daar totaal geen boodschap aan. Het springt, huppelt, eet en drinkt, slaapt, ademt en geniet.
Intussen komen de kranten, de televisie en de radio met de meest schrijnende berichten en situaties: eenzaamheid van ouderen, onmacht van jongeren, oplopende spanningen, dreigend failliet en werkeloosheid. Soms vraag ik me verbaasd af:
Wie waren we eigenlijk vóór maart van dit jaar?
Nog geen twee maanden verder – en we hebben we het over mondkapjes, afstand houden, quarantaine en lockdown. O ja, de afstand creëert nabijheid en creativiteit, maar net zo goed grote emotionele schade: geen bezoek bij ouders en grootouders, geen vieringen in de vertrouwde kerk of kapel, geen school, geen sport. Er is dezer dagen erg veel géén. Een oudere dame – ooit gevlucht uit Roemenië – schreef me, dat ze zich bedreigd voelt, haast weer in een oorlogssituatie.
Wij zijn hier bevoorrecht boven vele anderen. Het kwaadaardige virus heeft Huize Bijdorp nog niet ontdekt. We zijn wel ‘lockdown’ maar niet in individuele quarantaine. We hebben elkaar, een uitgebreid terrein met bloeiend groen, goede zorg en de vieringen in de kapel kunnen doorgaan, zij het dan sterk versoberd, met een beperkte groep en op gepaste afstand van elkaar. Het zijn vieringen met een schaduw, waarin woorden, gebeden en liederen soms een andere lading krijgen. In de psalmen stuiten we nu meer dan anders op de verzen over ziekte en dood.
‘Zo tergden zij Hem door hun daden
en een ziekte brak onder hen uit.’
(Psalm 106, 29)
Overigens kwam in het morgengebed op 21 april bij het gedenken van de overleden zusters de naam ‘zuster Corona ’voorbij. Dat is òòk wat!
Niet al onze huisgenoten zijn doordrongen van de ernst van de situatie. Hoezo niet te communie? Hoezo afstand houden? Hoezo steeds handen wassen? En tòch passen ook de alleroudsten zich aan met de flexibiliteit van een lang kloosterleven. Dat kan ik dan weer bewonderen. Alles overziend hebben we hier geen enkele reden tot klagen, hoewel ik mijn fietstochtjes over het terrein toch graag weer wat zou uitbreiden, maar dat is van ondergeschikt belang.
27 april
Jozef Essing o.p. vertelt over de stilte in het Zwolse klooster en de leerlingen van Emmaus. Dit is deel van een wekelijkse vlog als ‘medicijn’ in tijden van corona vanuit het Dominicanenklooster Zwolle.
Klik hier voor meer vlogs.
25 april
Gerard Braks o.p.
Op 11 maart hebben we onze laatste Breukelen-Groot gehad, waar alle broeders die kunnen reizen bij elkaar komen. Er werd mij toen al van verschillende kanten gevraagd: ‘Durf jij nog hier te komen?’
Nuenen lag toen aan de rand van de Brabantse brandhaard. Er is ondertussen veel veranderd, met name in De Akkers, het verzorgingshuis waar ik woon.
Daar zijn twee afdelingen. Zelf woon ik in de ‘somatiek’, een afdeling van ouderen, die lichamelijke verzorging krijgen. Daar is gelukkig nog geen corona geconstateerd. Daarnaast kennen we de afdeling ‘psychiatrische geriatrie’, waar ik bij hoge uitzondering kom. Daar zijn door corona inmiddels 17 bewoners overleden.
Uiteraard drukt dat z’n stempel op het geheel. Niemand mag De Akkers in of uit. Met name voor de bewoners van de P.G. is dit moeilijk te bevatten. Ook in ‘De Gasterij’, waar de bewoners van de somatiek samen koffiedrinken, eten en allerlei activiteiten hebben, is het stil. De gezellige sfeer is weg. Mensen van buiten mogen niet meer komen eten.
Ook in de kapel is het stil. Van dinsdag tot en met vrijdag en op zondag ga ik daar voor in een Eucharistieviering, waarbij alleen de broeders van Johannes de Deo aanwezig mogen zijn. Maar we hebben een band naar buiten. Als enige kerkgelegenheid hebben wij een vaste verbinding met de LON, de Lokale Omroep Nuenen, die al onze vieringen life uitzendt. Daar zijn we heel blij mee.
In overleg met pastoor Vossenaar o.f.m van de parochie en de pastoraal medewerker van De Akkers, Joop Lankhaar, heb ik een schema van de Goede Week vieringen opgesteld. We zijn daarin voor zover mogelijk samen voorgegaan, wat heel wat positieve reacties opleverde. Ik ben blij dat wij vanuit De Akkers, die momenteel vol hangt met kindertekeningen en goede wensen, op een bescheiden manier iets kunnen doen voor de bewoners van Nuenen en omstreken.
Blijf gezond en maak het goed.
22 april
Tiemen Brouwer o.p. (Foto Ramon Mangold)
De vraag om meer gebed kwam ook in onze communiteit op. Vanwege ons specifieke apostolaat zijn wij exempt van de gebedsregels in de Constituties van de orde. Het biechtapostolaat vraagt, dat ieder van ons in de loop van de week een vastgesteld aantal uren in zijn biechtstoel in de kerk plaatsneemt.
Natuurlijk is er dan niet aanhoudend de ene penitent na de ander. Er is tussendoor tijd om te lezen, of, – je zit immers in een kerk, – om te bidden. De meesten van ons geven er de voorkeur aan om het getijdengebed als privégebed te bidden in de uren die in de basiliek worden doorgebracht. Op vrijwillige basis verzorgen enkelen van ons het gezamenlijk gebed in de eigen kapel: de vespers, soms ook completen, voor de avondmaaltijd.
Toen kwam het coronavirus. We begrepen de ernst van de situatie, die ook op onszelf zijn repercussies zou kunnen hebben. Spontaan kwam toen de vraag op om meer gemeenschappelijk gebed. De prior deed voorstellen, die we bediscussieerden. Momenteel is iedere avond het grootste gedeelte van de communiteit in de kapel te vinden, niet slechts voor het bidden van de vespers, maar ook van het rozenkransgebed, aan de vespers voorafgaand.
Wat vroeger onmogelijk was – gemeenschappelijk gebed – heeft de coronavirus voor elkaar gekregen! Nood leert bidden.
16 april
Marianne Merkx o.p.
Koorts bij zoonlief, dat betekent quarantaine, ook voor mij. Van altijd onderweg via veel thuis, nu naar alleen maar thuis. Snel nog een bloemetje voor de deur bij een jarige vriendin. Op de terugweg ga ik tot mijn eigen verbazing langs de parochiekerk en brand er drie kaarsen, één voor de zieken, één voor de allenigen en één voor alle er bijna onderdoor-werkers. Ik treuzel, kan niet wegkomen. Tot ik een dikke Noveenkaars heb aangestoken.
Zoon is gelukkig snel koortsvrij en na een dag of negen klachtenvrij, op de moeheid na. Inmiddels ben ik zelf in de lappenmand beland. Corona? Wie zal het zeggen, het lijkt er wel erg op. Bijna alle symptomen, het grillige karakter en recent contact met een vastgestelde Coronapatiënt.
Mijn wereld wordt nog kleiner, letterlijk en figuurlijk. In isolatie. Wat er in de wereld, in mijn omgeving en in huis gebeurt, ontgaat me grotendeels. Nieuwe rituelen ontstaan: temperaturen, liters kamillethee, handen wassen, weer handen wassen, naar de stilte buiten luisteren. Wat later ook dagelijks genieten van het gedicht op de poëziekalender, van dierbare appjes van trouwe vrienden, familie en collega’s, van verstrooiing door hapslikweg-televisie. Maar niet zonder flinke porties stilte.
Het wordt ook stiller in mezelf. Geen gepieker, geen heilig moeten. Minder hoofd op pootjes, meer mens. En ik niet alleen. Bij de speciale Coronahuisartsenpost tref ik tot drie keer toe een huisarts die nabij is, troost geeft en bemoedigt, geheel gehuld in wit pak, mondkapje en beschermbril. Het omhulsel hindert niet, ik voel me beter verstaan dan ooit.
Hoe minder ik kan doen, hoe meer ik kan loslaten. Minder adem, maar wat een verademing.
Langzaam maar zeker nemen klachten af en krachten toe. Mijn wereld gaat weer open. Emoties maken plaats voor gevoelens. Verbondenheid voelt intenser. Bekende woorden komen anders binnen.
Laat
Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd
En laat de tijd je nemen –
Laat.
uit: Leonard Nolens, ‘Laat alle deuren op een kier’, 2004.
14 april
Erik Borgman o.p.
Alsof ik de paus ben, dacht ik even. Het was geen hoogmoed, geloof ik. Maar het voelde even zoals in mijn verbeelding de paus zich gevoeld moet hebben toen hij op 27 maart een extra Urbi et Orbi-zegen gaf op een leeg Sint-Pietersplein, symbool voor een stad en een wereld die tot stilstand lijkt te zijn gekomen.
