wee nieuwe lekendominicanen doen professie, één bekrachtigt haar professie en één maakt een overstap vanuit Vlaanderen. Maak hier kennis met Corinne van Nistelrooij, Margot van Veen, Anne van den Berg en Ineke van de Par.
Corinne van Nistelrooij en Margot van Veen doen hun eerste professie in de Orde voor drie jaar, Ineke van de Par bekrachtigt haar professie en Anne van den Berg stapt over van de Vlaamse lekengemeenschap naar de Nederlandse. Hieronder stellen zij zich voor.
Corinne van Nistelrooij (56, uit Zwolle) studeerde sociaal cultureel werk, Nederlands en theologie. Al ruim 25 jaar maakt ze actief deel uit van de Zwolse geloofsgemeenschap in de Dominicanenkerk. Sinds 2011 is ze er werkzaam als pastor.
In haar werk merkt zij dat het mooi is dat ze een inspirerende en gelovige bijdrage kan geven, dat ze iets kan betekenen voor mensen in hun ervaring met God. Maar tevens merkt ze ook dat het voor haar zelf van belang is om te blijven zoeken naar bezieling.
Corinne: ‘Bij de DLN vind ik een open, geïnteresseerde gemeenschap met kritische vragen, dat geeft me nieuwe input waardoor ik mijn eigen zending weer beter vorm kan geven. Dat breekt de lucht open, maakt dat ik met een frisse blik opnieuw zoek naar een goede houding te midden van alles wat in een mensenleven gebeurt.’
‘Al jaren put ik voor mezelf en voor anderen uit de dominicaanse bron. Het is fijn om nu ook officieel de verbinding tussen mij en de orde te bevestigen.’
Corinne is getrouwd en moeder van vier jongvolwassen kinderen.
Margot van Veen (1970) is getrouwd met Huub Tuin. Ze wonen met hun kinderen Michiel, Renske en Yael in ’t Harde, ten zuidwesten van Zwolle. Ze werkt als geestelijk verzorger in het ziekenhuis in Harderwijk. ‘Een bijzondere plek waar ik veel mensen ontmoet, hen nabij mag zijn in een periode van ziek zijn, van kwetsbaarheid. Ik geniet van mijn werk en het samenwerken met alle zorgverleners.’
‘Het afgelopen jaar heeft mij bevestigd in het gevoel dat ik me al heel lang dominicaans verbonden weet. Opgegroeid in de protestantse traditie vond ik bijna dertig jaar geleden mijn plek in de Dominicanenkerk te Zwolle en ben daar deel van uit gaan maken. Het bespreekbaar maken van lastige thema’s, woorden zoeken voor dat wat er in de samenleving leeft is voor mij kenmerkend voor de dominicanen. Durven mee te bewegen met het ritme van de samenleving en tegelijkertijd God te blijven zoeken in alles.’
‘God is voor mij het leven zelf. Ik vind bij de dominicanen eenzelfde verlangen om te zoeken naar wat van belang is. Het in gesprek gaan met elkaar en elkaar bevragen op waardes, op de essentie vind ik belangrijk. Ik kan mijn rust vinden in God. God is het leven zelf. God woont in mij en verbindt mij met het leven.’
‘Ik leer steeds meer om me toe te vertrouwen aan dat wat is, te zien wat is. Te vertrouwen dat ik in het leven geborgen mag zijn. Vanuit dit vertrouwen wil ik bijdragen aan het heil van mensen.’
Durf ik in een wereld waarin geloven niet meer vanzelfsprekend is kleur te bekennen?
‘De afgelopen jaren heb ik met veel dominicaanse plekken te maken gehad. De jaren in de dominicaanse vrouwengemeenschep Kohèlet (1995-1997) hebben mij gevormd. Via hen heb ik de zusters dominicanessen van Neerbosch leren kennen en tal van andere dominicaanse plekken in Nederland en daar buiten. Ik ben dankbaar voor die jaren.’
‘Ik wil me verbinden met mensen met wie ik kan bidden, vieren, studeren en stil kan zijn. Met wie ik kan nadenken over wat het goede is, wat goed is om te doen, wat helend is.’
‘De keus om professie te willen doen komt dus niet uit de lucht vallen. Toch heb ik er ook lang tegen aan gehikt. Het lijkt een beetje op kleur bekennen en dat vind ik ook spannend. Durf ik in een wereld waarin geloven niet meer vanzelfsprekend is kleur te bekennen? Durf ik te gaan staan op de weg van Jezus, op de weg van Dominicus, op de weg van velen andere gelovigen? Meer en meer durf hier ik voor te staan en is de Dominicaanse spiritualiteit onderdeel geworden van wie ik ben.’
