In het hart van het christelijk geloof staat een man die in totaal isolement stierf.’ Deze meditatie van oud-magister Timothy Radcliffe o.p. stond in Italiaanse en Engelse media.
imothy Radcliffe o.p.
Vlak voor de reisbeperkingen ingingen stond ik te wachten om de controles op de luchthaven van Tel Aviv te doorlopen. Ik bekeek de bewegingen van een jongen die voor me in de rij stond. Elke keer dat we een paar stappen naar voren konden, verzette hij een koffer anderhalve meter voor en anderhalve meter achter hem, zodat niemand dichtbij kon komen.
Misschien had hij er goede redenen voor, maar het was een krachtig symbool van wat het virus voor miljoenen mensen betekent: isolement, afstand houden. De aanwezigheid van anderen kan een bedreiging vormen en ieder van ons is een bedreiging voor anderen.
Isolement kan erger zijn dan de dood. We moeten allemaal sterven, en voor velen komt de dood als een verwachte verlichting. Maar isolement ondermijnt onze menselijkheid: grootouders zijn nu afgesneden van hun kleinkinderen, geliefden worden van elkaar gescheiden. Ons leven bestaat echter uit onderlinge contacten: van de minste tot de meest intieme.
In een roman van Jonathan Safran Soer zegt een personage: ‘Hem aanraken was erg belangrijk voor mij. Daar leefde ik voor. Ik kan niet uitleggen waarom. Kleine, onbeduidende contacten. Mijn vingers op zijn schouder. Onze benen die elkaar raakten in de bus’. Nu, bedreigd door het Coronavirus, kan zulk vitaal contact dodelijk worden.
In het hart van het christelijk geloof staat een man die in totale isolement stierf.
De avond voor mijn vertrek ging ik naar het Heilig Graf in Jeruzalem, de plek waarvan wordt aangenomen dat Jezus er begraven is geweest.
Het hart van het christelijk geloof is een man die in totaal isolement stierf: op een kruis boven de menigte, zonder enig contact, getransformeerd in een naakt object. Hij leek zich zelfs afgesneden van de Vader te voelen en volgens Marcus en Matteüs waren zijn laatste woorden: ‘Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?’
Op dat moment omhelsde hij niet alleen onze dood, maar ook de eenzaamheid die we allemaal weleens doorstaan en die miljoenen vandaag de dag ervaren.
De avond voor zijn dood was dit isolement al voelbaar. Jezus had zijn beste vrienden om zich heen verzameld voor een laatste avondmaal. Een van hen had hem al verkocht aan degenen die hem dood wilden. Petrus, zijn rots, stond op het punt te ontkennen hem zelfs maar gekend te hebben. De meeste anderen zouden hem de rug toekeren.
Op dat gruwelijke moment deed Jezus iets absoluut schokkends: hij nam brood en wijn en zei: ‘Dit is mijn lichaam en dit is mijn bloed, vergoten voor jou’.
Op dat gruwelijke moment deed Jezus iets absoluut schokkends
Toen zijn gemeenschap uit elkaar viel en iedereen zich voorbereidde om de toekomst alleen tegemoet te zien, deed Jezus de belofte van een nieuwe gemeenschap, die sterker zou zijn dan verraad en lafheid en die door niets vernietigd kon worden, zelfs niet door de dood.
Ook als kerken worden gesloten en de openbare eredienst tijdelijk wordt opgeschort, blijft die belofte bestaan.
Dit vreselijke virus kan ons lichamelijk van elkaar isoleren en dat is een diepe ontbering. Maar christenen geloven dat al onze eenzaamheid wordt omarmd in een gemeenschap die elke barrière overstijgt. De verrezen Heer komt door de deuren waarachter de discipelen zich in zelfisolatie hadden gesloten en bevrijdde hen van angst en eenzaamheid.
Zelfs als we niet kunnen deelnemen aan de eucharistie, kunnen we nog steeds leven brengen met de symbolen van gemeenschap. In Noord-Ierland bood een hotel aan om mensen die hun huis niet uit kunnen gratis maaltijden te brengen. In Italië zingen mensen voor elkaar vanaf hun balkons. Muziek kan hoop beter uitdrukken dan woorden.
Hoe eenzaam ik me ook voel, in het centrum van mijn wezen staat een Ander.
Als miljoenen nu geïsoleerd worden, wat kunnen we dan doen om in contact te komen? Wij kunnen boodschappen doen voor wie er niet uit mag, we kunnen bellen en een bericht sturen. Er zijn kleine gebaren die een diepe verbondenheid kunnen uitdrukken.
Elke eucharistie herinnert ons aan wat Jezus deed in het aanzien van zijn dood. Ik ben me daar nog nooit zo bewust van geweest als toen ik de Mis opdroeg in Syrië, op minder dan tien kilometer van het front, met kanonschoten die we konden horen. De dreiging van geweld was alomtegenwoordig en toch spraken we onze hoop uit in ons zingen en het herhalen van de zelfgave die niet vernietigd kan worden.
Zelfs als ik de gemeenschap niet kan bereiken, blijft God aanwezig, zoals Sint Augustinus schrijft, ‘in de diepten van mijn innerlijk’. Hoe eenzaam ik me ook voel, ik ben het niet, want in het centrum van mijn eigen wezen staat een Ander.