Ik las vanaf het hoogaltaar van onze Dominicuskerk, vrijwel leeg, het Paasevangelie voor terwijl ik door de glazen deuren uitkeek op het lege kerkplein. Dat stond eveneens symbool voor onze stad en onze wereld.
Leny Beemer en ik hadden zojuist het eucharistisch brood – ‘het Allerheiligste’, in katholiek jargon, omdat wij geloven dat Jezus Christus onder de gedaante van brood reëel aanwezig is – teruggezet in het tabernakel van de kerk. Op de avond van Witte Donderdag hadden we het uit de kerk gehaald en op een rustaltaar geplaatst, uit het zicht. Daar was verder niemand bij, maar sommige dingen moeten toch gewoon gebeuren. Ook als niemand ze ziet.
In de Goede Week-liturgie verbeeldt de afwezigheid in de kerk onze verbondenheid met Jezus ondergang in lijden en dood. Ook als er geen coronacrisis is, is de kerk op de zaterdag voor Pasen leeg. Er wordt op deze zogenoemde Stille Zaterdag geen liturgie gevierd en we moeten het stellen met Jezus’ afwezigheid. Ons resten afwachting en hoop – of net als hem wanhoop: God, mijn God, waarom heb Jij mij in de steek gelaten!?
Vanaf Paasmorgen is de kerk weer de ruimte van zijn aanwezigheid. Dat moet verkondigd worden, als een zegenspreuk over de in schijn nog altijd uitgestorven stad en dito kerk. Dat mocht ik doen, in het voetspoor van Maria Magdalena, die apostel van de apostelen (Johannes 20,18): Christus is verrezen; ja, Hij is waarlijk verrezen, alleluia.
Dankzij koster Paul van Brakel luidde de klok deze boodschap over de stille straten de tuinen en de huizen van Oog in Al binnen.
11 april, Stille Zaterdag
Sara Böhmer o.p.
Corona in Bethanië – Nederland – een bijzondere en ook bizarre ervaring op weg naar Pasen, naar nieuw leven. Dat hopen we dan maar.
De meeste van onze zusters leven in verzorgingshuizen. Dat betekent: geen gemeenschapsleven, geen gemeenschappelijk gebed, op sommige plaatsen verblijf op de kamers, met alle gevolgen van dien. Het is voor sommigen zeer zwaar deze tijd van isolatie te moeten leven.
Eén zuster uit Italië is intussen overleden. Ze heeft het heel snel gedaan: binnen één dag was ze dood, zonder ziekenhuisopname en beademingsapparaat. We zijn dankbaar dat ze Pasen in de hemel mag vieren en dat haar zo veel meer is bespaard gebleven!
Overlijdensbericht van zr. Maria Giovanna. In Italië, waar ze lang werkte, is haar dood ook aangekondigd. Dergelijke berichten worden er aan de muren van de kleine stad geplakt.
En toch – gemeenschap krijgt een andere betekenis. We zien elkaar niet fysiek en ook niet elektronisch, daar zijn de meeste zusters vanwege de zeer hoge leeftijd niet toe in staat. Maar we zijn in contact. Wekelijks komt er een info-bulletin, dat we dan maar traditioneel ook per post versturen en als kopie laten uitdelen. Mooie teksten komen langs, zusters bellen elkaar, vrijwilligers van Haelen hebben afgesproken om met regelmaat een kaartje te sturen. Ons huisteam in Haelen mag nog werken – hier in huis leeft meer dan de helft van de Nederlandse zusters. Geweldige inzet, zij geven alles. De solidariteit is enorm. Tegelijkertijd groeit in de gezinnen van onze medewerksters ook de angst dat ze besmet zouden kunnen raken door hun werk.
Pasen als feest op televisie. Je moet er aan wennen, maar we zijn solidair met de hele wereld. Neen, we mogen niet klagen – de meesten zijn zich er zeer bewust van dat wij met alles wat ons hier overkomt toch ook in een geprivilegieerde situatie leven.
Dus, stil, ingetogen, en toch vol hoop op het nieuwe leven dat ons met Pasen beloofd is. Dit proberen we in deze rare tijd te leven!
De zusters van Bethanië
10 april, Goede Vrijdag
Anneke Grunder o.p.
Als ik in ‘gewone’ tijden het klooster binnenloop is het er vaak een drukte van belang. Nu is het claustrum leeg, op elk uur van de dag. Dit gebouw dat trilt van gemeenschapsleven raakt verstild. Vervreemdend en indrukwekkend tegelijk.
Ik loop naar de huiskamer van de broeders voor de koffie. Daar zitten ze met z’n vieren. Er is één onverwachte gast. De twee tafels waaraan we als leden van de Kloosterhof samen eten zijn tot een vierkant aan elkaar geschoven om de anderhalve meter afstand te kunnen bewaren. We doen ons best ons daaraan te houden, want we zijn op elkaar gesteld en willen elkaar niet ziek maken. Maar dat moet wennen. Vanuit het hart is fysieke nabijheid nu eenmaal passender.
’s Middags bereiden we het ochtendgebed voor, van oudsher de donkere metten genoemd. We willen het graag zorgvuldig doen, juist nu we de steun van de gemeenschap missen. De vreemde afwezigheid van parochianen is nu al voelbaar.
De volgende ochtend zingen we echt samen! We missen de mensen met wie we normaliter in de kerk vieren. Maar via de camera weten we hen ook dichtbij. Wat een zegen!
Vandaag, Goede Vrijdag, zing ik in dat ochtendgebed een klaagzang van Jeremia. De spanning van deze dagen zoekt gekanaliseerd zijn weg en verandert in verstilling. Ik adem vrij…
Nabijheid en afstand zijn kantelbegrippen geworden: wie fysiek heel dichtbij komt schept emotionele afstand. Wie concreet afstand houdt overbrugt de distantie tot echte verbondenheid.
Het is – in het klein – de weg van Goede Vrijdag: wie zijn leven verliest, zal het winnen.
10 april 2020, Goede Vrijdag
Gisteravond vierden we Witte Donderdag voor het eerst alleen als Barendrechtse ‘zusjes’ (José van der Torre, Suzanna Varszegi en Karin Bornhijm). Het is fijn om bij elkaar in de buurt te wonen: we weten dat we op elkaar kunnen terugvallen en het gebeurt nogal eens dat we onaangekondigd even bij elkaar aanwaaien. Maar nu is het toch anders zoals deze tijd anders is. Alles wat we in de loop der jaren gehoord en geleerd hebben over huisgemeenten gaan we voor het eerst in praktijk brengen.
De huiskamer van Karin wordt als eerste verbouwd tot vierplek. Mijn lief Menno vindt het allemaal best: hij gaat liever op zolder hobbyen met zijn modelspoor en televisie kijken. Met de collage van DLN-ers aan de wand, de Huissense broeders op de laptop, een steentje van de Tempelberg op tafel en onze blik naar buiten – op de wereld – gericht vierden we Witte Donderdag.
In stilte weggaan is ons niet gelukt: we wilden te graag met elkaar delen wat het zo samen vieren had gebracht: verbondenheid, rust, inkeer, traditie, klaar voor het vervolg van de viering op Goede Vrijdag. De wijn en de matze bleven onaangeroerd. Misschien een volgende keer.
Op 15.00 uur vanmiddag komen we samen bij Suzanna dan lezen we samen het lijdensverhaal en lopen we de kruisweg door de huiskamer. Ja ja, die huiskamer is lekker groot, dus dat kan met gepaste afstand! Zo zullen verwijlen we bij het lijden van Christus en de wereld. Omdat vieren bij José even niet kan wegens omstandigheden zullen we zaterdag bij zonsondergang opnieuw bij Suzanna zijn om de Paaswake te vieren. Dit keer met de thuisliturgie uit dominicaanse kring. We kijken er nu al naar uit en zijn voornemens om ’the whole package te doen’!
Op zondag vieren we ieder apart de Paasmorgen: José met haar gezin, Suz volgt het op televisie of internet en Karin is om 10 uur te vinden in een korte oecumenische viering op TV Rijnmond.
We hopen dat iedereen ook een manier heeft gevonden om Pasen te vieren, die hem of haar goed doet. Vanuit Barendrecht wensen we jullie allemaal een goede viering toe en voor straks een zalig Pasen.
9 april, Witte Donderdag
Margot van Veen o.p.
Gister aan het eind van de dag liep ik het ziekenhuis uit. Pal voor de hoofdingang zat een mevrouw op een bankje. Ze huilde zacht. Toen ik haar vroeg of ik even naast haar mocht zitten vertelde ze dat haar vader zojuist was overleden. Haar moeder en zus waren bij hem, zij was hier buiten gebleven en had net een telefoontje gekregen. Stil zat ik naast haar luisterend naar haar verhaal.
Vanmorgen vroeg liep een klein jongetje het ziekenhuis binnen. Hij zal een jaar of 2-3 zijn en duidelijk nog onder de indruk van de parkeergarage waar hij uit kwam. Ik liep achter ze: een vader en een zoon in een korte broek, hand in hand. Het jongetje had een tekening in zijn hand. Hij had een groot hart gemaakt met er omheen allemaal strepen. Hij vertelde dat het voor álle zieke mensen was en dat hij ze blij wilde maken.