‘In de komende drie jaren wil ik verder zoeken naar mijn eigen plek binnen de Dominicaanse familie in Nederland.’
Anne van den Berg (1992) is in 2018 geprofest bij de Vlaamse lekendominicanen. Ze gaat nu over naar de DLN.
‘Ik ben geboren in Brunssum (13-7-92) en heb tot mijn achttiende gewoond in Landgraaf. Ik ben toen gaan studeren in Nijmegen. Het begon met Grieks en Latijn en toen ik daar in contact kwam met vroegchristelijke teksten is mijn passie voor theologie geboren.’
‘Ik heb daarnaast theologie gestudeerd (heb ook nog kort een MA in geschiedenis gedaan, maar nooit afgemaakt). Ik ben na mijn twee bachelors vertrokken naar Leuven voor mijn onderzoeksmaster Theologie. Ik wilde me specialiseren in patristiek en specifiek martelaren.’
‘Uiteindelijk ben ik om praktische redenen teruggekomen naar Nederland. Mijn man woont en werkt in Nederland en we waren onze lange-afstandsrelatie allebei meer dan zat. Mijn hart blijft bij het vroege christendom, maar ondertussen heb ik (voor nu) mijn geluk gevonden in het onderwijs als docent levensbeschouwing op de middelbare school.’
Mijn docent zei me dat het interessant is om te kijken naar de wereld alsof God wel bestaat.
‘Waarom de lekendominicanen? Ik was gelovig opgevoed, maar ik had in mijn puberteit mij geheel en al gedistantieerd van geloof. Een fascinatie voor cultuur en waarom mensen geloven dreef mij naar theologie. Daar heb ik tijdens een cursus dogmatiek aan een docent gevraagd waar die hele openbaring toch op slaat. Als God niet bestaat, dan is dit allemaal onzin. Tot mijn verbazing zei hij alleen dat dat klopt en dat het net interessant is om te kijken naar de wereld alsof Hij wel bestaat. Tot welke conclusies zou ik dan komen?’
‘Ik heb daarna een stage gelopen bij het KDC over Schillebeeckx en daar startte mijn fascinatie voor de dominicanen. Ik overwoog vanaf dat moment om mij aan te sluiten bij de lekendominicanen, maar ik zou ook al snel vertrekken naar België. Toen ik in België was, voelde ik me nergens echt thuis in de kerk. Het was dezelfde docent die mij aanmoedigde om te gaan kijken bij de Vlaamse lekendominicanen.’
Ineke van de Par o.p.
Omdat ik wil verkondigen van het goede dat er in de wereld is
en waarvan ik geloof dat het in ieder mens leeft, hoe dan ook
‘Dit waren mijn verbinteniswoorden uitgesproken in 2015 op mijn professie. Op 27 oktober 2019 zal ik ten overstaan van jullie allen mijn professie bekrachtigen. Waarom?
Voor mij ligt de grondslag voor het dominicaan zijn in het woord verbondenheid, Wat je ook doet waar je ook bent op de wereld, je bent wereldwijd met elkaar verbonden door het geloof dat in ieder mens – in alles wat leven in zich heeft – God leeft. En het maakt niet uit wat voor soort dominicaan je bent, dit geloof wordt iedere dag weer verkondigd, geleefd en bestudeerd door mijn medebroeders en -zusters waar ter wereld ze ook moge zijn. Ik ben er ook trots op met deze wereldwijde eeuwenoude spirituele christelijke orde verbonden te zijn.’
‘Afgelopen jaren heb ik mijn dominicaan zijn goed kunnen uitleven in het gevangenispastoraat. Maar over een goed jaar ga ik met pensioen en dan? Daar wil ik eens rustig over gaan lopen – ik ben een wandelaar.’
‘Mijn eerste grote wandeling ging naar Santiago de Compostella. Een wandeling van een kleine 3000 km waar ik toen (1997) 4,5 maand over gedaan heb. Tijdens die wandeling ontmoette ik God weer. Bij terugkomst ben ik toen theologie gaan studeren om pastor worden, want dat was mijn roeping.’
‘Om nu te ontdekken wat mijn toekomst is, wil ik die wandeling opnieuw lopen (in 2021) maar dan van Santiago naar Nederland. De vertrekdatum ligt vast, dat is 10 augustus, de dag dat ik daar aankwam, Ik zou ook graag dezelfde route lopen maar dat laat ik aan het lot over. Net als de afloop, ik zal wel zien waar ik deze keer naar terug- en toegevoerd wordt. Maar hoe dan ook: ik hou jullie op de hoogte, want ik voel me nu verbonden met iedere dominicaan wereldwijd.’