rediker zijn betekent: weten dat je zelf leeft van een boodschap die je daarom wel moet verkondigen.
Erik Borgman o.p.
Met talloze andere, vaak naamloos gebleven vrouwen en mannen, ontdekte Dominicus in de dertiende eeuw opnieuw dat degene die in de Openbaring van Johannes zegt: ‘Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, de oorsprong en het einde’ (22,12), dat dit dezelfde Jezus is die onder ons geen plaats heeft om zijn hoofd neer te leggen.
(…)
Tijdens het kapittel van de dominicanenorde, dat vorige maand plaatsvond in Bién Hòa in Vietnam, benadrukte Bruno Cadoré, de Magister van de Orde die aftrad, en Gerard Timoner, de Filippijnse dominicaan die door het kapittel voor de komende negen jaar tot Magister is gekozen, dat Dominicus geen orde van praedicantes heeft gewild, van mensen die regelmatig preken.
Dominicus wilde een ordo praedicatorum, een orde van mensen die bij wat ze ook doen predikers zijn, het goede nieuws verkondigen van Gods liefde en betrokkenheid, van Gods onverwoestbare trouw.
De Zweedse diplomaat en mysticus Dag Hammarskjöld vatte de houding waar het hier om gaat in één zin samen in zijn dagboek: ‘Tegen het verleden: dank, tegen het komende: ja!’.
Dat wij in het spoor van Dominicus in dank accepteren wat ons gegeven is, en in verwachting uitkijken naar wat ons gegeven zal worden.
*
Slot van de overweging van Erik Borgman o.p. bij het Dominicusfeest in Zwolle op 10 en 11 augustus 2019. Lees hier de hele tekst.