In het ziekenhuis zijn het de uitersten die me raken. De ervaring van de broosheid en de grilligheid van het virus. Maar ook de steun en zorgzaamheid er om heen.
De betrokkenheid van ‘hé hoe is het?’ Maar ook de bizarre hoeveelheid cadeautjes die het ziekenhuis binnenkomen. De angst voor dood, maar ook de kracht van verbondenheid. Alle ethische vragen die de situatie oproept, maar ook de creativiteit van goede zorg.
Alle uitersten en tegenstellingen maken me stil, woordeloos.
Ik sta het mezelf toe en laat het maar zo.
Misschien past het om nú stil te zijn, juist deze dagen op weg naar Pasen.
Om kwetsbaar en open te zijn voor alles wat er is.
Tastend naar licht.
Donderdag 9 april
Sinds 20 maart is Huize Bijdorp op slot: lockdown. Bijdorp is een kloostergemeenschap van momenteel 47 zusters en broeders, waarvan er – schrik niet – 27 boven de 90 jaar zijn. Daarnaast is er nog een afdeling met ‘burgerbewoners’, maar die opereert los van ons, onder de koepel van de zorginstelling ‘Marente.’
Er zijn dus de nodige maatregelen en protocollen op ons los gelaten. Als er mensen bij ons besmet raken, is het leed niet te overzien. Vandaar de strikte aanpak, die overigens behoorlijk veel ruimte laat. Onze tuinen en landerijen zijn uitgestrekt. We kunnen genoeg naar buiten.
We hebben minstens 46 medebewoners, dus eenzaamheid hoeft niet. Wèl gelden ook bij ons de regels van afstand bewaren, handen wassen, geen bezoekers van buiten, géén dit en géén dat.
Wij hebben de laatste eeuw vooral de kracht van de techniek leren kennen. Mooi en inmiddels onmisbaar, maar één grimmig gevaarlijk virus gooit alles in het honderd: het menselijke, economische, emotionele, fysieke en psychische honderd.
Intussen doen wij hier wat we te bieden hebben: speciale vieringen met gebed, een lied, kaarslicht. Wij kunnen nog gewoon in onze kapel bij elkaar komen drie keer per dag voor het koorgebed – op anderhalve meter afstand van elkaar. In deze tijd nog het extra gebedskwartiertje om 16.15 uur voor ieder die getroffen is door het gemene virus, op wàt voor manier dan ook.
We volgen de nationale gebedsdagen van de Raad van kerken en hetgeen de KNR ons aanreikt. De maatregelen worden overigens wèl strikter: er mag geen communie meer uitgereikt worden. De plechtigheden van de Goede Week en Pasen sterk versoberd: géén paaskaarsjes, geen wierook of beprenkeling met wijwater.
Vergeleken bij de rest van kerkelijk Nederland voelen we ons bevoorrecht. Uiteraard zijn mijn afspraken gecanceld of verschoven. ‘Veel tijd!’ denk ik dan, maar die gaat veel op in de communicatie via mail, app en telefoon. Ook weer héél belangrijk!
Intussen gebeurt er in het land van alles aan initiatieven en activiteiten. Is ook mooi om te zien en mee te maken.
Susan Blanco beschrijft het voorjaar van 2020 haast ontroerend, met de telkens terugkerend: ‘Maar de lente wist het niet.’
En de bloemen bleven bloeien
en de zon scheen
en de zwaluwen kwamen terug.
Omdat de lente het niet wist,
leerde iedereen de kracht van het leven.’
7 april
Harry Penninx o.p.
Berg en Dal en de tuin van het Mariaconvent veranderen van dag tot dag in nieuwe kleuren en geuren. Het wordt steeds groener en de bomen en struiken prijken in hun frisse bonte klederdracht. Vogeltjes pronken in hun prachtige veren en zingen vrolijke liefdesliedjes, terwijl de grote buizerd op vogels en muizen loert. De eekhoorntjes houden zich een beetje schuil.
Met al dat nieuwe leven dat rondom ons ontluikt en het coronavirus dat het leven inperkt, krimpt onze communiteit afgelopen weken aanzienlijk. Jan Goes had meer verzorging nodig dan wij met de hulp van de fantastische thuiszorg konden bieden en is naar Kalorama verhuisd, want er was nog geen plaats voor hem in Aqua Viva. Wij vernemen en horen ook van Jan zelf dat het goed gaat en dat hij tevreden is met de vriendelijke staf en de verzorging. Hij heeft een mooie kamer.
Het vertrek van Jan werd spoedig gevolgd door de ziekenhuisopname van Kees Keijsper. Ontslagen uit het ziekenhuis had Kees ook de hulp van de thuiszorg nodig. De conditie van Kees verslechterde echter met de dag en eerder dan men verwachtte is Kees rustig ingeslapen en is hij in besloten kring waardig begraven. (Felix) Hans Rutten heeft afgezien van zijn professie en is als het ware met de nachttrein vertrokken.
Onze communiteit is nu wel erg klein geworden door het vertrek van drie confraters binnen enkele weken. Met provinciaal René en zijn socius Louis en ook met de vitale en enthousiaste krachten zoals br. Francis en onze Lazarist huisgenoot Rafael en niet te vergeten onze toegewijde levendige huisbedienden, Maja en Janet, draait de wereld door en gaan we niet bij de pakken neerzitten.
Ofschoon moeilijk op het ogenblik vanwege het Coronavirus hebben we goed contact met onze medebroeders in Aqua Viva en Catharinahof. Ze krijgen ook weer een speciaal paaspresentje o.l.v. Louis en Ans Metz. We vergeten ook Ted Schoof en Leo Oosterveen niet.
Graag wens ik eenieder een gezegend, gezond en ook vrolijk Pasen met de hoop op betere tijden en een levengevende toekomst.
4 april
Ineke van Cuijk o.p.
In het anders zo bruisende Nijmegen is het ook stilgevallen. Als ik langs en over de campus loop of fiets, een paar honderd meter van mijn huis, dan is het bijna bizar. Waar je eerder over de duizenden studenten ‘struikelt’ zie je nu een enkele fietser of wandelaar. Je hoort en ziet wel veel ziekenwagens!! Zij rijden af en aan.
Net als zovelen probeer ik mijn dagen toch wat ‘zinvol’ door te brengen. Dankzij de vele digitale mogelijkheden kan er leuk, goed, verrassend en spontaan contact zijn. Zo word ik via filmpjes op de hoogte gehouden van het wel en wee van mijn kleinkinderen, waar de papa’s en de mama’s nu, naast hun werk, ook nog meester/juf zijn!! Een pittige klus voor die generatie. En dankzij mail- en appverkeer is er ook met velen lief en leed te delen. Binnen de regio hebben we met enkele mensen ons zelfs op de ZOOM-weg gewaagd.
Nu de agenda’s zo leeg stromen en alle activiteiten weg vallen merk je en hoor je de schrijnende verhalen van mensen die veel alleen zijn. En eveneens in Nijmegen zijn er ‘vergeten’ groepen.
Sinds september gaf ik Nederlandse taalles in het Wereldvrouwenhuis. Daar wonen enkele jonge vrouwen die nergens anders opgevangen kunnen worden. Maar daar mogen de vrijwilligers nu niet meer komen. In dat opzicht is het huis gesloten. En voor de vrouwen die er wonen geldt: blijf thuis, ga niet naar kerkdiensten, wat zij heel graag deden, ga zo min mogelijk de straat op. Boodschappengeld e.d. wordt via de brievenbus achtergelaten en individuele begeleidsters houden geregeld telefonisch contact. Maar verder zijn zij helemaal ‘verstoken’ van uitwisseling. Na vaak vele omzwervingen en allerlei gevaren nu ‘opgesloten’! Weliswaar veilig maar toch bizar!
3 april
Vanuit Santa Sabina, het ‘hoofdkwartier’ van de Orde der Predikers in Rome, wordt gemeld dat er momenteel acht zusters en 22 broeders geïnfecteerd zijn. Twee broeders zijn overleden.
Er zijn twee zusterkloosters geraakt: in Cremona (Italië) met vijf zusters en in Regensburg (Duitsland) met drie zusters.
De getroffen broeders komen uit Spanje, Frankrijk, Polen en de Filippijnen. De overleden broeders zijn Giovanni Cattina o.p. uit Italië en David Sanders o.p. uit Engeland.
Verder zijn er zusters en broeders met symptomen die in zelfisolatie leven in Prouilhe en Chalais (Frankrijk), Ierland en de VS.
3 april
De Goorn was 375 jaar lang een dominicaanse parochie, tot 2011
‘Hoe is het bij jullie’, stond er op de website … Hoewel wij geen dominicaanse parochie meer zijn, schurken we er nog wel heel graag tegenaan en proberen wij de band met de Orde warm te houden… Na 375 jaar in dominicaanse handen is de geloofsgemeenschap in De Goorn, Noord-Holland, nog steeds verweven met de dominicaanse geest en spiritualiteit.
