Dat paus Franciscus Marokko, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte bezocht, is het in de huidige situatie van de wereld alleen al als gebaar van grote betekenis.’
‘Paus Franciscus wordt in zijn standpunt tegenover de islam nogal eens van naïviteit beschuldigd. Zijn meest onroerende gebaar was echter dat hij in de kathedraal van Rabat de hand kuste van Jean-Pierre Schumacher.
Deze trappistenbroeder is de enige overlevende van de monniken uit het Algerijnse Tibhirine. Zijn zeven medebroeders, die in de jaren negentig van de vorige eeuw door politieke islamisten werden weggevoerd en vermoord, zijn door de katholieke kerk op 8 december vorig jaar officieel erkend als martelaren.
Zoals de Nederlandse jezuïet Frans van der Lugt in Syrië, zo bleven zij in Algerije, hoewel zij heel goed wisten dat hun leven gevaar liep. Door de hand van broeder Jean-Pierre te kussen, gaf paus Franciscus aan dat hij deze houding als voorbeeldig voor de kerk beschouwt. Dat is niet naïef, dat is je bekennen tot de weg van de geweldloosheid. Ook als die gevaarlijk is.’
Lees de hele column van theoloog en lekendominicaan Erik Borgman over de paus en de islam op www.debezieling.nl