idden in Umbrië, in de Italiaanse streek waar van alles herinnert aan de grote Franciscus van Assisi, bouwden hun collega-bedelbroeders de grootste basiliek van de regio.
door Arjan Broers
Uit de langlopende serie ‘Sporen’
Als je rondreist in de Zuid-Franse streek waar Dominicus acht eeuwen geleden zijn werk begon kan het je niet ontgaan. Pays Cathar, Katharenland, zo wordt de regio tegen de Pyreneeën genoemd, precies naar degenen die Dominicus wilde bekeren.
Maar als je rondreist in de streek waar in diezelfde tijd Franciscus van Assisi aan die andere nieuwe bedelorde begon te bouwen, zie je iets anders. De stad in de Italiaanse streek Umbrië afficheert zich als Citta del Francesco.
Het zegt iets over de verschillen tussen de mannen die aan de oorsprong stonden van de twee grote verwante vernieuwingsbewegingen in de vroege dertiende eeuw. Dominicus is in Fanjeaux en Toulouse nauwelijks zichtbaar aanwezig. Hij benadrukte steevast dat hij een van de broeders was en stelde geen prijs op bijzondere verering. De monumentale plaatsen die er wel zijn verwijzen vooral naar de eerste dominicanen, nauwelijks naar zijn persoon.
Franciscus daarentegen is een figuur die door velen, vroeger en nu, wordt gezien als een verwante van Christus zelf: de povorello, de kleine arme broeder, een man vol diepe inzichten en bizarre invallen. Zijn charisma werkt zelfs door tot in de naam van de huidige paus.
01 — 03
Beeld van Franciscus met levende duiven in Santa Maria degli Angeli, waar hij woonde (1). Over zijn kapelletje en het huisje waarin hij stierf is een enorme basiliek gebouwd, in opdracht van de dominicaanse paus Pius V, die met een zij-altaar geëerd is (2). De San Domenico in Perugia, met op de achtergrond in de verte Assisi (2).
In en rond Assisi zijn er tal van plekken die de eerste broeders en zusters clarissen dichterbij brengen. De prachtige stad zelf natuurlijk, met de kerken waar Franciscus en Clara zijn begraven. In de nabije omtrek liggen bijvoorbeeld de Eremita, waar de eerste minderbroeders even kluizenaar konden zijn; de enorme basiliek van Santa Maria degli Angeli, die over het kerkje is heen gebouwd die de heilige eigenhandig herbouwde, en tal van andere plaatsen.
Een ander opvallend verschil tussen de twee bedelorden is dat de minderbroeders al tijdens het leven van hun stichter grote onenigheid kregen over de uitleg van de regels, met name over de betekenis van de ‘heilige armoede’. Later kwamen er afsplitsingen. De predikbroeders daarentegen kregen van hun stichter de eerste versie van een doordachte grondwet, de constituties. De dominicanen zijn zeer verschillend gebleken, maar wel bij elkaar gebleven.
Assisi ligt in de invloedssfeer van Perugia, een moderne Italiaanse stad met een fantastisch middeleeuws centrum, zoals de meeste oude steden hier op een berg gebouwd. Hier verrees in de 14e eeuw een gigantische dominicaanse basiliek, de grootste van die tijd, na de kathedraal van Milaan. De kerk is 96 meter lang, 60 meter breed (bijna zo groot als een voetbalveld) en 39 meter hoog. De oorspronkelijke klokkentoren was 126 meter hoog.
01 — 05
Het kleine plein voor de San Domenico in Perugia is genoemd naar Giordano Bruno (1 en 2). Interieur van de basiliek (3), plattegrond van kerk en klooster (4), dat nu een archeologisch museum is (5).
Al in 1230 vestigden zich dominicanen in de stad, op een plek waar al in de vijfde eeuw een kerkje stond. Ze bouwden tussen 1231 en 1260 een eenvoudige kerk, op de plaats waar nu het voormalige klooster staat. De dominicanen kregen aanzien in de stad en in 1304 begonnen de bouwwerkzaamheden aan een nieuwe basiliek. Deze werd in 1458 in gotische stijl voltooid en het jaar daarop ingewijd door paus Pius II.
De grote hallenkerk bleek al in het midden van de zestiende eeuw kwetsbaar. Aan het begin van de zeventiende eeuw was er een instorting. De pauselijke architect Carlo Maderno (1629-1632) wijzigde de oorspronkelijke structuur volledig.
De imposante gevel, die uitkomt op een dubbele trap, is versierd met een portaal uit de 16e eeuw, terwijl aan de zijkant en in de apsis de steunberen en ovale ramen uit de 13e eeuw behouden zijn gebleven. Het pleintje voor de entree van de San Domenico – pikant – is genoemd naar de voormalige dominicaan Giordano Bruno.
Ondanks de enorme grootte van de kerk is de sfeer bijna huiselijk, door de vele zijkapellen, overblijfselen uit allerlei eeuwen, variërend van een 20e eeuwse Maria met lichtkransje tot een kist met de resten van een derde eeuwse martelaar. Een fijne plek om in rond te dwalen of te zitten, tussen alle franciscaanse bezienswaardigheden door.
01 — 06
Eerder verscheen:
Zij-altaar met een Heilig Hartbeeld en delen van oude fresco's.