En wat gebeurt er dan in deze tijd? De parochieraad die het dagelijks reilen en zeilen verzorgt vergadert via Skype en zorgt ervoor dat ook nu we niet bij elkaar kunnen komen de boel goed georganiseerd en geïnformeerd blijft.
Het pastoraatsteam heeft een hart onder de riem gestuurd, via een kaartje naar alle 80+ers… Ruim 200 kaarten met het verhaal dat we hopen dat het hen goed mag gaan ondanks dat ze in huis moeten blijven. Tevens bieden we de mogelijkheid dat ze ons kunnen bellen, telefoonnummer er gelijk bij… We bellen veel mensen, vooral hen die te maken hebben met het virus. We bellen om de dag, blijven betrokken en bidden voor hen.
We blijven ook gewoon ‘vieren’, elke viering wordt uitgezonden via www.kerkdienstgemist.nl. De vieringen worden aangekondigd via de regionale Nieuwsbrief – de website van de parochie met bijvoeging van de liturgie en via het Facebook account van de pastor. Veel mensen luisteren naar de viering, dat zien we terug in zeer veel positieve reacties. Ook via de kerktelefoon kunnen mensen de diensten in de kerk meemaken.
Meer dan ooit appen we, mailen en bellen we. Skypen, Facetimen noem maar op. Elke vrijdagavond is de kerk open voor stil gebed je merkt aan de kaarsjes dat mensen de weg weten…
Groeten uit De Goorn,
Nico Knol
2 april
Jacqueline Huizinga o.p.
Ondanks alle beperkingen kan ik gebruik maken van grenzeloze mogelijkheden. Verbonden met het onderwijsbureau Meppel ondersteun ik de scholen bij het vormgeven van onderwijs op afstand.
In het begin had ik er duidelijk moeite mee. Scholen waren uiteraard heel druk met het organiseren van allerlei zaken. Als een dolle moesten allerlei nieuwe snufjes op ICT gebied worden geïmplementeerd, en de kinderen van lesstof voorzien. Ik voelde me onthand als theologisch adviseur. Zitten de scholen in deze hectiek op mijn bijdrage te wachten?
Wij noemen ons al enige tijd geen identiteitsbegeleiders meer maar inspirators voor betekenisvol onderwijs. Wellicht is dat nu belangrijker dan ooit.
Inmiddels stimuleren we dat leerkrachten ook aandacht te houden voor verbinding, voorde kleine en grote zorgen van de kinderen.
Bijzonder is het dat de Vastenactie dit jaar over de betekenis van onderwijs gaat. IN het lesmateriaal voor de scholen maken de leerlingen kennis met twee kinderen Daisy en Dennis. Dennis kan niet naar school vanwege de armoede. Hij moet meewerken. Daisy is dolgelukkig dat ze wel naar school kan.
Inzamelingsacties, sponsorlopen en schoolvieringen voor de vastenactie worden allemaal afgelast. Het is niet anders.
Ik hoop dat de verhalen van Daisy en Dennis toch hun weg naar de leerlingen vinden. Nu ook de kinderen hier ervaren wat het is om school te missen. Oké, ze krijgen thuiswerkopdrachten. Hun leren staat niet stil. Maar wel de dagelijkse de ontmoeting in de klas en met elkaar delen wat voor jou belangrijk is…
In ons team ontwikkelen we nu enkele kleine digitale rituelen en enkele suggesties voor thuisrituelen. Belangrijk om structuur te houden, nog veel belangrijker om zin in leven te behouden.
1 april
Jan van Hooydonk o.p.
Al bijna twee eeuwen steken de inwoners van mijn woonplaats in tijden van nood een kaarsje aan voor ‘Onze Lieve Vrouw van Nijmegen’. Laat ik dat ook eens doen, dacht ik onlangs, voor mijn oude moeder (92) die in het verzorgingshuis waar zij verblijft, nu geen enkel bezoek meer mag ontvangen en die het slecht maakt. Maar de jezuïeten bleken de Mariakapel in de Molenstraat gesloten te hebben.
Als gelovige ben ook ik nu aangewezen op mijn eigen huis- en binnenkamer.
Maar natuurlijk is er ook internet. Op zondag kerken we nu bij de dominicanen in Zwolle. En ik verspreid onder de leden van mijn eigen oecumenische gemeenschap in Nijmegen elk weekend en in de Goede Week een digitale preek van een van onze voorgangers.
Mijn eigen preek voor de Paasnachtviering had ik trouwens voor de coronacrisis al af. Hij zal ook de digitale snelweg opgaan. Ik ga de Paasnachtviering erg missen. Ik had me er op verheugd om daarin samen met een protestantse collega voor te gaan.
Wat ik voorlopig ook ga missen, is een feestje dat vrienden en collega’s belegd hebben ter ere van mijn aanstaande pensionering als redacteur van het tijdschrift Volzin. Het feit dat ik nu vooral thuis werk en niet meer naar mijn kantoor in Barneveld ga, is een goede oefening voor de tijd die na 7 juni komen gaat. Deze tijd van stilte en afzondering bewijst ook dat ik echt niet in de wieg gelegd ben voor een leven als ‘slotbroeder’. (Typisch trouwens dat wij dominicanen wel ‘slotzusters’ kennen – de monialen van de ‘tweede orde’, maar geen ‘slotbroeders’…).
Eens per week ben ik via de video verbonden met mijn collega’s van BDUVakmedia. We houden de moed erin. De moed der wanhoop is wellicht beter uitgedrukt. De Koninklijke Barneveldse Drukkerij en Uitgeverij is uitgever van vooral huis-aan-huisbladen en vaktijdschriften die veelal gratis verspreid worden. Het bedrijf moet het dus in hoofdzaak hebben van de verkoop van advertenties. Het zal niemand verbazen: die markt is deze weken volledig ingestort. Gaat de BDU (180 personeelsleden!) het redden? Niemand weet het. Wat dat betreft ben ik wel blij dat ik over twee maanden met pensioen ga.
Ondertussen zie ik vanuit mijn appartement uit op de Waal en de Ooijpolder. Teken van hoop: wandelend door die polder zie ik de lente ontluiken. En ik kom veel ooievaars tegen. Dat laatste moet ook wel, want hoe zal anders de geboortegolf tot stand komen die nu door demografen wordt voorspeld?
1 april
Gerard van Etten o.p.
Als ik het secretariaat van de kerk binnenkom blijkt het al bevrouwd te zijn. Ik ben ineens vrij (het is de eerste dag van mijn pensioen), dus begin ik aan mijn dagelijkse grote wandeling ter vervanging van de sportschool.
Het is nog fris maar de zon schijnt volop. Onderweg groeten de wandelaars elkaar, het lijk wel of we vriendelijker zijn in deze tijd. Zoveel mogelijk loop ik door straten waarvan ik denk dat er een parochiaan woont, om even te kunnen zwaaien als men op de uitkijk zit.
Op het buitenste voetpad van mijn toer loop ik een mevrouw voorbij en we groeten elkaar. Dan hoor ik achter me ‘Gerard, niet doen schatteke’.
Ik kijk verschrikt om. Ik ken haar niet. Zij mij wel, en haalt ze een 1 aprilgrap met me uit? Dan pas valt mijn oog op het pekineesje dat ze aan het uitlaten is. De vrouw lacht me toe en ik vervolg mijn pad, denkend: “Gelukkig dat ik het baasje niet ben, stel je voor dat ik op mijn hondje ga lijken’.
Terug op het secretariaat blijkt dat openstellen van de kerk zinvol is, want er branden meerdere kaarsjes. Morgen dus opnieuw een dienst gaan doen.
Een video van Roy Clermons, lekendominicaan en geestelijk verzorger op de Grote Beek, psychiatrisch ziekenhuis in Eindhoven.
31 maart 2020
Margot van Veen o.p.
In het ziekenhuis hebben we altijd al een goed functionerend bedrijfsopvang team (BOT). Afgelopen week zijn we als geestelijk verzorgers en psychologen nóg intensiever met hen gaan samenwerken.
Hoe kunnen we mee zorgen dat zorgverleners hun veerkracht houden?
De verpleegkundigen op het cohort (isolatieafdelingen) krijgen behoorlijk wat voor hun kiezen. Verhalen van patiënten zijn vaak zo schrijnend. Patiënten zijn ontzettend ziek, of doodmoe.
Dagelijks zijn er nu dag-evaluaties en ik geniet van die momenten. Even kort met een aantal verpleegkundigen spreken: hoe ga je naar huis? Of wat heb je nodig om naar huis te kunnen gaan?
Het helpt mij om in mijn eigen spiegel te kijken. Hoe ga ik naar huis? Welke mensen draag ik met me mee? Ook ík vind het werken op het cohort spannend, voel me vaak onthand en ben geraakt door veel verhalen van patiënten. Hoe zorg ik dat ik de overgang kan maken naar de wereld buiten het ziekenhuis?
Ik ben gráág in het ziekenhuis, juist om er te zijn. Er zijn veel momenten die mij goed doen en die bevestigen dat we voor élkaar zorgen. In de onderlinge samenwerking; de verbondenheid; de zorgvuldigheid; én de eerlijkheid vind ik veerkracht.
30 maart
Mirjam Lemmers o.p.
Blijf in uw kot stond op de voorpagina van onze krant.
Mijn broer en ik wonen in Hamont, Limburgs België. We wonen tussen enkele bedrijven in. De schooljeugd trekt ‘s morgens en ‘s middags door onze straat, achter ons een spoorlijn, verderop horen we normaal het geluid van voetbalvelden en verkeer.
Sinds vorige week vrijdag is de grens, twee km verderop, dicht. Wij zijn afgesloten van Nederland en van een deel van onze familie.
De grens werd plotseling gesloten, er was geen aankondiging vooraf. Mijn broer reed van Budel in Nederland naar huis en ontdekte de sluiting. De volgende ochtend lag een brief van de gemeente in de bus. De winkels waren al twee weken dicht, net als de restaurants. Buiten voor de supermarkt stond een rij wachtende mensen. De omgeving ziet er ineens zo troosteloos uit.
We worden door berichtgeving zoals in Nederland dagelijks op de hoogte gehouden van aantallen coronaslachtoffers, IC-opnamen en doden. De aantallen lopen op, ondanks de lockdown. Dat de vuilstortplaatsen dicht zijn roept sinds vragen op, er zijn al sluikstorten gevonden.
De auto mag alleen voor essentiële zaken gebruikt worden. Vorige week sprak ik medebroeder Herman Stessens, die ook in België woont. Hij werd weggestuurd bij het park waar hij graag wandelt. Hij moest maar in zijn eigen buurt gaan wandelen.
In feite moeten wij thuisblijven. Samenscholing kost je geld. Een groep ouderen werd gewaarschuwd omdat ze met meer dan twee op een kerkhof stonden te praten. De boete op niet-essentiële verplaatsingen per auto is 250 euro. In de krant stond dat wandelaars die met de auto op weg waren werden beboet, ook klanten die stiekem bij een prostituee op bezoek waren geweest en twee jongens die in een parkje aan het fitnessen waren.
Wij boffen dat we honden hebben die uitgelaten worden in de buurt waar we wonen. We mogen ze niet meenemen naar het bos, dat is geen ‘essentiële verplaatsing’. Gelukkig wonen wij tussen de weilanden, zodat we onze benen nog echt kunnen strekken.
Onze buren reageren gelaten op de sluiting van hun bedrijf voor tenminste drie weken, ze zijn bezig in hun tuinen. Met familie net over de grens houden we contact via een familie-app.
Ik stond vanmiddag stil en keek over de weilanden waar normaal over de weggetjes tussen de weilanden auto’s of andere werkverkeer reden. Nu hangt er een onwerkelijke stilte. We horen geen kindergeluiden, geen jongeren die in groepjes onderweg zijn naar school of sportclub.
Buiten zitten we in de zon en zien het voorjaar om ons heen ontluiken. Wij zijn ons zeer bewust dat wij gelukkige mensen zijn die kunnen en mogen genieten van de goede kant van het leven.
Het generalaat van de dominicanen in Rome meldt dat er momenteel vier zieke moniale dominicanessen zijn in Cremona (Italië) en dat er in heel Europa zestien broeders ziek zijn door het Coronavirus.
29 maart
Ineke van de Par o.p.
Een kort bericht uit de gevangenis. Uiteraard ontsnapt men ook daar niet aan hét virus. Niet omdat men nu zoveel buiten komt, maar het personeel loopt uiteraard wel in en uit.
De mannen krijgen geen bezoek, maar er is begonnen met skypen. In de ene gevangenis gaat dat wat voortvarender dan de andere. Ze mogen meer luchten, maar met minder of weinig mensen naar de arbeid.
Over het algemeen zijn activiteiten als bibliotheek en onderwijs tot een minimum beperkt, maar de kerk in ‘mijn’ gevangenissen (er zijn nogal wat verschillen) draait op volle toeren. Dat wil zeggen: meer vieringen, maar met minder mensen. In de ene gevangenis komt men per afdeling, in de andere gaat het meer om aantallen.
Zo ben ik van drie vieringen van een uur in een weekend naar zeven van een half uur gegaan, en dat kunnen er meer worden.
Ook de gespreksgroepen door de week en de individuele contacten mogen doorgaan. In het begin ging dat allemaal soepeltjes, maar nu wordt men toch wat moe. Ook de pastor! Maar doorgaan! Wat dat aangaat ben ik nu wel in mijn element, against all odds, ik houd wel van wat spanning.
De mannen appreciëren het dat ik er ben. Gewoon rondlopen binnen de muren, bidden, vieren en luisteren is genoeg, erbij zijn in deze tijden van corona. Maar ik begin nu wel zachtjes aan te denken: hoe lang nog? Een buurman iets verderop is overleden aan corona, zijn vrouw en zoon hebben het ook maar zijn niet ziek. Ook collega’s blijven weg met ziekteverschijnselen. Ik hoop dat ik er geen last van krijg.
Blijf bidden en praten met god. Hoop wel dat ik volgende week palmtakjes kan scoren in de parochie. Met zeven vieringen heb ik veel palmtakjes nodig.
27 maart
Angela Nguyen-Bruens o.p.
Daar zit ik dan, achter mijn bureau, starend naar het beeldscherm. De kinderen zijn thuis aan het werk. Normaal loop ik rond om te kijken of het hen lukt en of er vragen zijn.
Het is niet fijn om niet aan de ogen van een kind te kunnen zien hoe het met hem of haar gaat. Nu bel ik op: ‘Gaat het? Lukt het met rekenen en taal en spelling? Vergeet je niet…’
Raar hoor, geen fysiek contact met mijn leerlingen. Ze zijn blij als ik bel. De één vertelt veel, de ander weet zich niet zo goed raad met de juf aan de telefoon. En dan door naar de volgende: het zijn er 29.
Ik ben blij dat ik een fijne collega heb. Samen het onderwijs op afstand gaande houden, hopend dat de kinderen geen al te grote achterstand gaan oplopen.
Het is mooi dat ze allemaal goed aan het werk zijn. Ook al is het een lastige periode, de saamhorigheid tussen school, ouders en kinderen is groot. Iedereen gaat er voor.
26 maart
Erik Borgman o.p.
Geen colleges, geen vergaderingen. We worden stilgezet, schreef iemand mij, als in een soort gedwongen stilteretraite. Dat gevoel deel ik, maar via mijn dochters weet ik: wie met kinderen thuis zitten en ook nog vanuit huis moeten werken, zoeken haast wanhopig naar rust. Kortom, wij maken iets mee in de coronacrisis, maar ik weet voorlopig nog niet wat.
Ik lees:
Contemplatief leven dat wortelt in de stilte, de eerste vorm van gemeenschappen van religieus leven in de kerk, ontvouwt zich door te zoeken naar het aanschijn van God, terwijl het ervan getuigt en het overweegt in het hart van de wereld.
Het is het begin van een instructie voor de vorming van contemplatieve vrouwelijke religieuzen, maar ik voel me terugverwezen naar deze stilte. Waar zijn wij en hoe verschijnt daar Gods aanschijn?
Ik schrijf dit op 25 maart, het feest van Maria Boodschap, ook wel: de Aankondiging van de Komst van de Heer. De wereld wordt zwanger van toekomst omdat een jonge vrouw ‘ja’ zegt tegen het onbekende. Er kondigt zich nieuw leven aan en dat is een teken, of wij nu een teken willen of niet (vgl. Jesaja 7,5)!
Ik word van verschillende kanten benaderd om mee te doen met een actie om elkaar gedichten te sturen. Ik stuur een oude favoriet van de Belgische dichter Charles Ducal:
Hart boven Hard
In rusteloos jagen versteend. Om hen beweegt
de wind, maar waar hij gaat kunnen zij niet
langer volgen. Zij hebben de tijd afgebonden,
de toekomst gedicht met het wereldbeeld
van een aarde verkocht aan ik, het ijkgewicht
om van mens en dier de meerwaarde af te schrapen.
Op die manier wegen zij met de dag zwaarder
en horen niet hoe in de wind iets begint,
iets jongs en fris dat door de muren zingt,
vermoeide stemmen optilt uit de slaap
en opspant tot een nieuw geluid.
Versteend in zijn kantoor hoort men de lente niet.
De tijd, die men dacht af te sluiten, loopt
op straat en vindt, hart boven hard,
de toekomst uit.
Terwijl wij stilvallen, en misschien wel omdat wij stilvallen, krijgt de toekomst de ruimte. Misschien mogen wij straks weer aanhaken.
26 maart
Dorry de Beijer o.p.
Omdat ook in verpleeghuis Joachim en Anna de zondagsviering stil ligt, bood ik vorige week op een afdeling een alternatief aan. Geen kerkdienst, maar een viering in verbondenheid. Maandagmorgen hoor ik op de afdeling dat er zo veel belangstelling is dat we besluiten te splitsen: de eerste ’s middags in de ene huiskamer, de tweede de week erop in de andere.
De eerste viering, met een handvol deelnemers vanwege ‘de anderhalve meter’, is emotioneel. Een bewoner is blij dat hij nog elke dag zijn vrouw kan bellen. Een ander heeft juist verdriet: vandaag is het de sterfdag van vader, gisteren die van moeder. Later zingt ze het lied Mag ik dan bij jou? uit haar hoofd mee. Iemand vloekt in zijn boosheid op God. Blijkbaar geeft dat lucht, want zijn kaars is voor het personeel, uit bewondering.
De oudste deelneemster, matriarch van een grote veelkleurige familie, praat zo zacht, dat ik de anderhalve meter even aan mijn laars lap. De dagbestedingscoach vertelt dat iemand die morgen dozen vol Kaapse viooltjes heeft afgegeven voor heel Joachim en Anna.
Bij het lied Zing, vecht, etc zingen we de slotwoorden mee: niet zonder ons, niet zonder ons. Onder de koffie komen de grapjes. Ik breng de kaarsen vast naar de andere huiskamer voor de week erop. Maar de volgende dag is alles anders: iemand is met corona naar de quarantaineafdeling overgebracht. De afdeling gaat op slot. Gelukkig hebben veel bewoners hier mail of telefoon. Die middag heb ik mijn eerste pastorale-contact-op-afstand.
25 maart
Gerard van Etten o.p.
Ik vind een briefje in mijn brievenbus van mijn jonge bovenburen dat zij wel boodschappen voor me willen doen als ik zelf niet de deur uit wil of kan.
Ineens voel ik me oud.
Gelukkig krijg ik een mailtje van een mede-parochiaan dat ze niet meer naar het secretariaat gaat omdat de mensen te weinig afstand houden. Ik ben reserve en ben nu al twee morgens per week van de straat, op het secretariaat. Elke morgen is de kerk open voor een gebed en kaarsje.
Verder wil iedereen videovergaderen en dat is voor een digibeet als ik een bezoeking. De parochie heeft een corona-crisisteam en het parochiebestuur wil voort met het opstellen van de visie op de toekomst. De kerngroep eenzaamheid van de gemeente wil monitoren of er niemand uit zicht raakt, terwijl ons grote probleem buiten crisistijd al is hoe we de meest eenzamen in beeld krijgen.
Buddyhulp is gelukkig concreet: houdt ook nu contact met je client. Dus bel ik Mohammed die vanwege zijn zeer kwetsbare longen op zijn kamertje blijft. Ook met Ian zoek ik dagelijks contact. Als ongedocumenteerde asielzoeker leeft hij in de nachtopvang in Amsterdam en overdag op straat. Ik maak me zorgen om hem, en hij appt terug dat ik goed voor mezelf moet zorgen.
Na mijn dienst op het secretariaat toch ook zelf maar even in de kerk gaan zitten om een kaarsje op te steken voor al die mensen aan wie je nu wel kunt denken, maar niet echt nabij kunt zijn.
Om 12.00 uur samen het Onze Vader bidden met de Paus!
25 maart
Margot van Veen o.p., lekendominicaan en ziekenhuispastor
In éen week tijd zijn er in het ziekenhuis nog meer veranderingen gekomen. Uitbreiding van IC-bedden; meer isolatiekamers; grotere controle op mensen die het ziekenhuis binnenkomen. Nieuwe besluiten, nieuwe maatregelen. De dagelijks nieuwe berichten zorgen voor een nieuwe hectiek in mijzelf.
Ook op de verpleegafdelingen is er een nieuwe hectiek gekomen. Er wordt veel gevraagd van al het zorgpersoneel. Hun flexibiliteit en veerkracht daarin raakt me.
Ik ben dankbaar dat ik mijn werk mag blijven doen. Onverminderd zoek ik patiënten op, al houd ik meer afstand dan voorheen. Vaker dan anders loop ik teamkamers binnen om éven te horen hoe het gaat. Om ervaringen te delen. Is er ruimte voor zorgen en angst, maar ook ruimte voor de verbondenheid. Het doet goed om te weten dat we elkaar in het oog houden. Zéker nu!
En altijd weer voert verbondenheid de boventoon. De zorg voor elkaar.
De laatste dagen zing ik in mezelf een lied (van Catharina Visser en Hein Stufkens), een gebed. Dat we ondanks alle maatregelen elkaar blíjven omringen met aandacht en zorg!
Laat ons maar van liefde zingen,
laat ons maar de dood weerstaan,
laat ons maar elkaar omringen
met de moed om door te gaan.
24 maart
Piet Magnin o.p.
Ook het convent van zusters en broeders hier in Voorschoten is inmiddels ingekwartierd. Eergisteren werd ons gevraagd om onze actieradius te beperken tot huis en tuin. Om op afstand van elkaar te blijven zijn daarvoor de plaatsen in kapel en refter opnieuw ingedeeld, zodat de mogelijkheden om elkaar met het virus te besmetten tot het minimum is beperkt.
We zijn nu een huis met kwetsbare mensen die extra bewaakt worden mede door de goede zorgen van de zorginstelling Marente die hier ook actief is en waar wij allemaal profijt van hebben.
Al zijn we ingesloten, we leven mee met allen die door het virus zijn aangestoken of daaraan zijn overleden waar ook ter wereld.
23 maart 2020
Yvonne Riemeijer o.p.
Vandaag begin ik aan de tweede week als geestelijk verzorger in de ouderenzorg in deze coronacrisis.
Het is een roerige eerste week geweest, waarin de besluiten over elkaar heen vielen.
Allerlei activiteiten werden afgezegd, eerst de grote zoals de bootreis voor de bewoners die vandaag zou starten. Al snel daarna werden ook de groepsactiviteiten op de locatie zelf stilgelegd, ook het restaurant ging dicht. Bewoners mochten niet meer gezamenlijk met elkaar eten, voor veel bewoners een belangrijk moment van de dag.
Er kwam een aanpassing in de bezoekregeling: er mocht maar één persoon per dag op bezoek komen. En tenslotte was er afgelopen donderdag de sluiting van alle woonzorgcentra en verpleeghuizen in Nederland.
Een ingrijpend besluit voor iedereen en ook voor onze bewoners hun partners/kinderen en andere dierbaren in het woonzorgcentrum. Niemand mag meer op bezoek komen, waarbij iedereen zich heel goed realiseert dat deze situatie ook wel eens lang zou kunnen duren.
Ook ik mag als geestelijk verzorger niet meer fysiek aanwezig zijn op mijn twee locaties. Dit is allemaal bedoeld om onze kwetsbare ouderen te beschermen. Mijn collega’s en ik vonden het moeilijk dat we niet meer op de locatie mochten komen. In tijden van onzekerheid en onrust willen we er als geestelijk verzorgers zijn voor onze bewoners én voor de medewerkers. Dat is tenslotte het hart van ons werk: er zijn voor de ander.
Na onze eerste verslagenheid over deze onwerkelijke situatie bekijken we hoe we van betekenis kunnen zijn als geestelijk verzorgers. Telefonisch contact met onze bewoners en met hun familieleden is nu onze belangrijkste manier om te laten merken dat we er voor hen willen zijn.
Misschien niet de manier waarop we zouden willen, maar wel ongelooflijk belangrijk.
22 maart
Baptiste Tuin o.p.
Huize Bijdorp is vrijdagmiddag 20 maart om 13.00 uur op slot gegaan: lockdown!
Maar de tuinen, de plantsoenen en de landerijen rondom het huis hebben met elkaar afgesproken, dat ze niet meedoen. Niks op slot! Het volle wit, het felle geel, het frisse groen, het rood en het blauw springt en spettert uit de grond.
Susan Blanco beschrijft het voorjaar van 2020 haast ontroerend, met de telkens terugkerend:
‘Maar de lente wist het niet.
En de bloemen bleven bloeien
en de zon scheen
en de zwaluwen kwamen terug.
Omdat de lente het niet wist,
leerde iedereen de kracht van het leven.’
Wij hebben de laatste eeuw vooral de kracht van de techniek leren kennen. Mooi en inmiddels onmisbaar, maar één grimmig gevaarlijk virus gooit alles in het honderd: het menselijke, economische, emotionele, fysieke en psychische honderd.
En dan denk ik aan psalm 8, die we vaak zingen in ons koorgebed:
‘…Wat is de mens dat Gij acht op hem slaat,
het mensenkind dat Gij hem aanziet?
En nochtans gaaft Ge hem
een haast goddelijke staat…’
21 maart
Marianne Merkx o.p.
Wat een lastige afweging. Wel of niet op huisbezoek? Steun ik kwetsbare mensen het beste door me te houden aan sociale onthouding of door mijn huisbezoeken ter begeleiding bij levensvragen juist voort te zetten nu het nog stiller, leger en onzekerder is voor ouderen en mensen in de palliatieve fase?
Natuurlijk is een gesprek via telefoon met of zonder beeld een alternatief, maar niet altijd en niet voor iedereen. Wikken en wegen. Gelukkig kan ik sparren met onze coördinatoren van de Centra voor Levensvragen in mijn regio. En met collega geestelijk verzorgers in het sociale domein en de eerste lijn.
Net als ik er uit ben, slaat de twijfel toe. Ik heb geen klachten als hoesten, verkoudheid of koorts, dus meende dat ik een ander niet kon besmetten. Inmiddels weet ik dat deze klachten niet de enige manieren zijn om het virus te verspreiden.
Ook was ik eerder opgelucht dat het virus buiten het lichaam snel inactief is, maar dat blijkt toch complexer te liggen. En mijn vragen en dilemma’s dus ook: is het risico dat ik iemand besmet als ik zo veilig mogelijk handel aanvaardbaar laag? Is het beschermen van mijn gezondheid zodat ik mensen kan blijven begeleiden belangrijker dan een fysiek bezoek aan die ene cliënt waarvoor het te stil, leeg en onzeker is geworden? Als ik niet op huisbezoek ga en wel naar de supermarkt, is dat dan te rijmen?
Zo wiebel ik het weekend in. Ik blijf beschikbaar voor dringende situaties. Vooralsnog…
21 maart
Delia Brugts o.p.
Delft, een stad vol drukte en vertier van studenten en toeristen. Nu, lege straten, geen toeristen.
Vandaag zonneschijn en even wezen wandelen, op een bankje in de zon, vogels die zingen, bomen vol in bloesemtooi. Gelukkig dat wat er ook gebeurt dit doorgaat, geen coronavirus kan dit stoppen.
Het is stil op straat, ik heb veel mensen waarvan ik weet dat zij alleen zijn even gebeld om te horen hoe het met hen gaat. Gelukkig is niemand ziek.
Ook wij zijn gezond een willen dit graag zo houden, maar wij zijn samen en dat is heel fijn.
Iedereen veel groeten en blijf gezond in Gods mooie wereld.
21 maart
Henk Jongerius o.p.
Intussen is de grote stilte in Huissen ingetreden… Alle werkzaamheden van ons centrum zijn afgelast en is er voor de medewerkers werktijdverkorting aangevraagd.
Het geeft alles bij elkaar een heel vreemd gevoel om door het huis te lopen en geen enkele bedrijvigheid meer op te merken.
Zo nu en dan komt er even iemand langs die samen met ons koffie drinkt: Aalt die het algehele overzicht heeft, Ingrid die bezig is om alle geplande activiteiten te verplaatsen naar het najaar of later, een van de koks die om beurten voor twee dagen komen koken, één van de tuinlieden die het gras komen maaien, maar dan heb je het ook gehad.
Intussen blijven wij trouw de getijden zingen en weten ons verbonden met mensen die daar via de kerkomroep op afstemmen. (NB: op zondag 22 maart om 10.00u is de lauden met Eucharistie te beluisteren, red)
Gelukkig zijn wij hier nog gezond en tonen geen tekenen van besmetting, maar er bekruipt ons toch een gevoel dat anderen wellicht ook ondervinden. Je moet in de huidige omstandigheden vaak denken aan hoe het voor onze ouders geweest moet zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarin ook onzekerheid en anonieme dreiging de dagen kleurden, zo in de geest van ‘je weet niet wat de dag van morgen brengen zal…’
Maar er ontstaat ook een gevoel van verbinding met zoveel mensen in onze wereld die maanden en jaren in een dergelijke onzekerheid moeten leven!
Zo wordt enerzijds de wereld klein maar ook ongelofelijk groot. Die nieuwe verbondenheid doet goed, ook die welke ontstaat door de berichten uit de dominicaanse plekken in eigen land. Wij wensen jullie gezondheid en goede moed!
Paul, Antoon, Jan en Henk
20 maart
Sipke Draisma o.p.
Volgende week is het deadline-dag bij De Zalige Zalm in Deventer. Een recordaantal van 110 van de 160 parochie- en kerkbladen, die we als bureau voor geloofscommunicatie uitgeven, zal aan de drukker worden aangeboden. Ik volg het allemaal vanuit Sneek waar ik sinds een week aan het thuiswerken ben.
Sommige redacties hebben hun blad schoongeveegd, zoals ze het zelf noemen. De pagina’s waarop de kerkdiensten vermeld stonden en andere kerkelijke activiteiten doen er voorlopig immers niet toe. De vrijgekomen bladzijden worden gevuld met extra overwegingen door de voorgangers of er worden passende gedichten geplaatst of mooie afbeeldingen.
Ook hebben redacties ervoor gekozen de bladen per post te verzenden vanaf de drukker om zo de bezorgers te ontzien. We hebben de redacties in deze omstandigheden ook de mogelijkheid gegeven het blad alleen digitaal uit te brengen maar daarvoor wordt nauwelijks gekozen. Het kerkblad is immers een tastbaar teken van medeleven vanuit de geloofsgemeenschap.
Afgelopen zondag bekeek ik twee vieringen op de televisie. Een protestantse viering via Omrop Fryslân vanuit de Martinikerk in Franeker en de katholieke mis via KRO/NCRV vanuit de Martinuskerk in mijn woonplaats Sneek.
De dominee in Franeker had een prachtige preek, exegetisch zeer verantwoord maar hij raakte me niet terwijl hij toch echt zijn best om hemel en aarde te verbinden. De pastoor sprak eenvoudiger taal en was korter van stof. Ik herinner me de kern van zijn preek nog: bij de put, in de put, uit de put. ‘Laat je meest kostbare schat maar bij Jezus want die is daar veilig’, zo vatte de pastoor zijn preek samen.
Hij liet ruimte om die schat zelf in te vullen: degenen die je lief zijn, degenen waar je over inzit, jezelf wellicht.
Zijn woorden deden me goed, want ze wezen me de richting waar ik met mijn gevoelens van onmacht terecht kan.
20 maart
José van der Torre o.p.
In deze tijd van bezinning en op weg naar Pasen lijkt het alsof deze tijd van bezinning dieper gaat dan andere jaren. Mijn ouders die altijd overwinteren in Portugal, die de kinderen, klein- en achterkleinkinderen missen en ‘normaal’ rond deze tijd naar huis komen en wat nu niet mogelijk blijkt te zijn. Aanpassen en medicijnen over laten komen. Onrust en onzekerheid. Ik bemerk het bij mijn ouders maar ook bij anderen.
Wat doet deze tijd met mij en anderen. Want niets is meer ‘normaal’.
Zo langzamerhand voel ik mij steeds dieper inkeren.
Vragen die mij in deze tijd bezig houden, zijn nu intenser, komen dieper naar binnen en ik verwijl langer in die leegte waar ik geen antwoord verwacht.
Ik wil mij losmaken van alle nieuws over de Coronavirus om in deze bron van stilte te komen. Niet om te ontkennen, te negeren, maar om vanuit deze bron, kracht, wijsheid en verbondenheid te voelen met mensen dichtbij en ver weg.
Mensen die alleen zijn, in verdriet en ziekte. Bij hen die werken, maar ook familie thuis hebben. Ik draag hen alle mee en ik weet, veel anderen doen dat ook.
Deze verbondenheid geeft hoop op weg naar Pasen.
19 maart
Margot van Veen o.p.
Gisterochtend schrok ik wakker van de stilte. We wonen aan een drukke provinciale weg en het geluid van de auto’s hoort bij mijn ontwaken.
Een stilte die raakt. Ook in het ziekenhuis waar ik werk als geestelijk verzorger is het op bepaalde plekken stil. De afspraken op de polikliniek zijn grotendeels afgemeld en veel medewerkers werken thuis. Het bezoekers- en ook het personeelsrestaurant is gesloten en in de hal lopen maar een paar bezoekers.
Een beetje onwennig loop ik rond en peil de stilte in dit huis. Een stilte die vervreemdend is op een gewone werkdag.
Terwijl ik rondloop laat ik de stilte op me inwerken. Stilte die in mij zoveel vormen aanneemt. Vaak is de stilte mijn vriend. In de stilte kan ik horen dat ik er mag zijn, dat ik welkom ben. Bij mezelf en de A-ander. Soms ben ik ook bang voor de stilte omdat het bedreigend kan zijn. Wat kan er allemaal komen? Wat heb ik te bieden? Stilte is voor mij dan ook zo verbonden zijn met alleen zijn.
Het raakt me. De veranderingen, de maatregelen, de zorgen. En dan die stilte. Wat gaat er allemaal komen? Vandaag en de komende weken? Ik realiseer me dat ik in deze stilte verbonden ben met de patiënten.
In het stiltecentrum steek ik een lichtje aan, en vertrouw me toe aan het Licht.
Ik open mijn hart voor dat wat vandaag zich zal aandienen, in mezelf en bij de ander.
19 maart
Baptiste Tuin o.p.
Huize Bijdorp ligt in de luwte van het dorp Voorschoten. Meneer (mevrouw) Corona is nog niet langsgeweest en dat willen we ook zo houden in dit huis met veel hoogbejaarde en medium-bejaarde mensen.
Uiteraard zijn er de nodige maatregelen en protocollen, waar we ons aan dienen te houden wat betreft hygiëne en onderlinge afstand. We komen nog wèl bij elkaar in onze (grote) kapel, maar we zitten op gepaste afstand. Dat voelt onwennig.
Ook voor de maaltijden zijn er regels. Eén van de coördinatrices verklaarde vanmiddag opgewekt: ‘De oudste zusters eten nu in twee shifts!’ Nou ja!
Ik realiseer me goed, dat wij hier (nog) in een bevoorrechte positie leven in vergelijking met vele mensen ter wereld. Bijna al onze activiteiten en afspraken zijn afgezegd en uitgesteld.
Woensdag heeft de Raad van Kerken opgeroepen tot een nationale dag van gebed, in plaats van ons middaggebed om 12.15 uur zijn we met zusters en broeders bij elkaar gekomen voor een korte gebedsviering om te geven wat wij op dit moment te bieden hebben: een gebed, een lied, een lichtje – wat hoop en troost voor hen, die op wat voor manier dan ook getroffen worden door het kwaadaardige virus.
19 maart
Wijbe Fransen o.p.
Er heerst hier een vreemde stilte, zowel in huis als buiten. Geen vieringen, geen programma’s, praktisch geen bezoekers. De receptie is sinds woensdag 18 maart gesloten. Ook hier waren er afgelopen weekend geen normale vieringen: die van zaterdagavond was afgelast en die van zondagmorgen was slechts toegankelijk voor het koor en een paar huisgenoten.
Wel kon iedereen voor de gelegenheid via de kerktelevisie de viering thuis meemaken. Woensdagochtend was er wel de gebruikelijke Eucharistie, dit maal in het koor. Een handjevol mensen was verspreid aanwezig.
Er is een telefoonnummer beschikbaar gesteld door de bezoekgroep van de parochie. Mensen die zich eenzaam voelen, zich zorgen maken, bang zijn of graag iemand van de Dominicanenkerk willen spreken, kunnen bellen met 06-13815636. Ze worden dan teruggebeld door een vrijwilliger of pastoraal medewerker.
18 maart
18 maart
Om 19.00 uur vanavond 'klokken van hoop en troost' door heel Nederland, ook op de Grote Beek. Als hart onder de riem…
Geplaatst door Roy Clermons op Woensdag 18 maart 2020
18 maart
Stefan Ansinger o.p.
In Fribourg geldt net als in Nederland dat het hele openbare leven apocalyptisch verlaten is (zelfs voor Zwitserse begrippen).
Maar tegelijkertijd gaat het leven ook verder. Men zoekt naar creatieve mogelijkheden om toch cursussen te blijven geven aan de universiteit. Een van de gastenkamers in het convent is omgetoverd tot een kleine opnamestudio om toch les te blijven geven (een van de broeders geeft dogmatiek aan de Universiteit). Ikzelf heb gisteren ook een Franse presentatie van 30 minuten opgenomen in deze studio.
We zijn enorm behoedzaam voor eventuele infecties, vooral omdat er ook oudere zwakkere broeders in de gemeenschap zijn. Dat betekent: hygiëne binnenshuis en alleen het huis uit voor een wandeling.
Vandaag heb ik een prachtige wandeling gemaakt en genoten van het prachtige uitzicht van Fribourg. Het zonovergoten landschap met haar prachtige bergen, die de achtergrond vormen van deze middeleeuwse stad, maken mij gelukkig. Het is de schoonheid van de schepping waar we dankbaar voor mogen zijn.
Tegelijkertijd is in diezelfde schepping een dodelijk virus aanwezig. Het is de gevallen natuur waar wij zelf ook deel van uitmaken. En deze gevallen natuur doet ons de handen omhoog heffen naar de Schepper zelf, die het fundament is van het leven, die het Leven zelf is.
Laten we bidden dat dat Leven, door alle duisternis heen, in ons als een vast licht mag blijven schijnen. God blijft trouw; in alle omstandigheden.
Fribourg op 18 maart 2020
18 maart
Karin Bornhijm o.p.
Mijn broer en schoonzus wonen in een kinderrijke straat met heel veel werkende ouders. Beide zijn ze van het ondernemende type – en zo ook hun kinderen. Never a dull moment bij hen. Van iedere crisis weten ze wel iets te maken. Vooral mijn schoonzus is daar heel bedreven en gedreven in.
Voor deze crisis had ze bedacht om met de kinderen kaarten te gaan maken om alle zorgverleners in de ziekenhuizen een hart onder de riem te steken. Het initiatief haalde het Jeugdjournaal.
Nog mooier was de reactie van het Erasmus MC. De communicatiemedewerker schreef de kinderen dat er een collage gemaakt was van alle kaarten, en dat die als screensaver te zien was op alle 14.000 computerschermen van het ziekenhuis. De kaarten zelf worden bezorgd op de afdelingen.
Corona of niet: Gods Geest waait waarheen zij wil; ook zonder de kerk.
18 maart
Holkje van der Veer o.p.
Het zijn gekke tijden voor iedereen, maar ook voor wie woont in of naast een klooster met veel oudere en kwetsbare medezusters. We willen naar elkaar omzien, maar we zijn ook beducht. Ik ben zelf al twee weken verkouden en neem geen enkel risico. Het valt niet mee om niet voortdurend bezig te zijn met de Coronacrisis.
De kapel is dicht en ook de ruimte waarin de zusters samenkomen om koffie te drinken is gesloten. Het voelt alsof het hart uit de gemeenschap is geslagen. De zusters eten op hun eigen kamer. De telefoon is nu het eerste middel om direct contact met elkaar te hebben.
Op 15 maart overleed zr. Maria Frederica Peerdeman, 88 jaar oud. We proberen zo goed mogelijk afscheid te nemen, maar het is pijnlijk behelpen. Het afscheid is in besloten kring op vrijdag 20 maart om 14.00u, maar er mogen weinig mensen bij aanwezig zijn. Willen jullie voor haar bidden?
16 maart
Suzanne Varszegi o.p.
Al een tijd geleden boekte ik een vlucht naar Japan om mijn nicht Mietta op te zoeken die er sinds vorig jaar verblijft. Ik ben vorige week toch gegaan, inmiddels is door alle nieuwe maatregelen onzeker wanneer ik terug kan naar Nederland.
Japan heeft half februari al besloten grote evenementen niet door te laten gaan. Twee weken later besloot men dat de scholen heel maart gesloten zouden zijn. Ook pretparken en musea zijn tot nader order gesloten. Dat is uniek in een land als Japan waar pretparken en musea echt het hele jaar door open zijn. De laatste keer dat Disneyland drie dagen dicht was, was in 2011 na de grote tsunami.
De overheid vroeg bedrijven om mensen zo veel mogelijk thuis te laten werken, maar de meeste bedrijven zeggen dat het niet mogelijk is. Men vindt hier dat je op je werk aanwezig moet zijn. Het komt niet in Japanse werknemers op om om zoiets te vragen.
Op 15 maart waren er officieel 773 besmettingen en 22 doden, op het cruiseschip dat in quarantaine was voor de kust van Yokohama waren 697 besmettingen en 7 doden. Er wonen 126,5 miljoen mensen in Japan. Het aantal besmettingen groeit langzaam en voor een groot deel in het Noorden van Japan en een deel in de regio Tokyo.
We zien veel jongelui in kimono, die even in een tempel komen dankzeggen – en een selfie maken.
Op straat lopen veel mensen met mondmaskers op, maar dat is hier gebruikelijk, zeker als ook het hooikoorts-seizoen begint. Al je verkouden bent wordt je geacht een masker te dragen. In veel winkels en restaurants staan handsanitizers bij de ingang.
Toen de ziekte alleen nog in China was, werden er wel mondkapjes gehamsterd door met name Chinezen, om het naar familie te sturen. Later ontstond een run op WC-papier door een vals gerucht. Na een paar dagen was ook deze gekte weer over.
De komende twee weken zullen we merken of mensen echt bereid zijn om binnen te blijven tijdens het Sakura seizoen. Sakura ( kersenbloesem) zit in de cultuur van Japan. Het is begin van de lente en nieuw schooljaar. Het gebruik is om met familie en vrienden te gaan picknicken in parken onder de bomen met kersenbloesem. Normaal gesproken zijn er allerlei festivals waarbij er vooral veel eetkramen zijn, maar ook dit is afgelast.
14 maart
Tiemen Brouwer o.p.
De ziekte blijft om zich heen grijpen. Meer getroffenen, meer doden maar toch steeds ook genezingen.
De straten zijn doodstil, alles dicht behalve de levensmiddelenzaken, waar men een voor een naar binnen mag. Parochiekerken en kerken met speciaal apostolaat zijn open, zo ook de Maria Maggiore. Maar het blijft heel stil. Mensen nemen het zekere voor het onzekere en blijven thuis. We blijven de biecht aanbieden.
In het klooster houden we onze vieringen in eigen kring. Gisteren en vandaag kwamen in heel Italië de mensen op de balkons en openden de ramen om muziek te maken met instrument of zang. Het was één groot feest van bemoediging.
Om twaalf uur vanmiddag kwam er vanaf de talloze balkons van flats en huizen één lang applaus voor het werk van de medici en de verplegenden, die in de frontlinie werken.
Gecondoleerd met Kees Keijsper, die vandaag is ingeslapen.
Meedoen? Leden van de dominicaanse familie kunnen een paar zinnen (100 – 200 woorden is prima), naar de redactie sturen.